De stad Luik heeft grote culturele ambities die in 2017 (Wereldtentoonstelling) en 2018 (Maastricht Culturele Hoofdstad ) verzilverd kunnen worden. Beide steden moeten zich veel meer inspannen om hun culturele activiteiten over en weer onder de aandacht te brengen, vindt de Luikse cultuurwethouder Jean Pierre Hupkens.

door Paul van der Steen

“Mensen moet minder bezig zijn met waar ze vandaan komen. De vraag waar ze naartoe gaan is veel interessanter”, zegt wethouder Jean Pierre Hupkens. In zijn wildste dromen ziet de wethouder van de Parti Socialiste grote beeldschermen staan op in het oog lopende plekken in zijn stad en in Maastricht. “In Maastricht moeten ze kunnen zien wat hier te doen is. In Luik wat bij jullie gebeurt. Het zal voorlopig wel bij een droom blijven, want zoiets is een behoorlijk dure grap. Maar het geeft aan dat je veel meer zou kunnen doen om culturele activiteiten over en weer onder de aandacht te brengen: met gezamenlijke tarieven, uitwisseling van kaartjes en het regelen van vervoer.”

Het stoort de wethouder dat de culturele werelden van Luik en Maastricht nog sterk gescheiden zijn. “Op andere terreinen weten de mensen elkaar veel gemakkelijker te vinden. Ze winkelen in elkaars steden. Met carnaval trekken een heleboel Luikenaren naar Maastricht.”
Jean Pierre Hupkens werkt niet bij de andere Luikse wethouders en ambtenaren, maar resideert met zijn medewerkers boven het VVV-kantoor aan de Féronstrée, een straat in het oude deel van de Waalse stad. De bestuurder zelf houdt kantoor op zolder, onder een monumentaal dakgewelf.
“De uitwisseling van collecties tussen het MAMAC en het Bonnefantenmuseum sluit mooi aan bij al bestaande samenwerking tussen Luik en Maastricht op het gebied van theater, opera en klassieke muziek”, vindt Hupkens. Ook op het terrein van de beeldende kunst hoeven de Luikenaren en de Maastrichtenaren niet helemaal op nul te beginnen, geeft Laurent Jacob, curator van Espace 251 Nord, aan. Hij verwijst naar eerdere samenwerking tussen zijn galerie en Hedah, het centrum voor hedendaagse kunst in Maastricht. “After cage, een samenwerking waarbij ook nog eens instellingen in Aken en Hasselt betrokken waren, was ook zo’n project. Veel van de onderlinge contacten zijn informeel gebleven. Met de uitwisseling tussen het Bonnefantenmuseum en het MAMAC wordt het formele, superieure niveau bereikt. Dat kan weer een soort locomotief zijn voor allerlei nieuwe ontwikkelingen.”
Hupkens verwijst naar een project dat op stapel staat. “Buitenlandse kunstenaars worden uitgenodigd om tijdelijk te komen wonen en werken in Luik, vlakbij Espace 251 Nord. Daar wordt ook een voormalige bioscoop verbouwd, waarin atelierruimte beschikbaar komt.” Jacob: “We gaan ook studenten van de Jan van Eyck Academie in Maastricht stimuleren om Luik als hun uitvalsbasis te kiezen.”
Jardin d’hiver/Wintertuin wordt gefinancierd met gelden van Liège Métropole Culture 2010 (de Waalse, kleinschalige variant van culturele hoofdstad) en met Europese fondsen in het kader van het EU-voorzitterschap dat dit half jaar toevalt aan België. De tentoonstelling van hoogtepunten uit de collectie van het Maastrichtse Bonnefantenmuseum is voor het MAMAC een voorschotje op de verbouwing. “Voor 24 miljoen euro wordt het museum verbouwd en komt er een nieuwe vleugel”, legt Jacob uit. “Het vernieuwde gebouw wordt een tentoonstellingshal zonder eigen collectie waar wisselende exposities op het gebied van beeldende kunst gaan plaatsvinden. De collectie klassiek-moderne kunst van het MAMAC verhuist dan naar het Musée de l’Art Wallon, dat daarvoor ook nog zal worden aangepast.”
Hupkens: “Het vernieuwde MAMAC ligt straks op de as die loopt van het station van Santiago Calatrava naar de nieuwe Médiacité aan de andere kant van de Maas.” Om dat toekomstvisioen van de wethouder waarheid te laten worden, moet nog veel werk worden verzet: voor de indrukwekkende TGV-halte van de Spaanse toparchitect ligt nu nog een allegaartje van gedateerde huizen, braakliggende terreinen en een weinig inspirerend gebouw van de Franstalige omroep RTBF.
Contacten als die tussen het MAMAC en Bonnefantenmuseum passen ondertussen goed bij de ambitie van Maastricht om zich met de Euregio kandidaat te stellen als culturele hoofdstad van Europa in 2018. Een jaar eerder wil Luik plaats van handeling zijn voor een kleine editie van de wereldtentoonstelling. De inzendingen van dik 150 landen moeten dan te zien zijn in de noordelijke wijk Coronmeuse, waar ook in 1939 een wereldtentoonstelling plaatsvond. Na afloop van de Expo 2017 moet het terrein veranderen in een ecowijk, een modelbuurt voor een duurzame toekomst.
Dat Luik de wereldtentoonstelling krijgt, staat overigens nog allerminst vast. Zoals Maastricht voor culturele hoofdstad concurrentie heeft van onder meer Brabantstad, Den Haag en Almere, zo moet de Waalse stad het voor het binnenhalen van de expo opnemen tegen onder meer Sydney, Belgrado, het Canadese Edmonton en de Kazachse hoofdstad Astana.