Vorige week zag ik de documentaire The Milk System uit 2017 van Andreas Pichler, over melk als witte motor, en leerde daar  

dat koeien tot twintig jaar oud kunnen worden, maar dat ze bij melkveehouderijen na vijf jaar van zwangerschappen en melkproductie worden afgedankt;

dat veehandelaren pasgeboren mannelijke kalfjes voor zo’n 50 euro opkopen om ze in recordtijd te laten vetmesten en slachten voor consumptie. Is de handelsprijs te laag, dan worden ze ter plekke afgemaakt; 

dat de genetische wetenschap binnenkort zo ver is dat er nog nauwelijks mannelijke kalfjes zullen worden geboren;

dat Brussel jaarlijks 45 miljard euro aan subsidie besteedt aan de zuivelindustrie, en dat in de EU per jaar honderd miljard euro omgaat;   

dat er in Brussel 20.000 tot 30.000 lobbyisten rondlopen, van wie het overgrote merendeel voor de voedselindustrie werkt;  

dat als de subsidiestroom per 31/12 zou stoppen, geen enkele melkveehouder zou overleven;

dat de productie van een liter melk 40 eurocent kost, terwijl melkveehouders onder druk van de grote zuivelbedrijven hooguit 28 eurocent per liter krijgen; 

dat de voedingsindustrie kunstmatig overschotten creëert om de inkoopprijs van melk bij de boeren te drukken; 

dat de productie van één liter melk drie liter drijfmest oplevert;

dat de verkoop van die drijfmest de veehouder meer oplevert dan de melk;

dat de melkveehouders soja en maïs importeren om de melkproductie per koe te verhogen en daarmee de facto stikstof importeren die als drijfmest grotendeels wordt verspreid over het land,

dat in Duitsland het water in 1/3 van de waterpompen teveel stikstof bevat;

dat de internationale vrijhandelsakkoorden van de EU melkveehouders in Afrika kapot maakt;

dat de kinderen van die melkveehouders het Afrikaanse platteland ontvluchten, en vervolgens opgaan in de vluchtelingenstroom naar Europa;

dat tijdens een bijeenkomst met de EU-commissaris voor landbouw iemand opriep om rechtop te gaan staan en een minuut stilte in acht te nemen voor de 600 Franse veeboeren die dat jaar zelfmoord hadden gepleegd; 

dat wereldwijd opererende zuivelgiganten als Campina en Arla zich op de Chinese en Zuidoost-Aziatische markt richten waar ze de bevolking dezelfde leugens voorhouden als vijftig jaar geleden in Europa: dat de proteïne in melk goed is voor je botten en dat je van melk groter groeit;

dat in Noordwest-Europa, de regio waar de melkconsumptie het hoogst is, meer botfracturen voorkomen dan elders; 

dat de zuivelgiganten vanuit Europa naar China vooral melkpoederproducten exporteren, en dat het omzetten van melk in poeder een energievretende productiewijze is;   

dat melkproducten weliswaar goed zijn voor kinderen die nog moeten groeien, maar dat de beoogde celgroei bij volwassenen averechts werkt, en mogelijk kanker in de hand werkt;

dat Campina in China verkondigt dat ouderen hun afnemende spierkracht en mobiliteit kunnen compenseren met Optimel Adult, een product in varianten voor veertigplussers, vijftigplussers en zestigplussers; 

dat de Internationale Zuivelfederatie IDF ervan uitgaat dat de melkproductie tot 2050 zal verdubbelen vanwege de groei van de wereldbevolking;

dat de IDF het als een morele plicht ziet om de wereld te voeden met zuivelproducten;

dat de hongersnood in de wereld blijft bestaan zolang we soja en maïs gebruiken om dieren te voeden in plaats van mensen.

Deze Vlaamse reclamecampagne op trams en bussen werd in 2019 na één dag stopgezet.