Op jonge leeftijd ontdekte Layla Önlen de vrijheid van het podium als een plek waar je gezien wordt, waar je iemand anders kunt zijn en je verbeelding de vrije loop kunt laten. ‘Veel mensen zijn bang voor vrijheid. Ik niet.’
Een studio heeft ze niet, maar theatermaker en actrice Layla Önlen (Pelt, 1978) ziet zichzelf als een ‘reizend atelier’. Na haar afstuderen aan de Toneelacademie Maastricht, afgelopen zomer, ging ze als actrice op tournee door Turkije en speelde ze voorstellingen in Bagdad. Terug in België spreken we af in haar geboortedorp, we wandelen in het park bij Theater Dommelhof.
Kwam je hier vroeger vaker?
‘Nee. De drempel om hier naar binnen te gaan was enorm. We woonden in de straat hierachter, daar was mijn ouderlijk huis. Mijn vader is aangekomen als eerste generatie mijnwerkers vanuit Turkije, zoals de meesten met de intentie om na enkele jaren weer terug te gaan. Dat liep anders, mijn moeder kwam met de kinderen over, ik werd de eerstgeborene in België. Het was een warm, maar conservatief gezin. De buitenwereld werd als bedreiging gezien, de route van huis naar school was bijna de enige bekende weg voor mij. Zo klein was mijn wereld, tot aan mijn huwelijk op mijn 18de. Toen ik getrouwd was, woonde ik naast mijn ouders, en ik was heel erg nieuwsgierig naar wat er hier in dit theater allemaal gebeurde. Ik was er nog nooit binnen geweest.’
Waar kwam die nieuwsgierigheid vandaan?
‘Alles wat niet mag is aantrekkelijk, maar de drang was sterker en dieper dan alleen dat. Op school kregen we lessen drama, dan was ik het meest uitbundig en gelukkig. Ik besefte al op jonge leeftijd dat het podium een grote vrijheid bood. Een plek waar je mag vertellen, gezien wordt, iemand anders mag zijn en je verbeelding de vrije loop mag laten. Ik wilde natuurlijk heel graag toneelles gaan volgen, maar dat heb ik niet eens gevraagd.’
De vraag stellen was al een drempel?
‘Ik kende het antwoord al. Hoewel mijn vader de wereld op afstand hield, was hij heel gastvrij. Waar iedereen de deur dichthoudt voor Jehova-getuigen, mochten ze bij ons altijd binnenkomen. Een eenzame buurvrouw uit de straat kwam elke dag op bezoek, zo leerde mijn moeder Nederlands. De wereld was welkom, maar dan wel op eigen terrein.’
Maar jij wilde wel naar buiten?
‘Toen ik in de twintig was, besloot ik voor mijn eigen vrijheid te kiezen. Plots was ik een jonge alleenstaande moeder. Naïef ook, want ik kende de wereld niet. Elke stap die ik heb gezet naar verandering, was een stap waar een deel van de familie bij moest slikken. Ze probeerden bij momenten om me op het rechte pad te krijgen, maar er was geen weg meer terug. Mijn familie heeft zich erbij neergelegd, we kunnen elkaar nog altijd in de ogen kijken. Nadat ik mijn vrijheid had verworven, werkte ik mee aan een lokaal festival, bouwde een vriendengroep op en zat zelfs een tijdje in de politiek.’
‘Pas toen mijn zoon uit zijn puberteit kwam, was er ruimte voor mijn droom’
Vrijheid, maar zonder alle banden te verbreken?
‘Er zijn twee opties: de harde weg, waarbij je alle banden doorknipt en vertrekt. Of de lange weg, waar je veel geduld voor nodig hebt, maar de banden goed houdt. Ik heb voor de lange weg gekozen. Ik vind dat ik weliswaar voor mezelf mag beslissen, maar niet voor mijn kind. Want als ik de band verbreek, zou mijn zoon geen familie meer hebben. Ik kan ook niet boos worden op iemand die kiest om in een kleinere wereld te leven. Maar ik wil dat niet.’
Blijft die wereld klein uit angst?
‘Veel mensen zijn bang voor vrijheid. Ik niet. Als je bewust voor iets kiest, draag je de verantwoordelijkheid voor die keuze. Dus je moet durven alleen te zijn. Dat wil zeggen, dat je ook dingen doet waarvoor je geen schouderklopje krijgt. Als je weet wat je wil, kun je dat doen zonder aanmoediging. Het bewust voor iets kiezen maakt vrijheid voor mij steviger en duidelijker dan een situatie op zijn beloop te laten. Ik hoop iets te veranderen door dit uit te dragen in mijn werk. Anderen te inspireren om keuzes te maken. Ze hoeven niet te doen wat ik doe, als ze maar een eigen bewuste keuze maken.’
Het lijkt alsof je die vrijheidsdrang combineerde met eindeloos geduld.
‘Moederschap was het belangrijkste, daarnaast ook zelfontwikkeling. De eerste stap was het halen van een middelbaar diploma, daarna werken in de educatieve sector, daarna een hogeschooldiploma. Pas toen mijn zoon uit zijn puberteit kwam, was er ruimte voor mijn droom. Mijn eerste echte ervaringen op het podium waren toen mijn zoon 16 was. Ik wist, dit is mijn eindstation. Na van al die andere ‘podia’ in het leven te hebben geproefd, was dit de plaats waar ik wilde zijn. Ik heb mijn job nog een tijdje gecombineerd met kunst, totdat ik naar de toneelacademie in Maastricht ging. Toen heb ik mijn vaste baan opgezegd om me volledig op theater te kunnen storten.’
Zie je jezelf als een kunstenaar?
‘Anderen noemen me actrice, of regisseur, zelf vind ik dat moeilijk. Het gaat me vooral om de overgave om aan een project te werken. Ik denk wel dat ik een regisseur van mijn eigen leven ben.’
Je hebt de regie in handen genomen.
‘Ja. Maar ik leef mijn leven in een omgekeerd ritme. Ik ben nu pas afgestudeerd aan de toneelacademie, terwijl ik dat normaal twintig jaar geleden had moeten doen. Ik ben nu op mijn 46ste een jong talent, maar onlangs ook oma geworden. Ik kan wel denken, was ik niet liever twintig jaar later oma geworden? Maar het is zo, ze zijn er, en ze zijn welkom.’