Kunst maakt een uniek stukje cultuurgeschiedenis in natuurgebied De Maashorst weer zichtbaar. De schaap-scheer-speel-kraal – een scheerplek en speeltuin voor kinderen ineen – van Krijn Christiaansen en Cathelijne Montens (KCCM) is het eerste kunstwerk van een serie van acht die de oude dreven in natuurgebied De Maashorst markeren.

De schoenen en laarzen gaan uit in huis bij schaapherders Wim en Joke Jans in Nabbegat, net buiten het Brabantse Zeeland. Samen met hen én de kunstenaars Krijn Christiaansen en Cathelijne Montens zitten we met kousenvoeten op de koele vloertegels aan de keukentafel. Koffie met koek. Waarover praten zij? Kunst. Kunst in het landschap. Kunst waar boer en kunstenaar samen vorm aan hebben gegeven, om de moderne recreant bewust te maken waar hij is.

Toen het gebied tussen de plaatsen Uden, Zeeland, Schaijk, Oss en Nistelrode nog voor het overgrote deel heide was, kon je je gemakkelijk oriënteren in dit vlakke land: zoek de kerktoren. De beperkte actieradius van onze voorouders maakte een geavanceerder navigatie-apparaat overbodig. De gebaande paden vormden kaarsrechte lijnen tussen de torenspitsen; zo kwam je zonder omwegen waar je wezen moest. Deze ‘snelwegen’ van weleer werden intensief gebruikt door de toenmalige agrariërs die de ommelanden van vlees en wol voorzagen met hun eigentijdse productiemiddel: het schaap. De kudde werd door herder en herdershond voortgedreven over die paden door de hei. Vandaar de benamingen ‘dreef’ en ‘dreven’. Krijn Christiaansen: “En de kronkelige zijpaden van de dreven heten ‘driften’; het wegennet, zeg maar. Het heidelandschap is ooit ingrijpend veranderd met het planten van dennen als productiehout voor de mijnbouw. Daardoor zijn de zichtlijnen verdwenen.” Cathelijne Montens: “En het blijft veranderen. De beheerders van dit gebied, De Maashorst, willen de natuur hier meer zijn gang laten gaan, waardoor het meer zal verwilderen en de dreven nog meer aan het oog onttrokken zouden kunnen worden. Om de dreven toch in beeld te houden, gaan we de beginpunten duidelijk markeren. De schaapskraal hier bij Nabbegat is er daar één van.”

Op het erf van Wim en Joke staan bij de entree de stille getuigen uit het recente verleden: verlaten varkensstallen. Wim Jans: “Vanaf 2001 zijn we langzaam overgegaan van koeien en varkens naar schapen. De aanhoudende ziektes in de jaren daarvoor hebben ons aan het denken gezet.” Joke Jans: “Gek, maar het begon met een bordercollie. We kregen die hond van een kennis. Een echte herdershond. Dat bracht ons op het idee om schapen te gaan houden.” Wim: “We lopen nu tot zo’n veertien kilometer met de schapen. Als het verderop moet, dan laten we ze door een transportbedrijf wegbrengen.”

Wim en Joke Jans en Cathelijne Montens en Krijn Christiaansen bij de kraal.

Stichting Maashorst in Uitvoering (SMIU), die het natuurgebied ontwikkelt, gaf Kunstloc de opdracht om een voorstel te schrijven voor kunsttoepassingen in De Maashorst en een aantal kunstenaars voor te dragen. Tevens is Kunstloc verantwoordelijk voor de projectleiding.
Krijn: “De stichting zocht naar een manier om het verhaal van de dreven te vertellen. Bij ons lag de nadruk op samen met direct betrokkenen te zoeken naar een goede manier om zichtbaar te zijn in het landschap. Niet per se alleen iets fysieks, maar ook levendig.” Cathelijne: “Toen we de opdracht kregen, zijn we opnieuw gaan wandelen door De Maashorst, via via kwamen we bij Wim en Joke uit. We hadden natuurlijk al ideeën, maar we wilden vooral samen zoeken naar een passende manier om hun werk zichtbaar te maken.” Wim: “Je begint er gewoon aan. We kwamen al gauw bij het scheren van de schapen uit, omdat dat natuurlijk een leuke manier is om mensen te laten zien wat we doen.” Krijn: “Een kraal was een prima object om het begin van de Voskampdreef te markeren. Maar wat zouden we daar de rest van het jaar mee kunnen? Zo ontstond het plan er ook een speelgelegenheid voor kinderen van te maken. Dat bleek later nog wel wat voeten in de aarde te hebben, omdat de maten van de schapen in conflict kwamen met de regels voor speeltoestellen: kinderen moeten natuurlijk niet klem komen te zitten, terwijl de schapen binnen de kraal moeten blijven.” Joke: “De leverancier van onze hekken heeft nog goed kunnen helpen bij de uitvoering.” Krijn: “Ja, dat was een gouden greep.”

In een goudkleurige metaalgloed staat de kraal nu net naast de dreef te glimmen. Grappig was de totaal andere werkwijze van Wim, die zonder verdere plichtplegingen de ruimte voor de kraal net iets anders situeerde. “We zouden gewoon te weinig plek hebben om de schapen naar de scheerplek toe te drijven, dus heb ik de hele kraal een stuk opgeschoven.” Krijn: “Wij zijn zo gewend om overal toestemming voor te vragen via soms eindeloos lijkende procedures, dat we verbluft waren dat Wim zo direct aan de slag ging.” Ze lachen er hard om. Het benadrukt de goede verstandhouding. Wim: “Zonder Krijn en Cathelijne was er geen kraal gekomen. Voor ons is het een mooie manier om ons bedrijf te laten zien. En onze schapen.” Cathelijne: “Nu groeit het langzaam verder. Zo is een groepje vrijwilligers aan de slag gegaan met het sorteren van de wol. Een deel van de wol gebruiken ze voor het maken van bijvoorbeeld een spandoek om het scheren aan te kondigen.” Krijn: “En we zoeken naar een ritueel rondom het wandelen met schapen naar de volgende graasplek. Ik ben benieuwd hoe dat er over tien jaar uitziet.”