Marieke Wiegel woont sinds 2001 in Parijs. In die tijd had de stad zijn reputatie als broedplaats voor hedendaagse kunst al verspeeld. Toch valt er genoeg te genieten en te beleven buiten de gangbare paden. Per fiets bijvoorbeeld.
Paris par vélo, ça bouge!

Hoewel we momenteel lijken te leven in een stille, niet-hippe periode, broeit er van alles, al dan niet onder de oppervlakte. Ook in Parijs, niet bepaald de hipste stad van de wereld. Bekendste voorbeeld is wellicht het in 2002 geopende Palais de Tokyo, het imposante gebouw aan de kades van de Seine, recht tegenover de Eiffeltoren, naast het Musée d’art Moderne van Parijs. Een dynamisch museum met veel wisselende tentoonstellingen van hedendaagse kunst en met nieuwe, tot dan toe ongebruikelijk openingstijden, namelijk van twaalf uur ‘s middags tot middernacht. Dat was een primeur, een museum voor hedendaagse kunst dat niet om zes uur dicht gaat.

Over het Palais de Tokyo is al veel gezegd en geschreven, het is hoe dan ook tekenend geweest voor tal van nieuwe culturele ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren in Parijs hebben ingezet. Nadat bij het stadsbestuur het besef was gegroeid dat na de slaperige jaren negentig meer ruimte en aandacht gegeven moest worden aan hedendaagse kunst.
Vaak worden nieuwe locaties door de buitenlandse bezoeker over het hoofd gezien. Als toerist verlies je je in Parijs al gauw in tijdrovende bezoeken aan de grote musea zoals het Louvre, Musée d’Orsay, Musée Guimet en Centre Pompidou. Het staat buiten kijf dat een bezoek aan de collecties van deze musea altijd inspirerend is. Maar het is ook spannend om in een stad als Parijs nog onbekende plekken en buurten te ontdekken.
Nu wil het toeval dat drie recentelijk opgerichte centra voor hedendaagse kunst niet ver van mijn woonbuurt liggen, op de grens van het XIXde en XXste arrondissement, in het noordoosten van de stad, op de heuvel bij het park De Belleville. Het is een leuke, oude volkswijk met veel kleine arbeidershuisjes met tuinen en twee parken. Park De Belleville , open sinds 1988, is aangelegd op de oude wijngaarden en landbouwgrond van Belleville. En park Buttes-Chaumont, dat in 1867 werd aangelegd onder Napoleon III, is gesitueerd bij de plek waar tot de achttiende eeuw de galg van Parijs heeft gestaan en waar in de negentiende eeuw steengroeven waren.
Ik stel een verkenningstocht voor langs de drie nieuwe kunstcentra Le Plateau, Le Point Éphémère en La Maison Rouge. Tegenwoordig kun je zo’n tocht in Parijs, net als in Nederland, op de fiets maken. Sinds juli heeft Parijs een soort wittefietsenplan onder de naam Vélib (een samenvoeging van vélo en liberté). Voor één euro per dag kun je gebruik maken van zo’n fiets die op verschillende Vélib-punten beschikbaar is.
De fietstocht begint boven het park De Belleville, waar je een prachtig uitzicht hebt over de stad. Zittend in de zon op het terras van het café La mer à boire heb je zicht op de Eiffeltoren, Les Invalides en andere belangrijke monumenten van Parijs. Na dit indrukwekkende uitzicht over de stad, fietsen we de heuvel af in de richting het park Buttes-Chaumont naar het kunstcentrum Le Plateau, dat in 2002 is geopend. Le Plateau huisvest de collectie van de FRAC (Fonds Régional de l’Art Contemporain) van de regio Île-de-France, een collectie van zo’n 700 door de Franse overheid gesubsidieerde werken. Dit nieuwe centrum ligt midden in een gewone woonwijk naast het park. Het gebouw heeft grote ramen aan de straatkant, waardoor het zeer toegankelijk oogt. Le Plateau heeft een nauwe band met de buurt. Het zijn de buurtbewoners die zich er destijds sterk voor hebben gemaakt. Aanvankelijk zou het centrum in een supermarkt komen. Daartegen kwamen de omwonenden in het geweer. Vanaf 13 december zijn er de nieuwe aanwinsten van de collectie te zien.
