Staan de leesclubs in de overdrive? Die van WIDO SMEETS wel. En ze komt ook in pandemische tijden gewoon bijeen. ‘Met twee leden zijn we dubbel zo groot als de PVV.’ 

Dat zou je toch denken: dat het ideale tijden zijn voor leesclubs. Nu er geen manden met strijkwas op de overloop staan, de kids niet naar hockey hoeven te worden gebracht en de bioscoop dicht blijft, verslinden de clubs meer boeken dan ooit – al mogen de leden niet bij elkaar over de vloer komen. Groepsgewijs dan. Wegens te gevaarlijk. 

Doen ze het dan via Zoom of Teams? Nee toch zeker! De tweede pandemische malligheid die er na de vaccinatie uitvliegt is dat gehannes met die schermen. (Benieuwd wie op numero uno staat? Dat is, helemaal losgezongen van de rest, het thuiswerken.) 

Ik beken, ik ben lid van een leesclub. Eentje die wél regelmatig bijeenkomt. Daartoe hoeven we niet eens die toegewijde boa’s naar een nep-incident te lokken; onze leesclub bestaat uit twee personen: mijn goede vriend P. en ik. Sinds de oprichting, ver voor de pandemie, geldt een ledenstop. Te klein voor een echte club? Met twee leden zijn we nog altijd dubbel zo groot als de PVV. 

Onze leesclub heeft geen naam, al zou De luchtballon ons wel passen. Hebben we een boek uit, dan mailen de leden elkaar. Geen lange verhandelingen, in twee, drie, soms vier zinnen is het wel gezegd. Na een handvol boeken zoeken we elkaar op, eten wat, schenken een glas wijn. We evalueren het oude en bespreken het nieuwe leesvoer – en nemen de ondergang van de wereld nog eens door. 

Al te lange analyses zijn ook hier taboe. Het gedoe over een avondklok, met rechtszaken, wrakingsverzoeken en noodwetten, heeft ons verbaasd. Zó off topic. We zijn meer van de bottom line. Op dit moment staat daar: de vaccinatie. Waar blijven de rechtszaken, wrakingsverzoeken en noodwetten over de lamlendige aanpak van de vaccinatie. Bij dit tempo is het land eind 2024 gevaccineerd. Niemand die erover durft te beginnen, want ja, ze zitten met zijn allen in het verkiezingsschip. Waar blijft de actiegroep Vaccinatiewaarheid?  

Over De luchtballon als organisatie valt weinig te vertellen. Boeken erin, zandzakken eruit en we zijn vertrokken. We hebben briefpapier noch statuten, er is geen contributie. We lezen. Liever fictie dan non-fictie – al laten we de nieuwe Brokken, Scheijen of Westerman niet links liggen.

We houden van kloeke boeken – maar ze moeten wel ergens over gaan. In het najaar bleven we een tijdje hangen bij Olga Tokarczuk, en vervolgens een paar andere Poolse klasbakken, zoals Mysliwski, Malecki en Wittlin. Met de laatste waren we één postume handdruk verwijderd van Joseph Roth, wiens oeuvre een cadeau is dat je niet vaak genoeg kunt uitpakken.

Terwijl P. met mijn stapeltje Roths aan de slag ging, leerde ik De geschiedenis van de liefde van Nicole Krauss kennen, en las De laatste zomer in de stad van Gianfranco Calligarich. Denk aan de Sorrentini-film La grande belezza, maar dan nóg lamlendiger. Leo, de hoofdpersoon, kijkt terug op een mislukte liefdesaffaire, en concludeert dat er niets meer is om voor te leven. In de win-win-samenleving van 2021 zou Leo een gepatenteerde loser zijn geweest – hij liet het niet zo ver komen.

Tot zo ver de verwikkeling. Wát Calligarich vertelt is niet zo bijzonder, wel hóe hij het vertelt, zijn detaillering, zijn frasering, zijn ironie. Het zijn niet de grote thema’s waar Leo en zijn vrienden over struikelen, maar de kleine oneffenheden. Zo kiert er tussen al dat gestuntel toch nog een levensles: let op de kleine oneffenheden. Je weet dat je erover gaat struikelen, toch is het zaak om op te letten.

Zo gaat onze leesclub haar gangetje. Volgende week treffen we elkaar weer. Ik verheug me op de boeken, de maaltijd en de wijn. En vóór negen uur naar huis. Het leven hangt van gevaren aan elkaar.

WIDO SMEETS