Michel Huisman

Je moet tegenwoordig onder de gerechtelijke macht geraken om nieuw werk van de Heerlense kunstenaar Michel Huisman onder ogen te krijgen. Hij maakte een installatie voor de nieuwe tbs-kliniek in Almere. “Dit behoort tot mijn mooiste werk, en het krijgt levenslang.”

Het denken aan de praat krijgen

Tien jaar geleden maakte het werk van Michel Huisman een aansprekende tournee. Zijn wankele, breekbare, hartverscheurende mechanische en soms sprekende, vaak vogelachtige beelden eindigden in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Hij was, zo acht hij zelf, op het Wimbledon voor de kunstenaar terechtgekomen. Eindelijk de kans om aan de hand van zijn werk met de wereld te discussiëren over de vraag wat de kunst nog moet.

Maar het bleef oorverdovend stil en Huisman zakte in een diep gat. “Ik realiseerde me opeens dat kunst tot een appendix van de sociaal economische realiteit was verworden. Die geconsumeerd wordt als alle consumptiegoed.” Hij constateerde dat kunstenaars nauwelijks een rol hadden in het maatschappelijk debat en dat ze er niet voor terugdeinsden een bronzen drol te leveren voor de zoveelste Vinex-locatie.
Natuurlijk viel hij niet helemaal stil. Zo ontwierp hij ‘De halfautomatische troostmachine’ in de Maastrichtse Berenkuil en een wonderbaarlijke beer voor een school te Nieuwegein. Huisman, die zich liever morfoloog dan kunstenaar noemt, wil met zijn beelden de ziel van de beschouwer treffen.
En dan was er het Heerlense kunstenaarsmanifest dat zou uitgroeien tot een stedenbouwkundig plan genaamd Maankwartier, een opknapbeurt voor het deels verpauperde stationsgebied in zijn woonplaats. Wat hij de plannenmakers die hem voorafgingen verweet, was een schromelijk tekort aan inlevingsvermogen. “Liefde”, zo doceert Huisman, “is de allerhoogste vorm van inlevingsvermogen. Kunst is het opzettelijk gestalte geven aan die liefde. Dit is het belangrijkste dat ik te melden heb.”

Michel Huisman (Heerlen, 1957) had al zijn inlevingsvermogen nodig toen hij werd uitverkoren om een kunstwerk te maken voor de nieuwe tbs-instelling in Almere. “Een ongelofelijk intellectueel avontuur”, zegt hij. Thuis in Heerlen toont hij op een beeldscherm tronies van zware jongens. “Deze man heeft zeventien kinderen vermoord. En deze heeft bejaarden aan repen gesneden en aan de verwarming gehangen.”
Zijn eerste gedachte was: wat zeg je tegen zo iemand? “Wat zeg je tegen iemand die al zestien jaar in de gevangenis zit en waarvan de maatschappij zegt: je hebt geen levenslang maar we houden je wel zo lang vast als wij willen? Ik denk dat sommige mensen hier banger voor zijn dan voor de doodstraf.”
“Stel, je komt erachter dat die man nog nooit de liefde heeft bedreven en je merkt dat hij daardoor in de knoop is gekomen. Het zou kunnen dat je een mevrouw vraagt om hem tegen een royale vergoeding liefdevol in te wijden. Dan heb je hem als het ware één deurtje verder geholpen. Je weet dan in elk geval waar hij bang voor is of wat hij niet kan ontwikkelen. Mensen in een tbs-kliniek hebben ergens een defect in hun hoofd. Als maatschappij zouden we het liefst een nieuw hoofd op hun nek schroeven waardoor ze weer helder kunnen denken.”
Dat hoofd heeft Huisman letterlijk binnengebracht in de centrale hal van de instelling, naast het biljart en de tafeltennistafel. Hier verwijlen zo’n 150 tbs’ers. Hij noemt het “een model van hoop en verlangen”. Het kunstwerk lijkt op een slak zonder huis van een meter of twaalf, achter een vier meter hoog mensenhoofd. De gevangene kan in het achterhoofd plaatsnemen en met twee stuurknuppels op reis gaan in zijn brein. Drie jaar lang dokterde Huisman aan een concept dat uiteindelijk vorm zou krijgen in een waanzinnig spel.

