…Grande Dame in de oude muziek
Deze maand eert Seattle leven en werk van Margriet Tindemans (1951-2014). “Ze was solide als een rots en schitterend als vuurwerk.”
De dankbare stad waar Margriet Tindemans bijna dertig jaar woonde, heeft zich voorgenomen haar niet te vergeten. Ze is opgenomen in de galerij van de stadsheiligen van Seattle. Het gemeentebestuur riep 20 december uit tot Margriet Tindemans Day. Op die dag zou zij voor het laatst het door haar opgerichte Medieval Women’s Choir hebben geleid. Zij vocht om het bed nog één keer te verlaten voor het theater, maar het lukte niet. De kanker had haar lijf al te zeer verzwakt.
Zo eindigde, een halve aardbol verwijderd van haar geboortehuis in Nederweert, het leven van Margriet Tindemans op 63-jarige leeftijd. Een leven, relatief kort, maar buitengewoon rijk. Overal waar zij was, klonk het geluid van de middeleeuwen, van snaar en fluit, van zang, van oude muziek.
Drie maanden na haar dood, op een zondagmiddag in april, verzamelt zich in de boerenwoning van broer Jan Tindemans in Nederweert-Eind een bont gezelschap van vrienden, familie en vooral musici. Zo kreeg Margriet, zo ver weg gestorven, een herdenkingsbijeenkomst op Limburgse geboortegrond, in Nederweert, de plek waar het allemaal begon.
Margriet Tindemans wordt in 1951 geboren in een onderwijzersgezin van drie meisjes en twee jongens. Slimme koppen, bollebozen. Talent en begaafdheid hebben hier niet op een onsje gekeken. In huize Tindemans wordt gelezen en gemusiceerd. Maar de mens is niet alleen geest. Moeder, huishoudlerares, is een virtuoos in de keuken. De kunst van het koken, de waardering voor een goed maal en vooral ook de gastvrijheid, geeft zij door aan haar kinderen. Bij Tindemans staat altijd iets op tafel.
Terwijl de rest van de Tindemansen uitwaaiert naar onderwijs, bestuur en wetenschap, is de muziek voor Margriet. In 1969 gaat zij naar het conservatorium in Maastricht. Ze studeert blokfluit bij Joannes Collette en viool bij Tibor Berkovitsj. “In die tijd was Margriet geen prater, wat ze voelde vertelde ze via het musiceren”, zegt Fiet Nafzger, een van haar vriendinnen. Als een spons zuigt ze kennis op. Nafzger: “Aan het begin van een vakantie kon ze samen met vriendin José een dag lang zitten lezen, liefst op de grond, ondersteund door koppen koffie en sigaretten. Als ik wel eens mijn hoofd om de deur stak, was het duidelijk dat ik maar beter niet kon storen: lezen, lezen, lezen.”
Het is leermeester Joannes Collette die de vrouwen de weg naar de oude muziek wijst. Hij geeft zijn twee vedels aan Margriet en Fiet en vraagt of ze maar eens willen proberen daar iets op te spelen. Collette laat de instrumenten vergezeld gaan van een muziekstuk van Jacob Obrecht: Ic draghe de mutse clutse. Voor de vrouwen gaat een wereld open. Nafzger: “Dit was bijzonder: er bestond dus al eerder dan Bach interessante muziek.”
Langzaam stapt Margriet over van viool naar de middeleeuwse viola da gamba. “De vioolklank vond ze te hoog”, herinnert Nafzger zich. “De gamba paste haar perfect. Gaandeweg is ze ook de vedel op haar knie gaan spelen.”
Intussen ontpopt ze zich steeds meer als docent. Saskia Coolen van Camerata Trajectina die in Maastricht vlakbij Margriet woonde, herinnert zich haar adviezen nog goed. “Zij was ongelooflijk to the point. Kon snel en precies zeggen wat beter kon. Ik heb heel veel van haar geleerd. Ze had geen stokpaardjes.” Margriet heeft ook oog voor andere dingen. Bij Louis Grijp, nu hoogleraar liedcultuur, kan zij het niet aanzien dat hij steeds rondsjouwt met een kolossale Turkse luit die hij bij gebrek aan beter maar in enkele vuilniszakken verpakt. Margriet naait een perfecte zak voor het instrument. Grijp heeft zijn luit er nog steeds in zitten. De oude muziek komt bij deze jonge vrouwen tot nieuw leven in groepen als Syrinx en Camerata Trajectina. Maastricht en Utrecht worden brandpunten van nieuw elan. En vaak treffen noorderlingen en zuiderlingen zich voor repetities in de gulle entourage van huize Tindemans in Nederweert, ongeveer halfweg.
Het leven gaat verder.
De Duitse groep Sequentia komt op haar pad. Margriet past precies in het in Keulen gevestigde ensemble voor oude muziek. Sequentia wordt een uithangbord voor de Duitse cultuur; royaal begiftigd door het Goethe Instituut trekt het ensemble de wereld door. Van India naar Libanon, van Marokko naar Sudan, van Brazilië naar de Verenigde Staten. Van 1980 tot 1987 is de wereld het werkterrein van de groep. Op al deze tournees is Margriet “solide als een rots en schitterend als vuurwerk”, schrijft leider Benjamin Bagby van Sequentia in een In Memoriam. Tussendoor zijn er plaatopnames voor het gerenommeerde label Deutsche Harmonia Mundi. De groep verwerft wereldfaam met het vertolken van de muziek van de middeleeuwse mystica Hildegard von Bingen.
Dit leven van reizen, plaatopnames, masterclasses, was nog wel even doorgegaan als Margriet bij een optreden van Sequentia in Seattle niet Dick Templeton had ontmoet, een man met een buitengewone interesse in oude muziek. En in Margriet. De twee krijgen een relatie en een tijdlang probeert Margriet Seattle en Keulen te combineren. Maar alle goede voornemens leggen het toch af tegen de reusachtige afstand. Midden 1987 is het voorbij.
Een nieuw tijdperk begint. Adieu Europa, leve de VS. Masterclasses, ensembles, koren. Amerika is nauwelijks groot genoeg voor Margriet. Van Californië tot New York wordt haar expertise gevraagd. Ze is een van de meest gevraagde muzikanten op het gebied van oude snaarinstrumenten wereldwijd, is enige tijd directeur van het Northwest Center for Early Music Studies in Seattle en is verbonden aan de muziekfaculteit van the University of Washington. Na de dood van Dick Templeton trouwt ze met Judith Suther.
Deze maand zal Seattle, de stad die ze zoveel gaf, haar eren met een grote herdenkingsbijeenkomst. De laatste woorden zijn voor Ben Bagby. “We zullen ons haar dynamiek herinneren, haar moeiteloze muzikaliteit en haar instrumentaal meesterschap.” Een vrouw die voor zichzelf “de hoogste maatstaven aanlegde en anderen inspireerde hetzelfde te doen.”