Yvonne Schoolmeesters, docent Frans en decaan, schreef een open brief aan minister Slob (Onderwijs, ChristenUnie) over de deplorabele staat van de vakken Duits en Frans in het Nederlands onderwijs. “Het vormende aspect van taal- en literatuuronderwijs wordt uit het oog verloren.”
Geachte minister Slob,
Graag wil ik uw aandacht vragen voor de talen van onze buren in het onderwijs. Ik doceer sedert dertig jaar een vak waarvan ik de relevantie maar ook de schoonheid elke dag zie. Maar ziet u die ook?
Juist in een tijd waarin duidelijk is geworden dat Europa een koers moet gaan varen die niet eenzijdig is gericht op wat uit Angelsaksische landen komt, hebben zowel docenten Frans als Duits het gevoel aan een touwtje te bungelen.
Daarvoor zijn verschillende oorzaken te geven.
De decentralisatie in het onderwijs heeft het buurtalenonderwijs geen goed gedaan. Niet langer bepaalt de overheid welke talen worden gegeven, maar de directie van een school. De vrijheid die hier geldt, heeft de vorm gekregen van een competitieve strijd waarin secties elkaar de maat nemen. Ik ken nogal wat scholen waar Duits of Frans plots geschrapt wordt.
De neoliberale wind die door Nederland waait, heeft gezorgd voor een onderwijsbeleid dat gericht is op cijfers en rendement. Resultaten moeten internationaal vergeleken kunnen worden. Het vormende aspect van taal- en literatuuronderwijs op de lange termijn wordt daarbij uit het oog verloren.
De druk op leerlingen om te kiezen voor bètaprofielen is flink toegenomen. En omdat kennis van de Duitse of Franse taal niet vaak een harde toelatingseis is bij vervolgopleidingen, daalt in een economisch klimaat meteen ook de waarde van een vak. Een glijdende schaal wordt ingezet. En als je dan toch niet voor Frans of Duits kiest, waarom zou een onvoldoende in de onderbouw je dan moeten belemmeren om over te gaan?
De talen hebben te lijden onder het dwingende centraal schriftelijk examen dat enkel leesvaardigheid toetst. De felle discussies die de afgelopen jaren zijn gevoerd over de eenzijdigheid en de gebrekkige kwaliteit laten zien dat talendocenten enorm betrokken zijn bij hun vak.
Mijn sectieleden Duits en Frans hebben jarenlang met plezier leerlingen afgeleverd die kozen voor een studie Duitse of Franse Taal en Cultuur, voor een vertaalopleiding of voor een lerarenopleiding. In mijn huidige klassen zitten leerlingen die barsten van talent voor Frans. Hieraan ontlenen ze echter geen zelfvertrouwen. Ze kruipen in hun schulp omdat ze het gevoel krijgen dat hún talent in deze sfeer van competitie niet meetelt.
Hoe kunnen docenten Frans en Duits onder deze omstandigheden hun vak vernieuwen? Stelt u zich eens voor wat dat betekent voor een net afgestudeerde en nog zoekende docent Duits of Frans.
In de kerstvakantie las ik twee romans, Gehen, ging, gegangen van Jenny Erpenbeck en L’art de perdre van Alice Zeniter. De auteurs laten op ingrijpende wijze voelen hoe gedwongen migratie generaties lang ingrijpt in het leven van families. Zowel de jarenlange scheiding van Oost- en West-Duitsland als de erfenis van de pijnlijke Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd is een prachtig thema om te behandelen. Ik zou leerlingen graag confronteren met andere dan de hun vertrouwde perspectieven, ze helpen het standpunt van ‘de ander’ te zien om vervolgens deze thema’s te relateren aan die uit onze eigen cultuur.
Beste meneer Slob, we staan in het onderwijs met de rug naar Duitsland, België en Frankrijk. Landen die economisch maar vooral historisch, cultureel en taalkundig van zoveel waarde zijn voor ons land. Ik wil mijn brief aan u afsluiten met de laatste zinnen uit de roman van Alice Zeniter waarin Naïma, kleinkind van een Algerijnse harki (Algerijnen die aan Franse kant vochten), terugkeert van een eerste bezoek aan Algerije. „Naïma is nog nergens gearriveerd op het moment waarop ik heb besloten met deze tekst te stoppen, ze is in ontwikkeling, ze ontwikkelt zich nog steeds.”
Ontwikkeling van kennis en inzicht in de talen en culturen van onze naaste buren is werken aan trage maar belangrijke processen. Luidt niet het aloude gezegde dat het beter is te investeren in een relatie met je buren dan met verre vrienden? Nadrukkelijk wil ik u vragen vertrouwen te hebben in én uit te spreken naar docenten Duits en Frans, opdat ze kunnen blijven bouwen aan het fundament van een duurzame relatie met onze buren.

Yvonne Schoolmeesters is docent Frans en decaan vwo op het Valuascollege in Venlo.
Op buurtaalonderwijs.nl staat een manifest dat de nijpende positie van de buurtalen Frans en Duits onder de aandacht brengt.