Na Le Plateau dalen we al slingerend de Avenue Simon Bolivar af. Aan de rechterzijde van de straat zijn, net als bij het park De Belleville nog wat oude wijngaarden te zien. Ze zijn niet weg te denken bij de heuvels van Parijs. Ook Montmartre heeft nog steeds zijn eigen wijngaarden.
Eenmaal beneden aangekomen – we zijn nu van het XXste arrondissement door het XIXde gegaan en in het Xde aangekomen – zien we Le Point Éphémère aan het kanaal Saint-Martin liggen. Le Point Éphémère, centre de dynamiques artistiques, is in augustus 2004 geopend. Het bakstenen, industriële gebouw, voorheen een opslagplek voor bouwmaterialen, ligt aan een kanaal dat via een mooi sluizensysteem de heuvel af de Seine instroomt. Begin 2000 besloot het stadsbestuur besloten dat het pand een culturele bestemming moest krijgen. Le Point Éphémère (letterlijk ´het vluchtige punt´) moet, tot het besluit is gevallen over de definitieve bestemming, invulling geven aan een culturele programmering. Er zijn kunstenaarsateliers, een tentoonstellingsruimte, een concertzaal, repetitieruimtes en een restaurant met terras aan het water. De programmering is zeer afwisselend en trekt een jong en breed publiek. Zo had de in Parijs woonachtige Nederlandse kunstenares Eugenie Goldschmeding er een tentoonstelling, nadat zij een tijdje had gewerkt in een van de ateliers. Het platform heeft geen vaste collectie maar is een locatie waar actuele kunst en muziek centraal staan, waar constant beweging is.
Na deze stop aan het kanaal Saint-Martin pakken we weer een Vélib en fietsen we langs het kanaal richting de Bastille. Het kanaal Saint-Martin is niet alleen bijzonder vanwege het fraaie sluizensysteem, maar ook omdat het bij de Boulevard Richard Lenoir tijdelijk onder de grond verdwijnt, alsof het om een metrolijn gaat. Bij de Bastille komt het kanaal weer bovengronds. Hier, net voor water de Seine instroomt, ligt de derde hedendaagse kunstinstelling van deze verkenningstocht, La Maison Rouge.
La Maison Rouge is een stichting die is opgericht in 2003 door de kunstverzamelaar Antoine de Galbert. Ook dit kunstcentrum bevindt zich in een voormalig industrieel pand met een oppervlakte van zo’n 2000 m2. Het pand is schitterend opgeknapt door architect Jean-Yves Clemet. De programmering is gericht op het tentoonstellen van belangrijke particuliere kunstverzamelingen en werk van eigenzinnige hedendaagse kunstenaars. Het gebouw ademt door zijn eenvoudige karakter een andere sfeer uit dan de meeste Parijse musea en de programmering is origineel. De komende tentoonstelling, die tot eind januari duurt, is bijvoorbeeld Sots Art, l’art politique en russie de 1972 à aujourd’hui over non-conformistische Russische pop-art, waarbij propagandistische beelden worden geïntegreerd in nieuwe burleske composities.
Na een bezoek aan La Maison Rouge kun je nog even aan het water zitten bij de jachthaven van het kanaal Saint- Martin.
De fietstocht langs deze drie nieuwe instellingen toont een ander Parijs en laat ook zien dat er hier allerlei nieuwe ontwikkelingen gaande zijn. Ça bouge! Of Parijs daarmee ook weer hip is, blijft de vraag. Voor jonge kunstenaars is het niet altijd eenvoudig om zich hier te vestigen. Er zijn niet veel atelierruimtes beschikbaar en het leven is er duur. Wel blijft de stad een belangrijke inspiratiebron. De vele tentoonstellingen, de architectuur, het culturele leven in de verschillende wijken; het is fascinerend om te volgen. Daarnaast heeft Parijs op culinair gebied veel, heel veel te bieden. Na een mooie expositie is het heerlijk om even een bord oesters met een glas wijn te bestellen bij een brasserie op de hoek.

http://www.fracidf-leplateau.com
http://www.pointephemere.org
http://www.lamaisonrouge.org
http://www.velib.paris.fr