Hannah Boer schreef als dertienjarige een brief aan zichzelf als twintigjarige. Ze kwam die brief kort geleden weer tegen. Ze was hem glad vergeten. Ze stelde zichzelf daarin een vraag: ‘Zit je al op de Toneelacademie?’

Extreem verlegen was ze als kind. En dus meldde haar moeder haar aan bij het toneel in de hoop haar schuchterheid kwijt te spelen. Zo stond ze op het plankier, als scholier, vijf avonden achter elkaar, voor driehonderd bezoekers per avond. Nu doet ze de acteursopleiding in Maastricht. Waar ze ontdekt dat het meer mag zijn dan acteren alleen, de wens om te scheppen is erbij gekomen. Een acteur zijn die een zelf gecomponeerd stuk uitvoert, daar voelt ze wel voor. En anders zoekt ze de samenwerking met jonge makers die nood hebben aan een meedenkende actrice.

Volgens Hannah Boer (Arnhem, 1992) leef je in de vier jaar op de Toneelacademie enorm op elkaars lip. En toch moet je jezelf bewaren. Hoe ver weg Amsterdam is, merkt ze vooral als ze met andere gegadigden in de trein zit om in de hoofdstad in tien minuten een casting te doen. “In Maastricht zit je in een bubble, er is niet veel afleiding. Zeker als de presentaties naderbij komen werk je soms wel twaalf, dertien uur per dag op school. Dit jaar maakte ik mijn eerste solo, je staat ermee op en je gaat ermee slapen. Het is verschrikkelijk, soms zit je in een totale dip, maar die momenten dat het lukt, maken alles goed.”

Ze voelt zich echt een actrice, vindt hat zalig om op te gaan in een tekst. “Een tekst van 3,5 uur? Héél graag.” Of het film of theater is, maakt me niet zo veel uit. “Zolang ik maar waarachtig kan zijn in wat ik doe. Ik kom hier niet voor de roem. Ik ervaar het als heel waardevol dat ik me mag verplaatsen in anderen, daar word ik rijk van. Toen ik stage liep bij het Nationale Toneel zag ik in de zaal een man heel erg huilen. Is dat direct aantoonbaar nuttig, nee. Maar dat je iemand kan raken lijkt me ook waardevol.”

Natuurlijk vindt ze het spannend of ze met theater haar brood kan verdienen. “Het liefst blijf ik kiezen voor projecten waarvan ik echt de meerwaarde voel en waar ik mij helemaal in wil storten. Maar ik weet dat de praktijk straks weerbarstiger zal zijn. Dat je soms logischerwijs voor het geld moet kiezen. Ik ben wel een idealist ja. Ik doe dit omdat ik het gevoel heb dat het klopt. Dat gevoel wil ik het liefst blijven volgen. Als je een stukje van vierhonderd woorden moet schrijven over mij, dan moet het niet over geld gaan maar over idealen.”