In 2012 werden de productiehuizen, gesubsidieerde broedplaatsen voor theatertalent, wegbezuinigd. Het Huis van Bourgondië verdween, na enige omwegen neemt Via Zuid een deel van die rol over. “Minister Bussemaker volgt ons.”
Een tikkeltje bizar is het wel. Karin van Leeuwen was 22 jaar lang zakelijk leider van theaterwerkplaats Het Huis van Bourgondië in Maastricht. Daar waar bekende theatermakers als Peer Wittenbols, Rob Ligthert, Ramsey Nasr, Ilay den Boer en Hadewych Minis zichzelf mochten uitvinden toen ze net van de Toneelacademie kwamen. Totdat staatssecretaris Halbe Zijlstra grote bezuinigingen doorvoerde bij de culturele instellingen. Als dank voor bewezen diensten mocht Van Leeuwen zelf het licht uitdoen.
In een doorstart zag ze niets, zei ze in januari 2013 in Zuiderlucht. “We zouden de fysieke plek kwijtraken en qua organisatie gereduceerd worden tot een artistiek en een zakelijk duo.”
Tweeëneenhalf jaar later vindt ze zichzelf terug in exact die positie. Sinds enkele maanden vormt Karin van Leeuwen de zakelijke wederhelft van Jackie Smeets. Samen vormen ze Via Zuid, makelaars in theatertalent. Eerder gaven Christophe Aussems en Esther de Koning hun opdracht bij Via Zuid, dat voorjaar 2013 van start ging, terug. De stichting heeft jaarlijks vier ton te vergeven om jong theatertalent te begeleiden. “Laten we maar niet miezemuizen over het verleden”, blikt Van Leeuwen terug op de afgelopen, woelige jaren.
“Het is een andere tijd, we proberen onder een andere constructie de zelfredzaamheid van makers maximaal te ondersteunen.”
De bezuinigingsboodschap van Halbe Zijlstra was in 2012 nog niet uitgevaardigd of de provincie Limburg reserveerde zelf geld voor talentontwikkeling. Jarenlang waren ‘jong’ en ‘talent’ kernbegrippen in het provinciaal beleid, dus de geloofwaardigheid stond op het spel. Tot 2017 mag Via Zuid bewijzen onmisbaar te zijn om theatertalent op weg te helpen. Aan het enthousiasme van Van Leeuwen en de in de theaterland goed ingevoerde Smeets zal het niet liggen. Samen delen ze een baan, de kosten proberen ze zo laag mogelijk te houden.
Ex-journaliste Jackie Smeets organiseerde de laatste jaren tal van culturele evenementen in vooral Midden-Limburg. Ze was onder meer actief bij het Limburg Festival. Zo bouwde ze een netwerk op dat naar eigen zeggen onontbeerlijk is voor een talentmakelaar. In die rol maakt ze connecties tussen opleidingen, instellingen, festivals en uiteraard de talenten zelf. Ze spreekt van een bijzondere positie. “Limburg is de enige provincie met deze constructie. Minister Bussemaker volgt ons. Misschien is Via Zuid een pilot die ook landelijk ingevoerd kan worden.”
Smeets koerst vooral op intuïtie. “Ik ben geen dramaturg en ook geen artistieke coach. Ik ga me niet bemoeien met de artistieke inhoud van een voorstelling of project. Het initiatief ligt bij de makers. Samen met hen bekijken we wat nodig is om hen verder te helpen, en stellen we doelen die gehaald moeten worden. Dat kan op zakelijk gebied zijn, maar we kunnen ook helpen met de productie van een voorstelling en vooral onze kennis, ervaring en ons netwerk inzetten.” Van Leeuwen: “We helpen ze hun praktijk vorm te geven, wijzen welke wegen ze kunnen bewandelen.”
Wie behoefte heeft aan zulke steun, moet om te beginnen zelf een plan maken. Uiteindelijk moet de samenwerking resulteren in een voorstelling, een concert of debat in de provincie Limburg of de Euregio. “We zijn er dus niet om een begroting sluitend te maken”, waarschuwt Van Leeuwen alvast. “De bedoeling is een bijdrage te leveren aan een goed cultureel klimaat.”
Na 2016 is de proefperiode voorbij en wordt bekeken of Via Zuid door kan gaan. Van de vier ton die jaarlijks beschikbaar is, komt 50.000 euro van de gemeente Maastricht, de rest van de provincie Limburg.
Elk talent dat Via Zuid omarmt, kan werken met een bedrag tussen de 2.500 euro en 25.000 euro. Sommigen kunnen langer dan een jaar op steun rekenen, anderen krijgen hulp voor de duur van een project. Via Zuid denkt zo een kleine twintig vormgevers, dansers, musici, theatermakers, schrijvers, en performers aan te kunnen. “We richten ons op de eerste vijf jaar na hun afstuderen, maar we gaan dus niet pamperen”, zegt Smeets. “Ze moeten aantonen zelf organiserend vermogen te hebben.”
Zoals Rebecca Downs (18) uit Roermond, net afgestudeerd als scenograaf aan de Toneelacademie in Maastricht. Ze snuffelde al bij Het Laagland en Cultura Nova en werd door een docent gewezen op Via Zuid. “We kunnen veel voor haar betekenen”, zegt Jackie Smeets. “Al weten ze zelf vaak niet wat ze al in huis hebben. Dan blijken ze al een netwerk te hebben zonder dat ze zich dat realiseren.” Van Leeuwen: “Soms kun je in een uur praten al heel wat doen voor het zelfvertrouwen van zo’n jonge maker.”
Van Leeuwen, gepokt en gemazeld in het Maastrichtse circuit, vindt de entree van Jackie bijzonder omdat ze een relatieve buitenstaander is. “Ze is spannend omdat ze andere mensen kent, andere contacten heeft en makkelijk kan schakelen tussen de disciplines. Ze maakt mijn blikveld en dat van vele makers daarmee in een klap meer divers. En dat is een verrijking.”
Boven: Karin van Leeuwen (rechts) over Jackie Smeets: “Ze is spannend omdat ze andere mensen kent.” Foto: Perry Schrijvers