In ware film noir-stijl laat regisseur Michaël R. Roskam zijn personages elkaar afmaken in zijn eerste grote speelfilm Rundskop. Vlaamse boerenfilm meets grofgebekte Amerikaanse gangsters, met de Belgische hormoonmaffia op de achtergrond. Roskam: “Geweld is inherent aan de mens.”
Zes jaar lang broedde Roskam op zijn eerste langspeelfilm, die deze maand in première gaat. Hoofdrolspeler Matthias Schoenaerts kwam, net als Robert De Niro indertijd voor Raging Bull, 27 kilo aan voor zijn rol van Jacky Vanmarsenille, een Limburgse vetmester. Vanmarsenille wordt door een malafide veearts gevraagd om een deal te sluiten met een beruchte West-Vlaamse vleesboer. Maar de moord op een politieagent en een onverwachte confrontatie met een geheim uit zijn verleden zetten een reeks gebeurtenissen in gang. Met verregaande gevolgen.
In Rundskop, een film over mannelijkheid, vriendschap en loyaliteit, mengt Roskam verschillende genres, en verwijst volop naar de filmgeschiedenis. Michaël R. Roskam (1972) spreekt in gevatte oneliners en stopt zijn bewondering voor de gangsters uit westerns niet onder stoelen of banken. Hij is een Humphrey Bogart in ’t diepst van zijn gedachten.
Als kind keek hij op zaterdagnamiddag naar oude zwart-witfilms. Later studeerde hij schilderkunst, in 2002 maakte hij zijn eerste kortfilm, Haun. Later volgden Carlo, The One Thing to Do en Today is Friday, stuk voor stuk bekroonde kortfilms.
Je noemt Rundskop een gangsterfilm, maar het misdaadverhaal is slechts de achtergrond waartegen een veel persoonlijker verhaal zich afspeelt.
“ Zelf vind ik het meer een noodlotstragedie, maar onder die term zou de film niet verkopen. (lacht) Als je naar de trailer kijkt, verwacht je een thriller. De film begint met een greep uit het leven, maar dan gebeurt er iets waardoor het hoofdpersonage twintig jaar wordt teruggeslingerd in de tijd. Het verhaal dat begon als een klassiek gangsterverhaal wordt plots onderbroken, want bij het hoofdpersonage komt een persoonlijk probleem bovendrijven dat prioriteit krijgt op het misdaadelement. De film begint dus twee keer. Alles tot aan de flashback is één grote proloog.”
Het noodlot slaat ongenadig hard toe bij Jacky Vanmarsenille. Ook Carlo gaat over het lot, toeval en ongeluk. Vanwaar je fascinatie voor die thema’s?
“Als mensen iets ergs overkomt, zijn ze geneigd om dat te zien als een straf. Het katholicisme is gebaseerd op dat concept van zonde, schuld en boete. We hebben het gevoel dat we gestraft worden, dus we gaan zelf de schuld maar invullen.”
“Kunnen wij ooit van iemand ten volle zeggen: jij bent schuldig? Dat weet ik niet. Gelukkig bestaat er in ons rechtssysteem een uitweg voor passiemoorden; het concept van ontoerekeningsvatbaarheid of onweerstaanbare drang. Mijn hoofdpersonage begaat misdaden waarvoor hij de gevangenis in zou moeten, maar uiteindelijk stelt de vraag zich: hoe schuldig is hij echt? Als je Jacky in levende lijve tegenkwam, zou je waarschijnlijk gillend weglopen. Toch hoop ik dat iedereen door hem geraakt wordt.”
Je noemt Rundskop ook een film noir. In hoeverre hebben film noirs je geïnspireerd?
“Zeer sterk. Het zien van Michael Curtiz’ Angels With Dirty Faces betekende een mijlpaal in de evolutie van mijn eigen script. Het is een prachtige film uit de jaren dertig met Humphrey Bogart en James Cagney. De boodschap van de film is: gangsters zijn niet cool en misdaad loont niet. Het is een hypermoralistisch en diepkatholiek pamflet, maar ik ben het er volledig mee eens. Die tien geboden, die zijn zo stom niet. (lacht) Geen verraad plegen, niet moorden, respect hebben. Als we willen dat de mensheid blijft bestaan, moeten we dat volhouden.”
Voor zo’n vredelievend man zijn je films wel heel hard.
“Contradictorisch hé? (lacht) Ik zie de mens als een humanistisch en rationeel wezen, maar tegelijk is hij nog altijd een beetje dier. Wij hebben bijnieren die adrenaline produceren, waardoor we dierlijke instincten hebben. Zolang de bijnier niet evolutionair uit ons lichaam verwijderd wordt, zijn mensen potentieel gewelddadig. Dat wil ik niet negeren. Ik toon geweld niet omdat ik het cool vind – Tarantino doet dat – maar omdat het deel is van onze identiteit.”
Tarantino toont geweld op een heel andere, bijna grappige manier.
“Ik wil niet dat je er zomaar van geniet. Geweld kàn er natuurlijk heel cool uitzien, maar dat wilde ik niet. Misschien heb ik zelf onbewust last van adrenaline. Door in mijn film geweld te tonen, hoef ik het in het echte leven niet te gebruiken. Zo kan ik het effect van mijn eigen bijnier bezweren.”
Hoe belangrijk is Limburg voor jou? Carlo speelt zich net als Rundskop af in Limburg, aan de taalgrens met Luik.
“Limburg ken ik. Ik ben opgegroeid in Sint-Truiden. Zo kon ik beslissingen nemen zonder veel research te doen. Ik wist welke velden, akkers en bomen ik wilde laten zien. Heel dat universum is voor mij vertrouwd. En het kwam goed uit om daar een vetmester in te situeren die niet zo georganiseerd is als de maffiosi van West-Vlaanderen. Door het lot komt hij met hen in contact en dan gaat de bal aan het rollen.”