De Benedictijnenabdij bij Vaals is gebouwd volgens streng geometrische principes. Die komen terug in een compositie voor acht cello’s die Kate Moore speciaal voor deze locatie schreef. “Aan de ene kant gaat het om respect voor wetten en tradities, aan de andere kant om het zoeken naar vrijheid binnen die grenzen.”

“Toen ik een jaar of tien, elf was, ging ik in Sydney naar een concert door acht cellisten. Ik was toen zelf ook net met de cello begonnen. Het octet speelde het geijkte repertoire voor die bezetting, zoals de Bachianas Brasileiras van Villa-Lobos, maar ook Fratres van Arvo Pärt en werk van Australische componisten. Arvo Pärt was zelf in de zaal. Toen het stuk was afgelopen, werd er een spot op hem gericht en nam hij het applaus in ontvangst. Het was de eerste keer dat ik een levende componist zag bij een uitvoering van zijn eigen muziek. Het maakte diepe indruk op mij.

Ik ben in Engeland geboren en in Australië opgegroeid. Daar ben ik ook begonnen met de studie compositie. Ik ben naar Nederland gegaan omdat ik hier familie heb en omdat ik verder wilde studeren bij Louis Andriessen. Hij deed dingen in de muziek die ik al veel langer voelde. Ik heb les van hem gehad en heb nog steeds heel veel respect voor zijn muziek, maar denk dat ik inmiddels mijn eigen stijl heb ontwikkeld. Al doende vind je je eigen techniek en je eigen thema’s.

Een belangrijk thema in mijn werk is ruimte. In het Rain Project, afgelopen september in Korzo in Den Haag, heb ik samengewerkt met beeldend kunstenaar Yoko Seyama. Het bestond uit een watersculptuur rondom het trappenhuis van het theater en een klanksculptuur van verschuivende harmonieën door meer dan tachtig zangers. Het geluid van druppelend water vormde onderdeel van de compositie. Een werk als dit vormt een eenheid met de ruimte waarin het wordt gespeeld.

Koordirigent Jos Leussink [ex-programmamaker bij de KRO en lid van de programmacommissie van Musica Sacra, DL] was betrokken bij het Rain Project en ook al bij een eerder stuk van mij. Hij nodigde mij uit om een nieuwe compositie te schrijven voor Musica Sacra, speciaal voor de Benedictijnenabdij in Mamelis bij Vaals.

De abdij werd gebouwd door pater-architect Dom Hans van der Laan volgens streng geometrische principes. Die geometrische verhoudingen komen terug in het stuk. Dat zit hem in de samenklank van de acht cello’s waarvoor het geschreven is. In die zin is alle muziek geometrisch, want stemming en harmonie in de muziek staan altijd in natuurkundig bepaalde, getalsmatige verhoudingen tot elkaar. En het zit hem in de structuur van het stuk, bijvoorbeeld de verhoudingen tussen de verschillende delen van de compositie. Maar de geometrie vormt ook de basis van de ruimtelijke eigenschappen van de muziek. De acht cellisten van het Cello8ctet Amsterdam zitten op verschillende plekken in de kruisgang van de abdij. Het geluid beweegt door de ruimte.

Om de strenge harmonie en de perfecte proporties van de abdij van Dom van der Laan te ervaren, hoef je niet tot in detail te weten welke principes en verhoudingen eraan ten grondslag liggen. Als je er bent, voel je het. Dat geldt ook voor mijn compositie. Als luisteraar hoef je niet precies te begrijpen hoe het in elkaar zit. Het stuk duurt ongeveer twintig minuten en wordt niet gecombineerd met andere muziek. Het wordt voor die korte tijd onderdeel van de abdij. Het is geen gewoon concert. Je gaat er naartoe zoals je naar een sculptuur gaat kijken.

De werktitel van het stuk is No man’s land, omdat het voor de binnenhof van de abdij is geschreven: niet echt in de abdij, maar ook niet erbuiten. Het is geen religieus stuk in de gebruikelijke betekenis van het woord. Het heeft geen directe religieuze inhoud en er zitten geen verwijzingen in naar religieuze muziek. Maar op een bepaalde manier is het wel gewijd, sacred. Als componist kun je je natuurlijk niet onttrekken aan de religieuze achtergrond van veel van onze westerse muziek. Maar dat is niet alles. Het thema van Musica Sacra 2011 is De vreugde der wet. Dat slaat op de vijf boeken van Mozes, de bijbelse wet. Aan de ene kant gaat het om respect voor wetten en tradities, aan de andere kant om het zoeken naar vrijheid binnen die grenzen. Dat zit ook in de muziek. De techniek, de structuur en de geometrie disciplineren. Ze bieden controle, maar tegelijkertijd geven ze inspiratie en energie.”

De wereldpremière van No man’s land van Kate Moore in Mamelis is op 17 september om 15.15 uur. Aansluitend om 17 uur vespers. (Busvervoer vanaf Theater aan het Vrijthof)