Tijdens In vennen en velden gaan theater en natuur hand in hand. Jonge makers krijgen er een kans. ‘Het is belangrijk dat er in elk geval één plek is waar men altijd nieuwsgierig is naar wat je doet.’
Toen programmeur Bert Heylen van cultuurhuis de Warande in Turnhout kwam wonen, ontdekte hij al snel dat de natuur rondom een kracht is. Een pandemie en een traditie in voorstellingen op locatie brachten hem in 2020 op het idee een festival buiten te organiseren.
Maar zelfs dat moest geannuleerd worden. Nu komt er een herkansing onder de titel In vennen en velden. Verdeeld over twee dagen zullen negen artiesten op zes verschillende plekken kleinschalige voorstellingen brengen. Het publiek komt te voet of gaat per fiets langs de locaties. ‘Hier gaan natuurbeleving en theater hand in hand’, legt Heylen uit.
Ook al omdat de stad Turnhout zich achter het festival schaart, is gekozen om ook werk van jong talent te laten zien, sommigen zijn groot gebracht in de eigen theaterkweekschool Kaaiman. Bart van Gyseghem, Annelore Van Eyken, Gilles Vanhecke, Mathias van der Goten, Jeff Aendenboom, Paul Govaerts, Lien Tuys, Imke Mol, Luc Brantjes en Eline Vandenbroucke maken het festival.
Achter het ouderlijk huis van Annelore Van Eyken (1992) in Oud-Turnhout bijvoorbeeld was (destijds nog) een bos waar ze Pocahontas speelde. Van het een kwam het ander. Via de jeugdtheateropleiding van cultuurhuis de Warande ging ze naar de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Haar afstudeervoorstelling speelt ze nu in haar geboorteplaats. ‘De cirkel is daarmee rond’, zegt ze lachend.
‘Je moet jezelf zien voordat anderen je graag zien’
En hoe. Want ze keert ook weer terug naar het bos, het Speelbos aan de Klein Engelandhoeve meer bepaald; een van de vele buitenlocaties van het festival. Niet als Pocahontas maar in de voorstelling Zo ver ben ik, en die gaat toch vooral over Van Eyken zelf. De vraag de ze zichzelf stelt is: in hoeverre laat je jezelf zien en wil je gezien worden? Ze maakt een vergelijking: ‘Je kunt roepen dat je honger hebt in de hoop dat iemand een boterham voor je smeert. Maar eigenlijk kun je die het best zelf smeren.’ Ofwel: ‘Je moet jezelf zien voordat anderen je graag zien. Het moet uit jezelf komen’. Verstoppertje spelen is een mooie manier om daar vorm aan te geven. En waar kan je dat beter spelen dan in een omgeving waar je je kunt verstoppen? ‘Ik kom er steeds meer achter dat de locatie een factor gaat zijn straks, maar theatraal biedt het ook mogelijkheden’.
Gilles Van Hecke (1996) en Mathias Van der Goten (1994) uit Antwerpen vormen samen theatercollectief Vielleicht. Op het festival hernemen ze de zomerse vertelling Boca Plena de Llavor in de kromming van een fietsersbrug. Eerder brachten ze deze in een café, een serre en een kraakpand aan de Schelde. ‘Fijn om ze nu buiten te kunnen spelen’, zegt Van Hecke. ‘Onze vriend Jonas De Bruyn had een monoloog geschreven als zijn eindwerk aan het Conservatorium van Antwerpen, afdeling woordkunst, en wij vonden die heel mooi. Hij ging vervolgens op reis naar Barcelona en toen hij terug kwam wilde hij erover schrijven. Toen hebben we voorgesteld om er samen iets van te maken.’
Mathias Van der Goten (ook docent bij jeugdtheaterwerkplaats Kaaiman) is de regisseur van het stuk en Van Hecke acteert en zingt het zoete Quelqu’un m’a dit van Carla Bruni. ‘Wat ons als collectief interesseert is waar we nou begrip kunnen opbrengen of liefde kunnen vinden voor antipathieke figuren die dingen kunnen zeggen die niet altijd politiek correct of sympathiek zijn of begrijpelijk zijn.’ Actueler kan bijna niet.
Boca Plena de Llavor gaat over een jongen die de hele tijd opschept over zijn amoureuze veroveringen en met wie hij allemaal seks heeft gehad. Van Hecke: ‘Stilletjes aan kom je erachter dat hij nog een lief thuis heeft zitten. Het wordt steeds fouter maar je voelt ook dat hij een manier probeert te vinden om met zichzelf te kunnen leven in al zijn zelfhaat.’
Van der Goten: ‘Wat ik mooi vind is dat je in het begin een personage ziet dat bol staat van de testosteron, een echte macho, maar hoe langer hoe meer sluimert de onzekerheid door van de ontluikende adolescentie bij een jongeman die probeert zijn plaats in deze wereld te vinden.’
Van der Goten en Van Hecke voelen zich als jonge makers zeer gesteund door de Warande. Van Hecke: ‘Het is zo belangrijk dat je weet dat er in elk geval één plek is waar men altijd nieuwsgierig is naar wat wij doen en waar men altijd bereid is je te helpen.’
Festival In vennen en velden. Voorstellingen op locatie rond de Klein Engelandhoeve bij Turnhout. Op 14 en 15 mei. warande.be
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.