Veel musea hebben kunstwerken in huis met een oorlogsverleden. Dat het Bonnefanten in Maastricht daarop geen uitzondering vormt, is de komende maanden te zien in een speciale tentoonstelling. 

Het museum heeft maar liefst 132 werken in langdurige bruikleen van het Rijk die behoren tot de zogenaamde Nederlands Kunstbezit (NK) collectie. Dat zijn kunstwerken die door de nazi’s in Nederland werden geroofd of gekocht (waarbij de verkoop soms onder dwang plaatsvond) en die na de Tweede Wereldoorlog werden teruggegeven aan de Nederlandse staat. De oorspronkelijke eigenaren van die werken zijn in veel gevallen (nog) niet achterhaald.

Dat herkomstonderzoek niet altijd even goed gebeurt, ondervonden we aan den lijve toen we erachter kwamen dat een beeldje van Jan van Steffeswert in de Bonnefantencollectie in 1938 door de nazi’s was geroofd van de joodse familie De Rothschild. Gelukkig bleek het kunstwerkje na de oorlog teruggegeven te zijn aan de familie alvorens het in de handel terechtkwam. 

Het is bekend dat bekende nazikopstukken indertijd dol waren op kunst – mits die niet ‘entartet’ was verklaard. Zo had Adolf Hitler plannen voor een eigen Führermuseum en was ook Hermann Göring een fanatieke kunstverzamelaar, die honderden oude meesters bezat. Een daarvan, een prachtige Graflegging van de laatmiddeleeuwse Vlaamse kunstenaar Colijn de Coter, is te zien in de presentatie in het Bonnefanten. 

Het werk figureert in een bijzondere anekdote. De ijdele Göring had zijn zinnen gezet op een schilderij van Vermeer dat werd aangeboden door een Amsterdamse kunsthandelaar. Zo’n Vermeer was ook toen al erg duur; Göring wist de verkoper over te halen het doek te ruilen tegen 143 kunstwerken van ‘mindere kwaliteit’, waaronder genoemde Graflegging van Colijn de Coter. 

Na de oorlog bleek dat de Vermeer in kwestie een vervalsing was, gemaakt door meestervervalser Han van Meegeren. Omdat hij echte Vermeers aan de nazi’s zou hebben verkocht, werd Van Meegeren aanvankelijk beschuldigd van collaboratie. Maar door in de rechtszaal letterlijk zijn kunsten te tonen, maakte hij duidelijk dat hij wel degelijk in staat was om een perfecte nep-Vermeer te schilderen.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.