“Waarom bent u geïnteresseerd in een film die niet meer bestaat?”, zei regisseur Fritz Lang ooit tijdens een interview over Metropolis. Van de kort na de première in 1927 verknipte en verminkte film werd anderhalf jaar geleden een bijna complete kopie teruggevonden. De rehabilitatie van de film gaat hand in hand met de come back van de Duitse filmindustrie.
Metropolis: 83 jaar in gevecht met zichzelf
Een van de hoogtepunten van de 60e Berlinale vorige maand was de vertoning van de bijna volledige versie van Fritz Langs legendarische (stomme) film Metropolis, voorzien van live muziek door het tachtig muzikanten sterke Rundfunk Sinfonieorchester onder leiding van Frank Strobel. Wat nu vanwege die combinatie als eenmalige happening geldt, was in 1927, het jaar van de première, heel gewoon. Berlijn telde toen meer dan vijftig filmpaleizen met elk een eigen symfonieorkest.
De jaren twintig van de vorige eeuw waren de hoogtijdagen van de Duitse cinema. De UFA-filmstudio’s in Berlijn waren de belangrijkste ter wereld, en Fritz Lang (1890-1976) was de wonderboy die afgesproken budgetten aan zijn laars lapte en er nog mee weg kwam ook. Met een budget van 1,9 miljoen Reichsmark zou Metropolis de duurste film uit de geschiedenis worden. Uiteindelijk werd de film, waarvoor Lang 500 kilometer film schoot en gebruik maakte van 35.000 figuranten, bijna drie keer zo duur. Om vervolgens te floppen: de eerste maanden kwamen slechts 15.000 bezoekers af op de megaproductie die ook door de kritiek met veel scepsis werd ontvangen.
Vrij kort daarna bracht UFA een ingekorte versie, maar een succes werd de film nooit. Toch verwierf Metropolis in de loop der jaren een cultstatus, vooral door de enscenering, de futuristische architectuur en de briljante trucages. Ironisch genoeg was de mythe rond Metropolis 83 jaar gebaseerd op de fors ingekorte en behoorlijk verminkte versie. Pas anderhalf jaar geleden dook in Argentinië een vrijwel complete (er ontbreken nog negen minuten) 16mm kopie op.
De Friedrich-Wilhelm-Murnau-Stiftung in Wiesbaden, die meer dan 2000 stomme films beheert, ging aan de slag met de restauratie. Een historische klus, want de teruggevonden kopie biedt volgens voorzitter Eberhard Junkersdorfer van de stichting een andere kijk op de film. Dat klopt, maar het is niet de enige reden dat de reconstructie vorige maand tijdens de Berlinale 2010 met zoveel trompetgeschal werd gepresenteerd. Dit was meer dan een rehabilitatie van een cultfilm die in (vrijwel) oude glorie kon worden hersteld, het was ook nostalgie naar een tijd waarin de Duitse cinema vanuit de UFA-studio’s bij Babelsberg, even buiten Berlijn, de internationale filmwereld regeerde. Het land was geschonden en vernederd uit de Eerste Wereldoorlog gekomen en ook artistiek gezien uit op rehabilitatie: de première van Metropolis in 1927 was een demonstratie van de state of the art van de Duitse filmindustrie. Met de Berlinale als vehikel wil Duitsland laten zien als filmland weer aan de top te staan, net als tachtig jaar geleden. De tijd voor zo’n machtsgreep lijkt rijp, met succesvolle UFA-producties als Das Leben der Anderen, The Reader en Das weisse Band. De studio’s in Babelsberg zijn hot, ook in Hollywood, dat er succesnummers als Valkyrie en Inglourious Basterds liet opnemen.
Fritz Langs futuristische utopie Metropolis speelt zich af in 2027 en beschrijft een samenleving waarin de economische en politieke macht in handen is van één persoon, Johann Fredersen. Vanuit een reusachtige wolkenkrabber, de Toren van Babel , heerst hij over boven- en benedenstad. Boven de grond genieten de rijken in een wirwar van wolkenkrabbers, auto- en spoorwegen en rondcirkelende vliegtuigen van de welvaart. Onder de grond woont en werkt het lompenproletariaat in een uitzichtloos bestaan. Fredersen is het ‘hoofd’ van de maatschappij, de arbeiders vormen de handen. De ontmoeting van zijn zoon Freder met Maria, een charismatische onderwijzeres uit de onderwereld, doet de autocratische maatschappij letterlijk op haar grondvesten schudden. Om zijn zoon, die de kant van de onderwereld heeft gekozen, terug te winnen, smeedt Fredersen een plan met de uitvinder Rotwang, een oude rivaal in de liefde. Uit frustratie heeft deze Rotwang een vrouwelijke robot bedacht die halverwege in de huid van Maria kruipt (een interessante parallel met de huidige bioscooprevelatie Avatar, trouwens) en de arbeiders meesleurt in een maalstroom van revolte en wraak. Aan het eind sluiten vader en zoon vrede, net als boven- en onderwereld. Maria speelt de bemiddelende rol van het hart dat hoofd en handen bij elkaar brengt.
Op 10 januari 1927 ging deze curieuze mix van toekomstangst en visie, van christelijk, marxistisch en protofascistisch gedachtegoed in première in het Ufa-Palast am Zoo in Berlijn. Na vier maanden met halflege zalen trok producent UFA de film terug, om er na de zomer met een fors ingekorte versie terug te keren. Die was afkomstig uit de VS, waar distributeur Paramount toneelschrijver Channing Pollock de opdracht had gegeven de 2 uur en 20 minuten durende productie terug te snoeien naar een gangbare bioscooplengte. Thema’s en verhaallijnen werden er zonder pardon uitgeknipt; zo verdween de drijfveer van Rotwang om zijn Maschinenfrau te maken. Na gedane arbeid zou Pollock gezegd hebben dat hij Metropolis “eindelijk zijn ware betekenis” had gegeven.
