Op de openingsdag van Musica Sacra gaat alle aandacht naar Lambertus (± 635-705), de laatste bisschop van Maastricht. Politieke tegenstellingen beheersten zijn leven en werden uiteindelijk zijn dood. Maar de moord op Lambertus zorgde voor nieuw en bestendig leven: de stad Luik.
Een martelaarsdood werd er later van gemaakt. Als bisschop zou Lambertus zijn vorst Pepijn hebben aangesproken op diens overspeligheid en daarmee zijn doodvonnis hebben getekend. Daarmee stierf hij gestorven als strijder voor de huwelijkstrouw en verdediger van het zevende gebod. “In werkelijkheid kwam hij om in een vendetta”, stelt historicus Régis de la Haye, die zich verdiepte in het leven van de laatste bisschop van Maastricht. De tegenstelling tussen Merovingers en Karolingers, die Lambertus’ leven had beheerst, werd zijn noodlot. Terwijl hij op bed lag in een Romeinse villa op de plek van het huidige Luik boorden belagers speren het dak in zijn lichaam.
Lambertus had aan de kant van de Merovingers gestaan. Maar uit machtsoverwegingen hadden de Karolingers er alle belang bij om de bisschop postuum alsnog hun kamp binnen te trekken. Vandaar dat ze er geen bezwaar tegen maakten dat er op de plek van de moord direct na Lambertus’ dood een devotie ontstond. De wonderen die er werden opgetekend (blinden die opeens konden zien, lammen die weer konden lopen) leidden prettig af van het werkelijke, door en door politieke verhaal. De villa waar de moord had plaatsgehad, maakte plaats voor een gedachteniskerk, de voorloper van de huidige kathedraal van Saint-Lambert. “Luik is ontstaan door een moord. Misschien wel als enige stad in de wereld.”
De meest voor de hand liggende bronnen bij onderzoek naar de Maastrichtse bisschoppen uit de vroege Middeleeuwen vormen de vitae, de beschrijvingen van heiligenlevens. Wie er de toenmalige werkelijkheid uit wil destilleren, moet deze biografieën avant la lettre weten te lezen. De la Haye vergelijkt het met Bijbelexegese. “Het begint met permanent vragen stellen. Wie schrijft? Voor welk publiek? Wat? Waarom? Wanneer? Een behoorlijk deel van de teksten kun je meteen wegschrappen. Dan gaat het om de clichés van het genre. Bijvoorbeeld dat de beschreven persoon al tijdens zijn jeugd tekenen van heiligheid vertoonde. En hele passages zijn soms met een soort copy/paste overgenomen uit andere vitae.”
Overblijvende gegevens lijken in het geval van Lambertus ook aanleiding te geven tot twijfel. Vanwege politieke verwikkelingen rond het jaar 675 werd hij vervangen door tegenbisschop Faramundus en volgden zeven jaar van ballingschap in het klooster van Stavelot. Opgeteld zou Lambertus veertig jaar bisschop van Maastricht zijn geweest.
Zeven. Veertig. Het zijn heilige getallen. Toch denkt De la Haye niet dat daar bewust op gestuurd is in de beschrijving van Lambertus’ leven. “Die zeven jaar zijn waarschijnlijk echt zeven jaar geweest. Die veertig jaar is een wat onnauwkeurige schatting. Dat zijn er zo’n 35 geweest.”
Het katholieke geloof leefde in Lambertus’ tijd vooral in de (nog betrekkelijk kleine) steden. De la Haye: “Bisschoppen, ook Lambertus, gingen wel missioneren op het platteland, maar daar hielden mensen nog sterk vast aan een soort animisme vermengd met restanten van de Romeinse religie. Verering van Jupiter en Minerva kwam nog voor.” Van de eerste bisschoppen kennen we er een aantal alleen uit de overlevering. Sommigen, zoals Servatius, zijn overduidelijk een verzinsel.
Het lichaam van Lambertus werd nog op de dag van de moord naar Maastricht gebracht en daar bijgezet. In 718 haalde zijn opvolger Hubertus, die definitief had gekozen voor Luik als vestigingsplek, de stoffelijke resten naar die plaats. De aanwezigheid van een graf en de betekenis van Lambertus voor het ontstaan van Luik maakten dat de devotie in die stad zich veel sterker ontwikkelde dan in Maastricht. Ook Hubertus kreeg zijn plekje in de eregalerij van voorbeeldige katholieken. Schutspatroon van de jagers (met de bijbehorende legende van het hert met het kruis tussen het gewei) zou hij pas eeuwen later worden.
De Franse Revolutie vormde een breuk in de Lambertusdevotie: het Luikse volkslied bezong niet langer Lambertus’ leven, en patriotten sloopten in de jaren negentig van de achttiende eeuw de kathedraal van Saint-Lambert, die ze als een “monument van hoogmoed en eigenbelang” zagen. Maar de verering overleefde uiteindelijk alle stormen.
De Maastrichtse aandacht richtte zich voornamelijk op Servatius. Van hem ‘bestonden’ relieken en die werden bewaard binnen de eigen muren. In werkelijkheid werd de heilige gecreëerd door de zesde-eeuwse bisschop Monulfus. Aan de hand van niet meer dan volksverhalen. Een beginnende kerk had behoefte aan plaatselijke helden.
Régis de la Haye houdt op 16/0 om 19.00 uur een lezing over de vier Maastrichtse stadsdevoties in Theater a/h Vrijthof. Om 20.00 uur is er de marionettenvoorstelling La saga de Saint Lambert te zien. Om 22.00 uur klinken in de Ursulinenkapel (Capucijnenstraat) uit mannenstemmen de Psallentes – Gesta Sancti Lamberti.