Actrice Chris Nietvelt speelt een dubbelrol in Age of Rage. YANNICK DANGRE ving haar op in Antwerpen, de stad waar ze deze maand met de marathonvoorstelling op de planken staat. ‘Op tv wordt een mens niet meer warm of koud van de zoveelste moord. Maar hier, op het toneel, willen we het geweld echt laten vóélen.’
Chris Nietvelt is op blitzbezoek in Antwerpen, de stad waar ze aan de toneelafdeling van het Koninklijk Conservatorium haar studententijd doorbracht. Hoewel al een half leven woonachtig in Nederland, komt ze met plezier terug naar ‘Het stad’. Begin oktober ook professioneel, dan speelt ze vier dagen op rij de klassieke rollen van Klytaimnestra en Helena in Age of Rage, een marathonvoorstelling van Toneelgroep Amsterdam.
‘We hebben het stuk in juni gespeeld, op het Holland Festival, na maandenlange repetities. Het is best een raar gevoel om het binnenkort weer te spelen’’ steekt Nietvelt van wal in een café op het Mechelseplein waar we zijn neergestreken. ‘De fysieke trainingen zijn net weer begonnen, het is een veeleisend stuk voor de acteurs. Je hebt de muziek, de choreografie, de meer dan honderd schermen, het slagwerk, de vloer die opent waarna je plots in een poel vol modder staat, er wordt varkensvlees gebakken op scène, en ga zo maar door. Om je een idee te geven: ik douche en was mijn haar drie keer per voorstelling. Ik heb me op sommige momenten afgevraagd of we dit wel onder controle zouden krijgen, fysiek en mentaal. Maar misschien hoort het wel bij het stuk dat je het nooit helemaal onder controle krijgt.’
Op de vraag of het ook de bedoeling is dat de toeschouwers het nooit onder controle krijgen, antwoordt ze volmondig ja. ‘Als publiek word je ook murw gebeukt door al die prikkels, door de liters nepbloed, tot je als het ware zegt: hou op, dit eindeloze geweld moet stoppen. Op televisie wordt een mens niet meer warm of koud van de zoveelste moord, maar hier, op het toneel, willen we het geweld echt laten vóélen in woord, daad, geur, geluid.’
De parallellen tussen Age of Rage en onze huidige maatschappij, vol welig tierende conflicten, hoef je als toeschouwer niet ver te zoeken. Mensen zijn voortdurend boos en verontwaardigd, over elk denkbaar onderwerp, emoties die breed worden uitgevent op sociale media of bij protestmarsen. Leven we inderdaad in een tijd van woede?
Chris Nietvelt (Turnhout, 1962) wikt en weegt haar antwoord zorgvuldig. ‘Het gaat in de geschiedenis altijd in golfbewegingen, maar ik heb wel het gevoel dat de tegenstellingen groot zijn geworden. Mannen en vrouwen, kleuren, werelddelen, mensen die het spirituele zoeken en zij die pragmatischer zijn: iedereen staat heel hard tegenover elkaar. Toen ik de beelden zag van de bestorming van de Amerikaanse senaat dacht ik: waar zijn we in hemelsnaam mee bezig? Dat soort polarisatie vind ik angstaanjagend. Ook in Nederland zie je dezelfde woede en waanzin, bijvoorbeeld toen de avondklok werd ingesteld. Mensen kwamen op straat, anderen sloten zich erbij aan om bushokjes af te breken en sigarettenwinkeltjes kort en klein te slaan. Het gebeurde ook bij mij in Haarlem, het voelde heel bedreigend.’
Waar komt die peilloze woede vandaan, uiteindelijk gaat die toch niet specifiek over de avondklok?
Ze knikt. ‘Dit soort protesten vertrekt vanuit een veel grotere, haast existentiële ontevredenheid. Dit gaat om niet gezien en niet gehoord te worden. Dat gevoel zit heel diep bij sommige mensen, en dat uit zich, net als in onze voorstelling, in geweld.’
Is er nog hoop om de tegenstellingen te overbruggen? Regisseur Ivo Van Hove zei in een interview dat de kunst ons kan verlossen uit het conflict. Of is dat vooral wishful thinking?
Glimlachend: ‘Goh, ik ben blij dat Ivo nog iets hoopvols zegt. Ik vond dat er in zijn voorstellingen altijd wel een sprankje hoop zat, maar bij Age of Rage dacht ik: waar is het licht? Ivo zei dat het enige hoopvolle misschien was dat alles uiteindelijk nóg erger kan. Ik weet niet of het zo is, maar ik wil wel graag geloven dat kunst inderdaad de drager van de hoop kan zijn, dat het een raam op de wereld vormt waardoor je grondig stilstaat bij die wereld. Zo werkt het althans voor mij.’
Was dat van jongs af aan al zo? U bent opgegroeid in het stille Turnhout. Hoe komt een meisje uit de Kempen erbij om te gaan acteren?