In een sfeer die wat weg heeft van Second Life loopt een animatieschim door een lange gang. Zijn voetstappen klinken onverbiddelijk op in betonnen, spaarzaam verlichte gewelven. “Hoe oprechter u bent, hoe meer deze tocht voor u kan betekenen”, krijgt de schim te horen. Je hoort aanzwellende vioolmuziek van Edward Elgar. De speler/schim komt in een lange gang met aan iedere zijde 138 deuren. Op al die deuren staan vragen.
Waar leef ik voor? Slaap ik goed? Woon ik hier of logeer ik hier? Heeft iemand mij nodig? Ben ik kwetsbaar?
Op een vraag klikken betekent de entree tot een nieuwe ruimte met nieuwe deuren en nieuwe vragen. Er is geen weg terug, er zijn meer dan drieduizend vragen en miljoenen routes die je kunt afleggen. “Op de achtergronden hiervan heb ik drie jaar lang dag en nacht gestudeerd. Er is geen vraag bij waar ik niet heel diep op inga.”
Heb ik een droom die vaker terugkeert? Zou ik mijn eerste slaapkamer van thuis na kunnen tekenen? Was ik ooit bang voor iets akeligs onder mijn bed?
Elke vraag lokt een nieuwe vraag uit. Zo dirigeert Huisman zijn spelers naar domeinen waar de vragen zich specifieker richten op het waarom van hun handelen. De sfeer is soms sinister, zoals in de ruimte waar de schim oog in oog staat met een afbeelding van Sinterklaas die een jongeman letterlijk billenkoek geeft terwijl onzichtbare kinderen een liedje zingen ter ere van de Sint. Wat te denken van een uitvergrote klassenfoto waarop het gezicht van één kind is doorgekrast? Ben ik beschadigd?, staat daar op een deur. Die kan wel eens als een moker aankomen. “Het gaat hier om gedetineerden die heel wat gewend zijn”, geeft Huisman terug.
Even later lopen er met de schim pregnant aanwezige medeschimmen op die borden dragen waarop bijvoorbeeld staat: Ik weet niet of ik beschadigd ben. Het zijn reflecties die de schim als een soort cookies heeft achtergelaten door bepaalde deuren binnen te gaan. Huisman: “Ik wil dat het denken weer op gang gebracht wordt, dat het denken los komt. Als iemand nooit de liefde bedrijft, wil dat niet zeggen dat zijn apparaat kapot is.”
Is er iemand bang voor mij? Ben ik een egoïst? Denk ik dat ik ziek ben? Is liefde geborgenheid?
De schim op zijn scherm is nu beland in het gewelf van de waarheid. Hij moet door wapperende banieren van tule waden waarop uitspraken staan van grote denkers over de waarheid zoals Karl-Otto Apel, Galileo en Copernicus. Het labyrint van Michel Huisman is een encyclopedie aan feiten, citaten, traktaten en beelden. Bij het domein van de waarheid is de vraag naar de leugen dichtbij. Je kunt ook eerst de handleiding van de leugendetector lezen.

Alles wel, maar moet je niet een zekere intellectuele discipline hebben om hieraan te beginnen, en al helemaal om er doorheen te komen? “De mensen voor wie dit gemaakt is, hebben alle tijd om het werk te negeren. Maar er komt een dag dat ze het willen uitproberen. Dit is de enige plek in de instelling waar je een tocht op zee kunt maken, kunt vliegen, onder een boom kunt zitten of een wandeling in een park kunt maken op zondagmorgen. Het zit er allemaal in.” Steeds weer wordt de schim binnengeleid in zorgvuldig ingerichte ruimtes, begeleid door muziek die Huisman vaak zelf componeerde. “Het is heftig hoor. Dit behoort tot mijn mooiste werk, en het krijgt levenslang.”
“Je kunt er natuurlijk doorheen lopen als een zombie, zoals je doelloos door een stad kunt lopen. Maar er komt een moment dat je denkt dat je een marspapiertje op de grond ziet liggen maar het blijkt een jonge vleermuis te zijn. Of je ziet een fietsbel in een etalage en je denkt aan je broer. Ooit word je ergens mee geconfronteerd dat je dwingt naar binnen te gaan. Dan heb ik je, want dan ben je aan het denken.”
En daar is het Huisman om te doen. “Sommige jongens daar zitten al zestien jaar op slot, praten al zestien jaar niet meer over wat ze hebben gedaan. Vergis je niet. Je kunt heel goed je jaren doorbrengen in autisme of apathie.”
Is het forceren van dat slot niet link?
“Ik heb natuurlijk veel nagedacht over de psychische consequenties. Er met psychologen, sociologen en gedragswetenschappers over gesproken. Tbs’ers aan het denken krijgen, staat dicht bij iemand tot zelfmoord brengen, dat realiseer ik me goed. Gemiddeld één keer in de acht weken beneemt iemand zichzelf daar het leven. Het is geen kleuterklasje.”
Huisman heeft het spel zo geconstrueerd dat de speler steeds meer naar het domein van de liefde wordt gelokt. “De rede begint te pruttelen op het moment dat de ziel geraakt wordt. Dan pas zal de speler zich afvragen: ‘Wat gebeurt er met mij’? Daar doe ik wat mee!”
De meest confronterende vraag?
Dat is de deur met als opschrift Weet ik waar het fout is gegaan? “Het is de meest akelige en ontmoedigende vraag omdat hier in wezen wordt gevraagd om de weg nog eens af te leggen.” Toch, wie deze deur kiest, komt terecht in het domein van de liefde, met kwetterende vogels en wuivend gras. “Omdat ik denk dat je daar de meeste kans maakt om te genezen.”
Maar ontsnappen is niet mogelijk, de speler blijft een gevangene in een tbs-kliniek. Als hij het dak van het spel heeft bereikt, blijkt het gebouw een ruimteschip. Je kunt er boven zweven, door het glazen dak je eigen sporen zien, maar je kunt niet weg. Een soort Hotel Californië eigenlijk: “You can check out any time / but you can never leave”.