Erik Satie kennen we vooral van zijn melancholische pianostukken. Nu gaat het swingende Nederlands Blazers Ensemble met zijn werk aan de haal. Artistiek leider Bart Schneemann legt aan EMILE HOLLMAN uit waarom. ‘We worden enthousiast van muziek die niet voor de hand ligt.’

Ze wisten in het begin van de vorige eeuw in Parijs nauwelijks wat ze met hem aan moesten. De recalcitrante eigenheimer Éric Alfred Leslie Satie uit Honfleur, hij noemde zich Erik Satie, was onhoudbaar op het conservatorium maar ontwikkelde een eigen, voor die tijd revolutionaire minimalistische stijl. Intussen is zijn reputatie groter dan zijn omvangrijk oeuvre. 

Erik Satie (1866-1925) was een van de kunstenaars die de wijk Montmartre aan een imago hielp. Daar, in bar Le Chat Noir, trad de man met sik en bolhoed op als pianist. Om geld gaf hij niks, om reputatie nog minder. 

Hij gaf zijn stukken titels mee als Gedroogde Embryo’s of Dingen die je links en rechts ziet (zonder bril). Zijn Ergernissen kreeg als bijsluiter mee om het stuk 840 keer te spelen. Hij introduceerde geluiden van een typemachine of een pistool of een sirene in zijn stukken en in de partituur kon opeens staan dat de tabak op was. Hij noemde zichzelf geen musicus maar fonometrist, iemand die geluiden meet. ‘De fonologie is superieur aan muziek’, vond hij. ‘Daar zit meer variatie in.’ Evengoed kon hij furieus reageren op recensenten. Het leverde hem zelfs een celstraf op.

Beroemde tijdgenoten als Jean Cocteau, Pablo Picasso, Sergej Diaghilev en Claude Debussy erkenden zijn genie. Toen de laatste hem aansprak op zijn vormloze composities schreef hij Drie stukken in de vorm van een peer – dat overigens uit zes stukken bestaat. Het Nederlands Blazers Ensemble speelde ermee, en maakte de voorstelling Concert in de vorm van een peer.

In de 27 jaar dat hij in Arcueil woonde, kwam nooit iemand op bezoek

Artistiek leider van het ensemble is de in Melbourne geboren en in Venlo getogen hoboïst Bart Schneemann (1954). Hij droeg Satie zelf aan bij zijn blazende kornuiten. ‘Ik was altijd gecharmeerd van de non-conformistische manier waarop hij in het vak stond. Alles wat hij deed was tegendraads.’ En niet alleen in het vak. In 1889 verhuisde Satie naar Arcueil, elke ochtend liep hij tien kilometer naar zijn studio in Parijs en ’s avonds weer tien kilometer terug. In de 27 jaar dat hij in Arcueil woonde, kwam nooit iemand op bezoek. 

Satie was een veelzijdig componist, hij schreef ook voor film en theater – maar nooit een stuk voor blazers. Dus wat wilde Schneemann met Satie? ‘We spelen liefst repertoire dat niet per se voor blazers is geschreven. Richard Strauss schreef symfonieën voor blazers, wij deden liever Die vier letzte Lieder. We worden enthousiast van muziek die niet voor de hand ligt.’

Bart Schneemann en het Nederlands Blazers Ensemble. foto Hans van der Woerd

Het basisidee achter Concert in de vorm van een peer is dat Satie aanschuift in het theater om naar zijn eigen werk te luisteren en te kijken. Ook de dadaïstische film Entr’act van René Clair, op muziek van Erik Satie, met Marcel Duchamp en Man Ray die zitten te schaken op het dak van Théâtre des Champs-Elysées, wordt tijdens het concert getoond. Schneemann: ‘De voorstelling is heel visueel. We maken gebruik van het kanon, het schaakspel en de lijkstoet in de film, maar ook van filmtechnieken die voor het eerst werden gebruikt, zoals slow motion. We beginnen natuurlijk bij de Gymnopédies; daarna komt zijn oeuvre voorbij.’

Satie had een broertje dood aan musici die voortdurend hetzelfde repertoire speelden, of bleven hangen in een eigen stijl – wat hij Debussy verweet. Je moest jezelf blijven vernieuwen. Dus gaat het NBE, aldus Bart Schneemann, ‘niet braaf Satie-stukken spelen. Hoe schitterend die Gymnopédies ook zijn.’

Is het lastig om pianowerk om te zetten naar blazers? Schneemann: ‘Dat viel wel mee, al was het soms een tour de force. We hebben voor elk stuk een andere componist/arrangeur gevraagd, waardoor ze een eigen karakter krijgen. Soms zijn de interpretaties heel vrij, zoals die van Micha Hamel die de Gnossiennes bewerkte tot een soort zigeunermuziek. Het voordeel is dat pianomuziek er niet per se slechter van wordt omdat je veel meer kleur kunt maken en toevoegen met de bezetting die we hebben. Naast blazers gebruiken we ook een duduk (een oud Armeens blaasinstrument, gemaakt van abrikozenhout, red.), een harp, allerlei slagwerk en een viool.’

Santiago Rusiñol, Erik Satie achter het harmonium (1891).

Naast muziek en beeld worden ook Satie’s teksten gebruikt. Diens ‘in kunst schuilt geen waarheid’ noemt Schneemann de essentie van de voorstelling. ‘Dat is nou precies wat er sympathiek is aan Satie: dat de kunst niet een grote K moet hebben, maar ook in het variététheater thuishoort of op de hoek van de straat of achter een begrafenisstoet in Parijs. En liever op het dak van het theater dan in de zaal. Niet het pluche, niet de stropdas, niet het dure ticket of braaf klappen, de kunst zou veel non-conformistischer moeten zijn’. 

Volgens Schneemann droeg Satie een pak en een bolhoed omdat die een wereld vertegenwoordigen waar hij tegenaan wilde schoppen. ‘De kunst is sindsdien eerder meer elitair geworden dan minder. Het gaat vaak om de kleren van de keizer, en er gaat veel geld in om. Hij was wars van pretenties. Als Satie bij onze voorstelling echt op de eerste rij zou zitten, dan zou hij tevreden zijn. Hoe extremer we met zijn muziek omgaan, hoe beter.’ 

Nederlands Blazers Ensemble, Concert in de vorm van een peer. Tournee met optredens in o.a. Nijmegen, Breda, Tilburg en Helmond. nbe.nl