Daar denkt voorzitter Junkersdorf van de Murnau Stiftung anders over. “Die man had geen enkel benul van film. Dit was een absolute Verschlimmbesserung.” Toch ligt de verantwoordelijkheid voor de verkwanseling van Metropolis niet in de VS, maar in Duitsland, zegt Martin Koerber van het Museum für Film und Fernsehen in Berlijn. “Bij UFA hadden ze er al gauw geen vertrouwen meer in, ze hebben de film laten verhongeren.” Van Fritz Lang, die in 1924 en 1925 in de VS inspiratie had opgedaan voor Metropolis, is lang gezegd dat hij uit teleurstelling de film nooit heeft gemogen. Koerber bestrijdt dat: “Lang heeft eens tegen een interviewer gezegd: ‘Waarom bent u geïnteresseerd in een film die niet meer bestaat?’ Hij beloofde nooit meer naar de VS te gaan, omdat hij vond dat ze daar de mooiste delen uit zijn film hadden geknipt.” Toch vluchtte hij in de jaren dertig voor de nazi’s (Hitler en Goebbels waren trouwens bewonderaars van Metropolis) naar de VS, en maakte diverse Hollywood-films.
De oorspronkelijke, door Fritz Lang persoonlijk afgemonteerde film verdween na 1927 snel uit beeld. In 2001, na de zoveelste restauratie van wat ervan over was, stelde Martin Koerber dat de oerversie waarschijnlijk nooit meer teruggevonden zou worden. Hoe meer filmwetenschappers op basis van de filmmuziek, de tekstpanelen en de kritieken gingen speculeren over die oerversie, hoe groter de mythe werd. En daarmee de euforie over de vondst in een Argentijns museum in 2008 van een vrijwel complete kopie. Na stevig onderhandelen, tot op regeringsniveau – de Argentijnen vreesden dat ze de kopie nooit meer terug zouden krijgen -, kon de Murnau Stiftung zich op de restauratie storten.
Ruim een half jaar later presenteerde de stichting een gereviseerde film die wezenlijk anders is dan de tot nu toe bekende kopieën, zegt Anke Wilkening, verantwoordelijk voor de 600.000 euro kostende opknapbeurt. “Bij Paramount hebben ze niet, zoals gebruikelijk, de minder belangrijke scènes eruit gehaald, maar er een ander verhaal van gemaakt, met Rotwangs Maschinenfrau als middelpunt. Josephet, de assistent van Frederer en later kompaan van diens zoon, en de arbeider Georgy zijn er indertijd grotendeels uitgehaald. Nu ze weer terug zijn in de handeling herkennen we ook weer typische Lang-thema’s als vriendschap en solidariteit.” In de nu gereviseerde film is het ‘Frankenstein-thema’, dat door de Amerikaanse ingrepen veel nadruk had gekregen, weer geminimaliseerd. Martin Koerber: “Het is nu duidelijk dat Metropolis geen voorloper van de science fiction films was. Bij Fritz Lang stond niet de Maschinenfrau, maar het menselijk handelen centraal.”
Een belangrijke rol bij de restauratie speelde de wél bewaard gebleven filmmuziek van Gottfried Huppertz (1887-1937). De muziek was niet alleen een belangrijke leidraad bij het terugvinden van de ziel van Metropolis, ze bood tevens de mogelijkheid tot controle van de echtheid van de Argentijnse kopie. “Al tijdens de filmopnamen speelde de muziek een belangrijke rol”, zegt dirigent Frank Strobel die op 12 februari in het Berlijnse Friedrichstadtpalast op de bok stond bij de live begeleide opvoering van de gerestaureerde film. “Huppertz had de muziek klaar voordat het draaiboek af was. Het is bekend dat hij de muziek tijdens de filmopnamen speelde op de piano. De film is beïnvloed door de muziek, en niet andersom, zoals meestal het geval is.” Vooral door de lengte is Metropolis een ware uitputtingsslag voor een orkest, zegt Strobel. “Die duur vergt veel van het concentratievermogen, maar ook van de fysieke kwaliteiten van de muzikanten. Omdat er geen pauze is, kunnen de violisten 2 uur 20 minuten hun strijkstok niet laten zakken.”
Tijdens de Berlinale 2010 werd volop gedebatteerd en gespeculeerd over de film die 83 jaar na de première nog steeds in gevecht is met zichzelf. Kenners betwijfelen dat de nog ontbrekende negen minuten ooit zullen opduiken. “Tenzij een wonder gebeurt”, zegt Eberhard Junkersdorf, “en wonderen gebeuren, soms…” Voor het zo ver is, zal de opvoering met orkest in het Friedrichstadtpalast het predicaat ‘historisch’ blijven dragen. Ze liet geen twijfel over hoe dit Gesamtkunstwerk het best tot zijn recht komt: bij een stomme film hoort live muziek, ook al is de combinatie in de huidige amusementsindustrie geen haalbare kaart meer. De dvd en de digitale bioscoopversie van Metropolis komen eraan en zijn welkom, maar surrogaat blijft het.
Regisseur Fritz Lang.
De poster van Metropolis uit 1927.
Teruggevonden filmfragment tijdens de opvoering met live muziek van Metropolis op 12 februari, de openingsdag van de Berlinale 2010, in het Friedrichstadtpalast in Berlijn. foto Anneke Eussen