Soms namen mijnwerkers in plaats van gasdetectielampen gekooide kanaries mee in de dieptes van de steenkoolmijnen. Als zo’n vogel van zijn stokje lazerde, kon je er donder op zeggen dat er mijngas in de pijlers hing: licht, reukloos en enorm brandbaar. Er zijn meer dieren die onheil kunnen voorspellen. Neem de stekelbaars of de kikker. Van de meer dan zevenduizend bekende soorten amfibieën, wordt liefst een derde met uitsterven bedreigd. De Amerikaanse kunstenaar Brandon Ballengée (Ohio, 1974) doet al jaren onderzoek naar kikkers en kikkerdril. Met teams van vrijwilligers trekt hij all over the world de natuur in om steeds opnieuw vast te stellen dat met name amfibieën de meest curieuze anatomische vergroeiingen hebben. Of poten missen. Lang werd gedacht dat uitsluitend vervuiling van hun leefgebied hier debet aan was. De werkelijkheid is weerbarstig. Er zijn vele oorzaken waarom het hommeles is bij de amfibieën. Ook libellen vreten kikkervisjes aan. En kikkervisjes zelf, die hun broertjes en zusjes kannibaliseren. Ballengée heeft ze gefilmd en toont ze in een lichtbak aan het begin van zijn tentoonstelling in Het Domein. Het museum is trouwens bezig aan een sterke serie tentoonstellingen op het snijvlak van kunst en ecologie.
Ballengée is niet alleen kunstenaar, hij is ook bioloog en activist. In zijn kortebroekenjaren richtte hij in de kelder van zijn ouderlijk huis op het platteland van Ohio een laboratorium in waar hij beestjes aan een nader onderzoek onderwierp. De schuur op het erf gebruikte hij als atelier. In Nederland mag de discussie over het huwelijk van kunst en wetenschap dan weer zijn opgelaaid; Ballengée verenigt ze moeiteloos. Terwijl hij over de hele wereld als kunstenaar exposeert, hoopt hij dit jaar nog te promoveren als bioloog. Wat Ballengée in de natuur tegenkomt, presenteert hij weergaloos in musea als Het Domein. Hij fotografeert en scant minuscule gemankeerde amfibieën en vissen en print ze vervolgens in kleur op groot formaat. Het lijken wel ingekleurde röntgenfoto’s. De beelden zijn even huiveringwekkend als prachtig. De kunstenaar is niet uit op archivering, zoals Marc Dion dat deed, een jaar geleden in Het Domein; Ballengée vraagt aandacht en actie, hij maakt van elk levend organisme een individu door het uit te vergroten in lichtbakken of prints van 1.63 meter bij 2,29 meter. Al zijn de beestjes nog zo klein, je komt er niet omheen.
Zijn tentoonstelling is derhalve allesbehalve vrijblijvend. De beelden mogen nog zo kwetsbaar zijn, de begeleidende teksten poëtisch, de muziek speciaal voor misvormde kikkers gecomponeerd, zijn boodschap is luid en helder: bekommer je om de wereld. Niet voor niks fotografeerde hij tekeningen van de duiven, verstopt in Britse archieven, die Darwin in zijn laatste jaren uit alle hoeken van de wereld verzamelde om ze te bestuderen. The origin of species, kom daar vandaag maar eens om.
Onder de titel Love Motel hing Ballengée in de vensters van het museum lampen op die insecten aantrekken. Hij zal die in het voorjaar met schoolkinderen aan een nadere inspectie onderwerpen. De kunstenaar presenteert niet enkel zijn spul in de ijdele hoop dat de een er het juiste over zegt en het bij de ander een belletje doet rinkelen. Waar hij ook verschijnt, haalt hij de omgeving het museum binnen en daagt bezoekers uit een standpunt in te nemen.
In februari ging Ballengée op zoek in de Sittardse Stadsgracht, ooit afvoerputje voor mijnwater. Wat hij zoal tegenkwam, toont hij in een enorm aquarium: een champagnefles, een konijnschedel, een verkeersbord maar ook vissen. Ze zwemmen nu rond in het museum, met akelige tumoren. Of we daar eens over willen nadenken.
Brendon Ballengée – Seasons in Hell. Van 16 februari t/m 29 juni in Het Domein Sittard.