Timo de Rijk, directeur van het Design Museum Den Bosch, en Hans Gubbels, directeur van Cube design museum Kerkrade, schrijven hier een wisselcolumn over design en andere zaken.

Vanaf het moment dat ik besloot ons eigen huis te bouwen word ik doorlopend getriggerd door wat we allemaal zelf kunnen, maar niet meer zelf doen. Vorige week was ik met onze jongste zoon in het ‘gemütliche’ Wenen op zoek naar een appartement vanwege zijn studie aldaar. Dat verliep voorspoedig dus was er tijd over voor een bezoek aan het MAK. Het Museum für angewandte Kunst toont momenteel in het kader van de Vienna Biennale for Change 2019 een tentoonstelling over kunstmatige intelligentie.

Uncanny values is een interessante tentoonstelling welke de bezoeker confronteert met zijn eigen rol in een toekomst doordrenkt met zelfdenkende en zelflerende technologie en systemen. Als bezoeker weet je niet goed of je blij moet zijn met dit perspectief of er bang voor moet zijn. Exact honderd jaar geleden schreef Freud Das Unheimliche (The Uncanny in in het Engels) waarin hij verhandelt over wat vreemd en toch vertrouwd is voor de mens. Zolang wij een hogere intelligentie bezitten en kunstmatige intelligentie voor zijn functioneren van ons afhankelijk is voelen we ons nog vertrouwd. Draait die afhankelijkheid om dan voelt het vreemd, zo niet bedreigend.

Ongemerkt neemt onze afhankelijkheid van kunstmatige systemen echter al decennia toe. Hoeveel mensen kunnen nog hoofdrekenen? Wie volgt niet blindelings de instructies van de digitale navigatie op weg naar zijn vakantieadres? Hoeveel mensen volgen zonder verder na te denken het advies van de digitale assistent op hun smartphone? Als al onze digitale hulpmiddelen van het ene op het andere moment niet meer zouden functioneren zou duidelijk worden hoezeer we nu al ongemerkt afhankelijk zijn van een bepaald niveau van kunstmatige intelligentie. Wat ik me daarbij afvraag is of de mens uiteindelijk door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie zelf niet dommer, lees minder intelligent, wordt. Dat zou op termijn de afhankelijkheid en daarmee het ‘unheimliche’ nog meer versterken. De tentoonstelling geeft daar helaas geen antwoord op.

Het bezoek aan Uncanny values heeft mij niet bang gemaakt voor een toekomst met kunstmatige intelligentie, wel voor kunstmatige afhankelijkheid. Zelf kunnen hoofdrekenen, zelf de weg kunnen vinden en geen assistent nodig hebben om te bepalen wat ik eet vandaag. Zelf denken en doen, een groot goed.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.