De tekeningen van Leon Golub zijn vol seks en geweld, maar ze zijn de provocatie voorbij. Ze schreeuwen alleen voor wie het horen wil. Uiteindelijk gaan ze over niets minder dan leven en dood.

Stel je voor dat de tekeningen die nu te zien zijn in Museum Het Domein in Sittard gemaakt waren door een jonge, onbekende kunstenaar. Er zijn blote juffrouwen, copulerende paren, een schimmige figuur die een lijk opgraaft.

Provocerend?

Ach ja, maar we krijgen zo veel voor de kiezen tegenwoordig. Of is er een politieke boodschap? We zien Guantanamo-achtige scènes, verwijzingen naar de Amerikaanse vlag, gewapende mannen met militante teksten erbij. De meeste tekeningen hebben een beperkt aantal kleuren, veel rood en blauw. Sommige zijn schetsmatig, haast een beetje knullig getekend, maar er zijn ook gedetailleerde, indringende koppen van honden en leeuwen. Het is alsof het de kunstenaar niks kan schelen wat wij, de toeschouwers, ervan denken. Geen enkele tekening is groter dan een A4-tje, dat moet maar genoeg zijn. Als je het wilt zien, kom je maar dichterbij. Fuck you! Ze schreeuwen, deze tekeningen, maar alleen voor wie het horen wil. Daardoor dwingen ze toch ontzag af.

Dat is bijzonder voor een jonge, onbekende kunstenaar, zou je vervolgens concluderen, maar u voelde het natuurlijk al aankomen: deze tekeningen zijn niet gemaakt door een jonge, onbekende kunstenaar. Bij nader inzien kloppen er ook een paar dingen niet. In plaats van ‘fuck you’ staat er op een tekening van een grijnzende paarse doodskop ‘fuck death’. Bij een enigszins verkreukelde leeuw staat in krachtige rode letters ‘getting old sucks’. Een paar andere tekeningen nemen een loopje met de vegen en kleurvelden van het abstract expressionisme, een reeds geruime tijd overleden tegenstander. Dit is werk uit de laatste levensjaren van de Amerikaanse, politiek geëngageerde kunstenaar Leon Golub (1922-2004). Met die kennis zien de tekeningen in Het Domein er ineens heel anders uit.

Leon Golub debuteerde rond 1950. In de hoogtijdagen van abstract expressionisme, minimalisme en conceptuele kunst bleef hij onverstoorbaar figuratief schilderen. Al in zijn vroege werk ging het vaak over geweld en lichamelijke en psychische verminking. In de loop van de jaren werd de politieke component steeds groter. Het formaat van zijn schilderijen trouwens ook. Rond 1970 maakte hij meterslange, zeer confronterende doeken met titels als Napalm en Vietnam. De verf op deze doeken – geplamuurd, afgekrabd, geteisterd – weerspiegelde de inhoud. Later, in series als Mercenaries (Huurlingen) en Interrogation (Verhoor), verdwenen de directe politieke verwijzingen, maar de strekking bleef hetzelfde. Jarenlang vormde de New Yorkse loft van Golub en zijn echtgenote, de al even politiek en bovendien feministisch bevlogen schilderes Nancy Spero (1926-2009), het centrum van een los-vaste groep maatschappelijk geëngageerde kunstenaars.

En dan, net als de grote musea lucht van Golubs werk hebben gekregen, keert hij terug naar een klein formaat, het kleine gebaar. Dat had te maken met ouderdom en tanende gezondheid, maar Het Domein presenteert de tekeningen nadrukkelijk ook als gesublimeerd, ‘laat’ werk. In de catalogus bij de tentoonstelling – evenals de expositie zelf overgenomen van The Drawing Center in New York – citeert literatuurwetenschapper Eduardo Cadava lustig uit Theodor Adorno’s essay over Beethovens gefragmenteerde ‘late’ stijl. Aan het einde van zijn leven, zo stelde Adorno, kwam Beethoven volledig los van de conventies van zijn tijd, misschien zelfs wel van de conventies van de kunst überhaupt. Hij had zo’n vrijheid bereikt dat hij het zich kon veroorloven ‘de illusie van de kunst’ af te schudden. Op een vergelijkbare manier, aldus Cadava, weet Golub in zijn late tekeningen dichter bij vragen van leven en dood te komen dan ooit tevoren. De indruk dat het hem niet uitmaakt wat de rest van de wereld ervan denkt, nog minder dan vroeger, kan zo gezien wel kloppen. De belezen Golub was zich ook zelf bewust van de implicaties van ‘laat’ werk. In een tekening uit 2001 (niet op de tentoonstelling aanwezig) is zelfs een citaat van Adorno verwerkt: “In the history of art, late works are the catastrophes”: in de kunstgeschiedenis zijn late werken catastrofes.

Kortom: een allesbehalve jonge en relatief onbekende kunstenaar. Jammer alleen dat niet veel mensen in Nederland het eerdere werk van Golub zullen kennen. Het is niet vertegenwoordigd in Nederlandse museumcollecties en de tentoonstelling in Sittard is zijn  eerste – postume – solo-expositie op Nederlandse bodem. Om begrijpelijke redenen heeft Het Domein de tekeningen niet kunnen aanvullen met een paar van de kolossale en kostbare doeken uit de jaren zeventig of tachtig. We zullen het dus moeten doen met de – overigens zeer interessante – documentaire Late works are the catastrophes die wel op de tentoonstelling wordt getoond en waarin Golub in verschillende periodes van zijn leven aan het woord komt. Het ontbreken van verder referentiemateriaal heeft wel als voordeel dat je de tekeningen onbevooroordeeld tegemoet kunt treden. Inderdaad: alsof ze van een jonge, onbekende kunstenaar zijn.

Leon Golub – Live & Die Like a Lion. Sittard, Museum Het Domein, t/m 25 april. www.hetdomein.nl