Danser en choreograaf Joost Vrouenraets (Heerlen, 1979) werkte jarenlang in Zwitserland, Frankrijk en Chili. Met zijn ‘Gotra Ballet’ toont hij zijn kunnen in het nieuwe Theater in Heerlen. ,,Ik zou best hier willen blijven.”
Met de rug naar de spiegel
Hij is wat je noemt een meisjesjongen. Het deerde hem in het geheel niet dat hij de enige knul was op de balletschool waar zijn zusje al danste. “Het is belangrijk om jong met dansen te beginnen. Je lichaam is je instrument, op die leeftijd kun je het nog kneden. Dans moet een soort tweede natuur worden.”
Na afronding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten kwam hij op het spoor van de Franse choreograaf Maurice Béjart (1927) die een dansgezelschap leidt in het Zwitserse Lausanne. Vrouenraets deed samen met een kleine vierhonderd dansers auditie en behoorde tot de achttien uitverkorenen. Twee jaar lang zat hij in de opleiding, vier jaar danste hij vervolgens in het gezelschap van Béjart. “Werken met Maurice Béjart is een doel op zich”, zegt Vrouenraets. “De man weet precies wat hij wil, hij geeft je waanzinnige informatie, waar je als danser én als mens veel aan hebt.” De concurrentie in zo’n gezelschap is enorm. “Vergis je niet, er lopen daar mensen rond die tien jaar keihard werken om een bepaalde rol te krijgen. Het is niet zo dat er stiekem knikkers op het toneel worden gegooid, maar het gaat om heel ambitieuze rollen en er zijn dansers die er alles aan doen om zo’n rol te krijgen.”
In Lausanne bespeurde Vrouenraets bij zichzelf een zeker talent om collega´s te motiveren. “Dat gaat heel onbewust. Dansers staan de hele dag met het gezicht naar de spiegel. Gaandeweg merkte ik dat ik liever met mijn rug naar de spiegel stond. Ik wilde zelf een spiegel zijn.”
Blijkbaar voelde Béjart dat aan. Hij spoorde Vrouenraets aan een choreografie te maken. Die toonde zijn ambitie en zelfvertrouwen door meteen maar ‘L’après-midi d’un faun’ te bewerken, het gedicht van Mallarmé, door Manet geïllustreerd, door Débussy op muziek gezet en door Nijinski in 1912 van een toonaangevende choreografie voorzien. Vrouwenraets keerde de bezetting om, schreef het stuk voor één man en zes dames om naar een stuk voor één dame en zes mannen. “Normaal gesproken wordt zo’n choreografie aan alle kanten afgezeikt maar Béjart was heel positief.”
Hij heeft een voorkeur om met vrouwelijke dansers te werken. “Zowel in lichaam als in geest zijn vrouwen flexibeler. Mannen zijn stugger. Misschien ben ik ook wel te zeer op zoek naar wat ik zelf in me heb en ben ik daarom te kritisch naar mannelijke dansers.” Béjart stuurde hem naar Chili waar hij “veel succes voelde”. Toch scheelde het niet veel of hij had zijn carrière eraan gegeven om zich te bekennen tot het boeddhisme. Het was Béjart zelf die hem op Boeddha’s achtvoudige pad bracht. Blijkbaar hadden de jaren van trainen en dansen hem te weinig geestelijke bagage opgeleverd.
Neemt niet weg dat hij na enige tijd de dansschoenen weer aantrok en een eigen gezelschap oprichtte. ‘Gotra’ staat voor een groep mensen die samen op weg zijn naar een verlichte staat van zijn. “Ik wil werken met gelijkgestemden die in staat zijn om mijn metaforen om te zetten in dans.” Zoals de Française Maïté Guérin, die al jaren aan zijn zijde danst.
Muziek is van eminent belang voor zijn choreografie. “Anderen beginnen met de choreografie en gaan dan op zoek naar muziek. Ik begin met een idee, zoek daar muziek bij en kom dan pas toe aan de choreografie. Je ziet natuurlijk dat ik door Béjart ben opgeleid. Maurice heeft een herkenbare taal: armen en bovenlichaam zijn heel belangrijk, de bewegingen van de bovenarmen komen uit de borstkas, daar ligt veel nadruk op. Inhoudelijk legt ie veel spiritualiteit in zijn werk.”
Directeur Bas Schoonderwoerd van het nieuwe Theater in Heerlen daagde hem uit een avondvullend programma te schrijven voor de opening. Het stuk, ‘I have a dream…’ gaat over het schemergebied tussen de droom en werkelijkheid. Om vorm te geven aan de droomwereld, filmde hij zijn dansers op locaties, bij een kolenmijn, aan een zandgroeve en aan zee. De filmbeelden worden in de choreografie geïntegreerd via mobiele filmschermen.
Volgens Vrouenraets is dans in Nederland een intellectuele en conceptuele zaak, nogal elitair. Vrouenraets daarentegen richt zich net als Béjart op een groot publiek. “Ik zoek naar mooie beelden, mooie muziek en grote componisten.”
Ondanks zijn jeugdige leeftijd zou hij graag in het zuiden willen blijven. Iets te betekenen voor dans in de provincie. Een hiaat vullen. “Voor een stad is het net zo belangrijk om een professioneel dansgezelschap te hebben als een café, de Hema of een burgemeester.”
* Joost Vrouenraets in zijn eigen stuk ‘I have a dream. foto Pascal Moors
‘I have a dream…’ van Joost Vrouenraets, op 21, 22 en 23/12 in Theater Heerlen en op 5 en 6/1 in AINSI Maastricht.