‘Tot mijn veertiende was ik een grijze muis in een blauw schooluniform in het Heilig Grafinstituut in Turnhout. Ze hadden daar het vak ‘Nederlandse expressie’, waarbij de leerkracht me liet kennismaken met poëzie, toneelteksten en muziek. Ik vond het geweldig. Die grijze muis bloeide op slag open. Ik vulde die lesuren in mijn eentje met monologen van Tsjechov, terwijl de anderen toekeken, opgelucht dat ik voor hun de kastanjes uit het vuur haalde.’
Haar ouders hadden niets met theater, zelfs wist ze niet eens dat er scholen voor bestonden. ‘Na een jaar journalistiek deed ik toelatingsexamen bij het Conservatorium in Antwerpen, toen ging de wereld helemaal voor me open. Het was een prachtige tijd, waarin ik les kreeg van de beruchte Dora van der Groen. Er hing altijd een spanningsveld tussen ons, maar tegelijk ook een soort liefde. Ook zij zag iets in mij, en daar kon ik mee aan de slag. Na mijn afstuderen kwam prompt een telefoontje van Gerardjan Rijnders: of ik bij Toneelgroep Amsterdam wilde komen. Ik was stomverbaasd, voelde me als een jonge voetbalspeler die een grote transfer naar het buitenland gaat maken. Nederland was voor mij toen ook echt het buitenland: je betaalde er met guldens, je had een paspoort nodig, ik liep er in het begin helemaal verloren. Gelukkig kwam ik terecht in die warme toneelfamilie. Dat gevoel heb ik nog steeds, en ik prijs mezelf gelukkig dat ik in een echt ensemble zit. Dat bestaat eigenlijk nog amper in Nederland en België.’
De leider van die toneelfamilie, Ivo Van Hove, kwam ze zo al vroeg tegen. Ze werkt nog steeds met hem.‘ Ivo weet me nog altijd te inspireren. Hij zal me nooit hetzelfde vragen als tien jaar geleden. Hij zal zelf ook nooit hetzelfde doen, op die manier groei je mee met elkaar. Ik voel bij hem een grote drang naar waarachtigheid. Hij vraagt soms heel veel, zijn theater speelt zich af op het grensgebied met het echte leven (daar waar het ‘waar-achtig’ spelen zich afspeelt), en waar we uiteindelijk dezelfde normen en waarden hanteren, en dat maakt het waardevol.’
De laatste jaren maakt Nietvelt uitstapjes naar televisie en film, zoals de succesvolle tv-serie Over water, maar haar hart zal altijd bij het theater liggen. ‘De magie van theater is dat je volledig kunt transformeren. Ik kan op de scène iemand van 23 spelen, of een man, of wie dan ook. De codes zijn anders en alles draait om verbeeldingskracht. Op een tv-set ben je veel meer gebonden aan welk lichaam je hebt en wat je al uitstraalt. Je moet het veel kleiner maken dan op het toneel. Het vraagt een heel andere professionaliteit, en dat is niet per se de aanpak waar ik op artistiek niveau bevrediging uit haal. Er gebeurt ook nog zoveel achteraf met je prestatie in de montage, terwijl toneel live is, en elke keer anders. Wat niet wegneemt dat ik het tegenwoordig leuk vind om televisiewerk te doen; ik durf mijn theaterervaring te gebruiken en weet wat ze verwachten.’ Met pretoogjes: ‘En het betaalt natuurlijk beter, en er wordt lekker gegeten.’
Ze kijkt op haar horloge, wil nog uit gaan eten met een vriendin, en daarna nog terug naar Nederland. Mist ze België wel eens? ‘Soms wel. Maar ik heb, mede dankzij mijn toneelfamilie, uiteindelijk wel kunnen aarden in Nederland. Al heb ik ooit toeterend over de Dam gereden en honderden verontwaardigde blikken gekregen omdat ik niet doorhad dat het Bevrijdingsdag was,’ lacht ze.
‘Omgekeerd heb ik het moeilijk met het liberalisme in Nederland, de bezuinigingen op zorg en onderwijs. Dan denk ik: dat hebben we in België beter gedaan. Vroeger laadde ik mijn auto ook vol met spullen uit de Delhaize, want culinair was Nederland een ramp. Dat is gelukkig al veel gebeterd,’ lacht ze. Met die woorden verdwijnt ze de Antwerpse avond in.
ITA Ensemble, Age of Rage. Regie: Ivo Van Hove. Op 7, 8, 9 en 10 oktober in De Singel in Antwerpen. ita.nl / desingel.be
Wraak
In Age of Rage versmelt Ivo Van Hove een reeks Griekse tragedies, voornamelijk van Euripides, met wraak als centraal thema. De Trojaanse oorlog vormt de spil van een reeks conflicten die generaties lang doorwerken en tot steeds meer geweld leiden.
Met deze grootschalige productie sluit Internationaal Theater Amsterdam aan bij eerdere breedopgezette stukken als Romeinse tragedies en Kings of War. De voorstelling is tevens een muzikale samenwerking met Bl!ndman en choreograaf Wim Vandekeybus. Hoofdrolspelers zijn Hans Kesting als Agamemnon, Chris Nietvelt als Klytaemnestra en Gijs Scholten van Aschat als Menelaos.