Ruud van Empel maakte naam met zijn decors voor het hilarische tv-duo Theo en Thea. Daarna vestigde hij zich als vrij kunstenaar. In zijn geboortestad Breda laat hij met ruim 130 fotocollages en objecten zien wat dat heeft opgeleverd. GERRIT VAN DEN HOVEN ziet een even kleurrijk als onheilspellend oeuvre. ‘Het mag niet te gemakkelijk ogen.’
Wat doet een schilderij van de 17de eeuwse kunstenaar Bernardus Zwaerdecroon in een overzichtsexpositie van Ruud van Empel? Het is een schilderij met twee kinderen in een landschap, een geïdealiseerd, vertederend tafereel onder een eikenboom.
Het waren dit soort mierzoete schilderijen die Van Empel inspireerden tot zijn serie World. ‘Ik zag de schilderijen van die witte kinderen die symbool stonden voor onschuld. Ik dacht toen, zwarte kinderen zijn net zo onschuldig’, zegt Van Empel. En dus verving hij de witte kinderen door zwarte, die hij in geromantiseerde landschappen plaatste. Ook zij stralen een gevoel van onschuld en veiligheid uit, maar omdat Van Empel zijn modellen andere ogen en neuzen gaf en het om gewiekst samengestelde landschappen gaat, kregen de foto’s een ongemakkelijke, onheilspellende lading: het is te mooi om waar te zijn. Van Empel maakte de World-reeks in de jaren 2005-2008. Hij brak er internationaal mee door; de prijzen voor zijn werk vertienvoudigden.
Met de overzichtsexpositie Arcadia in het Stedelijk Museum in Breda keert Ruud van Empel (1958) terug naar de plaats waar hij vandaan komt en waar hij grafische vormgeving studeerde aan de kunstacademie Sint Joost. Hij grijpt er ruimschoots terug op zijn Bredase jaren. Er zijn kindertekeningen te zien die hij maakte van historische veldslagen uit de tijd van Napoleon, er hangen vroege zelfportretten en in een vitrine liggen affiches die hij maakte voor zijn afstuderen aan Sint Joost.
Zijn decors voor de tv-serie Kreatief met kurk van Theo en Thea zijn er te zien, zoals er ook aandacht is voor zijn werk op de set van bioscoopfilm Theo en Thea en de ontmaskering van het Tenenkaasimperium uit 1989. Hij verloor er zijn interesse in film en vestigde zich als zelfstandig kunstenaar. Van Empel: ‘Ik vond het leuk om deel uit te maken van een team, maar ik kwam erachter dat werken als productiedesigner slavenwerk is. Er is altijd te weinig tijd en te weinig geld; tegelijkertijd willen de producenten de sterren van de hemel. En uiteindelijk is er dan de montage waar heel veel ideeën alsnog sneuvelen.’
Halverwege de jaren negentig zag Van Empel in dat hij in Breda niet verder kwam en verhuisde naar Amsterdam. ‘De kunstenaarsuitkering BKR was gestopt en de uitkeringsinstantie wilde dat ik bij een reclamebureau ging werken. Dat wilde ik nou juist niet.’ Vanaf midden jaren negentig ontwikkelde hij zijn eerste series: The Vintage Works (1995-2001), waarin hij analoge foto’s digitaal bewerkte, en The Office (1996-2001), zorgvuldig gecomponeerde foto’s van mensen achter hun bureau, steeds op dezelfde manier neergezet en omringd door voor hen belangrijke voorwerpen.
Deels zijn de series nu ook in Breda te zien. In al hun eenvoud geven ze de richting aan waarin Van Empel zich zou ontwikkelen. Al ver voor deepfake en beeldmanipulatie in de mainstream media knipte en plakte hij er met behulp van de computer al op los. Delen van tientallen foto’s ordende hij tot een op het eerste gezicht logisch en vanzelfsprekend nieuw beeld.
Wat bleef was het duistere en onheilspellende in zijn werk. ‘Het mag niet te gemakkelijk ogen’, zegt hij erover. Het schurende in zijn werk, vermoedt hij, is iets dat aan zijn generatie, kunstenaars die opgroeiden in de kille jaren tachtig, kleeft. Het waren tijden van werkloosheid en oorlogsdreiging, niet alles wat werd gezegd werd ook geloofd. Er zit veel cynisme in die generatie, al heeft Van Empel daar naar eigen zeggen helemaal niets mee: ‘Met cynisme kun je geen verhaal vertellen.’
De laatste jaren laat zijn werk een verschuiving zien. De kinderportretten zijn nagenoeg verdwenen uit zijn collages. Zijn series, met titels als Voyage Pittoresque en Floresta Negra, werden duisterder; de invloed van de abstractie laat zich gelden. In Breda zijn ook werken te zien uit zijn nieuwe serie Pollution. In de studio werkt hij met kleurige chemicaliën die hij fotografeert en opnieuw ordent. Zo ontstaan beelden die lijken op abstracte schilderijen, al blijven ze, als zijn eerdere werk, mysterieus en ongemakkelijk. Ze doen denken aan de foto’s van Edward Burtynsky die de vernietiging van de aarde vastlegt in esthetisch fraaie beelden.
De titel Arcadia staat voor een utopisch land vol bloemen en bossen, zonder vervuiling – al is de natuur bij Van Empel behalve mooi ook angstaanjagend. Arcadia was ook de voorziene titel van een reeks werken die Van Empel voor de expositie in Breda wilde maken met foto’s van de oerbossen van Mozambique; door corona kon hij niet reizen en kwam er niets van terecht. Gelukkig was er nog zijn beeldarchief waaruit hij nog een aantal werken met dit thema kon destilleren. ‘Toch hoop ik de reis binnenkort alsnog te kunnen maken.’
Ruud van Empel, Arcadia. T/m 24.09 in het Stedelijk Museum Breda. stedelijkmuseumbreda.nl