Ver weg van het oververhitte kunsttoerisme is er nog altijd de verstilling van Beaufort, de beeldententoonstelling langs de Vlaamse kusts. YVONNE COX ging twee dagen uitwaaien. ‘Een op hol slaand paard, dat gebeurt. Een tsunami of windhoos, dát zou pas erg zijn.’

Graag op kunstreis, maar vind je Venetië, Frankrijk of Japan een brug te ver? Denk dan ‘Belgische kust en Beaufort24’. Kost niks, je hoeft er niet voor in de rij te staan, of je kostbare data te voeren aan eindeloze reservatiepagina’s.

Met trein, fiets, te voet en de befaamde Vlaamse kusttram bots je op 50 topwerken, als broodkruimels uitgestrooid langs een intrigerende kustlijn. Waar elke gemeente langs die kust haar eigen karakter heeft, en vanuit dat perspectief sinds 2003 meedoet aan de opbouw van een alsmaar uitdijend beeldenpark.

Oké, het vergt op zijn tijd een flink staaltje politieke diplomatie, en dat het in de gemeentehuizen soms knettert, is in heel Vlaanderen geweten. Dan gaat het natúúrlijk over budgetten, en over de aangewezen plekken van de kunstwerken. Maar ook: oppositie die bloed ruikt of een projectontwikkelaar met dollartekens in de ogen moet van goede huize komen om wat voor elkaar krijgen.

Jef Meyer, Untitled, Wesstoer. foto Ann-Sophie Deldycke

Werden bij de eerste editie in 2003 de sculpturen nog vanuit een atelier op het strand of boulevard geplant, inmiddels staan ze ook in dorp en polder, op markt en plein. Er zijn werken die je al van ver spot, zoals die van Arne Quinze, Johan Creten en Marius Ritiu. Maar ook subtiele werken van Stief Desmet, Maëlle Dufour of Pei-Hsuan Wang. Grootvaders van de beeldhouwkunst als Daniel Buren en Richard Deacon zijn present. Er is de opvallende octopus van Laure Provoost die voor ontroering en verbazing zorgt. En werken van Filip Vervaet en Selva Apariciu die rustig datzelfde doen. Els Wuyts, curator van deze editie, hoef je niet uit te leggen hoe bijzonder het parcours is. Ze komt uit Oostende en kent de 67 kilometer lange kuststrook op haar duimpje. Onder haar hoede zijn er 18 nieuwe werken geplaatst. Het is zintuiglijker deze keer, je moet wat meer je hoofd gebruiken. Ook opvallend is hoe ‘stil’ deze triënnale zich manifesteert in het wat overhitte kunsttoerisme. ‘Valt het op, dat iedereen het hier een beeldententoonstelling noemt, en geen festival’, vraagt Wuyts  schalks.

Spannend was de plaatsing van de spiegelende silo van Maëlle Dufour, aan de Franse grens. Het eerste het beste passerende paard sloeg op hol, waardoor de hele installatie naar elders moest. Wuyts: ‘Zoiets gebeurt. Een tsunami of windhoos, dát zou pas erg zijn.’ Had ze dat maar ‘afgeklopt’. Even later krijg ik bericht dat het woord ‘Lost’ van de monumentale windwijzer Lost For Words van Driton Selmani op het duinpad van Blankenberge van zijn hoge poot is gewaaid. Gelost, zeg maar. Die palen zullen dus lager moeten.

‘Binnenkort heb ik afgesproken met de buurt, even bijpraten’

En al twintig jaar lang ontstaat er wel ergens controverse als iets definitief staat. Nu is er de stoelenstapel van Sara Bjarland waarrond de stof nog niet wil gaan liggen. Ook Moeder van Femmy Otten gaat over de tongen. Een ogenschijnlijk klassiek beeld, een liggende naakte hartstikke zwangere vrouw. Dat het een zelfportret is – zo pareert Otten de mannelijke blik die de kunstgeschiedenis domineert. Een oude wereld die je, precies aan de andere kant van de laan, aantreft bij het sensuele beeld De zee uit 1952 van George Grard. Een beeldhouwer die in zijn oeuvre de voorkeur gaf aan vrouwelijk naakt, om er dan allegorische betekenissen op te kleven. De eigenares van de modezaak tegenover Ottens werk zegt terloops: ‘Liever deze, hoor. Zie haar liggen.’

Op een rustig stuk duin, vlakbij het Zeepreventorium in De Haan, staat het ingetogen Al Met Der Tyd van de Taiwanees-Belgische Pei-Hsuan Wang: Aziatische folklore gemixt met een lokale legende over een godin en een vosje. Iets wat enkel de bewoners weten. Voor bezoekers is het evengoed prettig zitten, met twee bronzen wachters die over ze waken.

Femmy Otten, Moeder (2020). foto ZOUT

Ook het paviljoen met fontein van Filip Vervaet in De Panne voelt als een cocon. De aangelegde duinlobben rondom het kerkje refereren naar de duinpannen verderop. De fontijn in het midden is het centrale punt dat het getijdenverschil, dat bijna vijf meter is, zichtbaar maakt. Met de hulp van een astronomische klok ín zee weet je hier ‘live’ of het verderop eb of vloed is. Zo kondigt de zee zich aan, zelfs als ze nog niet te zien is.

‘Ik wilde de zee het podium geven, er een monument voor bouwen’, zegt Vervaet. Als ik vertel dat er twee mensen in het paviljoen naast me zaten, diep onder de indruk, is Vervaet blij. ‘Ja tuurlijk, want ik heb ook wel eens een buurtbewoner op café horen foeteren over wat het kost en of dat nu allemaal nodig is. Die had me nog niet zien zitten (lacht). Binnenkort heb ik afgesproken met de buurt, even bijpraten. Ik weet dat ze het paviljoen wel waarderen.’

Nog zo’n fundamenteel werk van Beaufort24 is van Selva Aparicio. Voor haar werk At Rest vroeg ze bewoners in Nieuwpoort naar hun handafdruk. In bronzen miniatuurvorm zijn ze verwerkt in een melancholisch windscherm. De mevrouw die ik er tref had geen idee dat het handafdrukken waren. ‘Ik dacht blokjes, met houtnerven. Ik was al aan het denken dat het anders wel snel zou vergaan. Maar als u zegt dat het staal en brons is. Schoon. Danku’.

Het gesprek eindigt, ze wenst in stilte te zitten. Gelijk heeft ze. 

Beaufort, Triennial by the Sea. T/m 03.11 langs de Vlaamse kunst. triennalebeaufort.be