Drie maanden lang, zes dagen per week produceren kleermakers in het Bonnefanten maatpakken die eindigen aan de muren van het museum. BACA-winnares Laura Lima, die ze ontwierp, wil dat de kleermakers ze de uitstraling geven van geschilderde portretten. “Ik maak kleding voor mensen, nu moet ik kostuums maken voor… lijsten.’
Ook na de opening van de BACA-tentoonstelling op 26 september bleven vijf zalen leeg. Zalen die leiden naar de tailorshop, een naaiatelier met professionele apparatuur, met kleermakers en hun assistenten. Zo krijgt de presentatie van BACA-laureaat Laura Lima pas gaandeweg vorm en volume. De kleermakers nemen Lima’s kostuumontwerpen in productie. Als een kostuum klaar is, krijgt het een plek aan de muur. Aan het einde van de tentoonstelling zijn de aanvankelijk lege zalen ermee behangen.
Laura Lima maakte 24 schetsen voor de kleermakers. Ze moeten het ontwerp van de kunstenaar volgen, maar kunnen via hun eigen techniek een bescheiden stempel op het werk zetten. Uiteindelijk zullen de ontwerpen, aan twee kanten gedetailleerd, een samenhangend geheel vormen. Het publiek mag de kleermakers op de vingers kijken. Die worden desondanks geacht geconcentreerd door te werken. Haastwerk is verboden: Lima wil vooral aandacht voor vakmanschap.
Ontwerpster Tilly Zegers (Grashoek, 1958) was de eerste kleermaker die besloot mee te doen aan het project. Eerst werd ze gevraagd mee te denken over de inrichting van de tailorshop. “Toen ik hoorde dat ze ook kleermakers zochten, dacht ik: ‘Deze kans komt nooit meer voorbij’. In mijn atelier werk ik autonoom of in opdracht, maar nooit conceptmatig. Dit is een buitenkans om eens iets heel anders te doen.”
Zegers moest wel haar agenda reorganiseren omdat ze alweer in vol bedrijf is om kostuums te maken voor de carnaval van 2015. “De uitdaging is om heel anders te gaan denken. Ik maak kleding voor mensen, nu moet ik kostuums maken voor… lijsten. Meestal werk ik alleen. In het Bonnefanten kijkt het publiek op mijn vingers.”
Zegers ontmoette Laura Lima op een bijeenkomst in het Bonnefanten waar de Braziliaanse kleermakers probeerde te interesseren voor het project. Tijdens de tentoonstelling is Lima afwezig, ze laat haar ontwerpen achter. “Als ik terugkom,” zegt Lima, “is het als bezoeker van mijn eigen tentoonstelling. Ik open de tailorshop en laat me bij terugkeer verrassen.”
Wat Lima vooral aantrekkelijk vindt, is het publiek te laten zien hoe een idee zich kan ontwikkelen. “Dat is van zoveel factoren afhankelijk. Risico nemen is onontbeerlijk in de kunst. Ik ben geen kamikaze-kunstenaar hoor, yot zekere hoogte behoud ik de regie. Het is niet zo dat de kleermakers mijn ontwerpen helemaal naar hun hand kunnen zetten. Het is geen entertainment, en ook geen poging om het publiek te pleasen.”
Tilly Zegers, die atelier houdt in Panningen, kent de Lima-kostuums alleen van foto’s van een tentoonstelling in Brazilië. Daar experimenteerde ze voor het eerst met kostuums in lijsten. Nog zonder naaiatelier overigens, die toevoeging is een Maastrichtse primeur.