Het was in de tijd van Provo dat Hans van den Ban (1950) voor het eerst van zich liet horen als kunstenaar. Hij had ontdekt dat je in telefooncellen op Engelse stationnetjes grammofoonplaatjes kon opnemen. Je kon er een tekst inzingen die vervolgens op een 45-toerenplaat werd geperst. Van den Ban koos niet voor ‘Lang zal ze leven’ of iets dergelijks, maar riep een keer of veertig ‘koffie’. In die tijd viel hij ook wel eens onaangekondigd binnen bij bedrijven om er luidkeels ‘koffie’ te roepen. “Een zachte vorm van anarchie”, noemt hij het zelf. “Want als je ergens ‘koffie’ roept, legt iedereen het werk neer.”
In de jaren die volgden zat Van den Ban niet stil. Hij maakte beelden en collages, maar zie, veertig jaar later grijpt hij voor Glocal Affairs terug op een geluidssculptuur waarin stemmen een hoofdrol vertolken. “De cirkel is rond”, zegt hij. Wie straks gedurende november in Maastricht de Timmerfabriek nadert, hoort stemmen van ouders die hun kinderen binnenroepen. Omdat het donker wordt, omdat het bedtijd is of omdat ze moeten eten. De stemmen kunnen zomaar gevoelens van nostalgie oproepen omdat ze herineren aan een zomeravond die ten einde loopt of het afscheid van de dag.
De stemmen nam hij op in tal van Maastrichtse wijken. In ‘sjiekere’ buurten, in volkswijken, maar evengoed in de stad. Hij voerde het project eerder uit in Dordrecht. “Om te beginnen vind ik het heel erg mooi als ouders hun kinderen binnenroepen. Het is zo alledaags als wat en je staat er zelf vaak niet bij stil hoe mooi het eigenlijk is. Ik vind het mijn taak als kunstenaar om daar wel even stil bij te staan.”
Van den Ban ging op zoek naar traditionele plaatselijke namen, maar ook namen van immigrantenkinderen. “Zo krijg je een sociale scan van de stad.” Lange rijen namen van kinderen smelten samen op zijn geluidsband van een minuut of acht. Global en local worden zo samengebracht. “Poolse of Italiaanse namen tonen de geschiedenis van oudere lokale migraties. Marokkaanse of Turkse namen verwijzen naar recentere migraties. In Dordrecht kreeg ik kritiek van een aantal oudere dames die meenden dat het in sommige culturen kennelijk gangbaar is dat kinderen helemaal niet binnen worden geroepen, met alle overlast van dien. In Marokko spelen kinderen buiten en worden eventueel door de gemeenschap gecorrigeerd. Dat valt in Nederland weg. Dat soort aspecten kunnen aan het licht komen met zo’n geluidswerk en het zo een actuele betekenis verlenen.”