De eerste buitenlandse transfers in het Nederlandse vrouwenvoetbal is een feit. Sherida Spitse speelt voortaan in Noorwegen. De vaderlandse pers schreef er met enige trots over. Daar durfde Nettie Honeyball anderhalve eeuw geleden amper van te dromen.

Verbaasd kijkt Nettie Honeyball om zich heen als ze om vijf uur, dertig minuten later dan gepland, het kleiachtige veld van de Crouch End Athletic Ground oprent. De vastberaden feministe ziet zo’n tienduizend toeschouwers, vooral mannen, die het Noord-Londense voetbalveld omzomen. Sommige mannen zijn op de hekken geklommen of hebben een plekje in de bomen gezocht. Ook de zittribune is vol. Mannen met lange wollen jassen, smalle broeken en gleufhoeden hebben er plaats genomen. Hier en daar zitten enkele vrouwen, goed gekleed in moderne jasjes met strakke tailles en klokvormige rokken. Onmiskenbaar middle class of hoger.

Vooraf had ze op zo’n 500 toeschouwers gerekend. De grote opkomst stemt de pas 21-jarige Honeyball, dochter van een Londense stoffeerder, afkomstig uit de middenklasse, tevreden; haar idee om met een goed getraind vrouwenvoetbalteam door het land te toeren, kost de nodige pounds sterling. Het geluid dat ze hoort bevalt haar minder. Er wordt hard gelachen om haar verschijning.

Het is niet de ontvangst waar Honeyball op heeft gehoopt, maar het komt ook weer niet geheel onverwacht. Toen vijftien jaar eerder, in 1880, de net opgerichte Rational Dress Society een pleidooi hield voor meer comfortabele kleding voor vrouwen, stuitte dat op veel weerstand. De Society pleitte voor rokken tot halverwege de kuit in plaats van zware jurken en knellende korsetten. Vrouwen die de tips van de Society navolgden, werden hevig bekritiseerd en soms zelfs aangevallen. Nu op 23 maart 1895 Honeyball en haar teamgenoten het veld oprennen op kicksen, gehuld in comfortabele blouses en, het ergst van alles, broeken, zijn de reacties van het publiek naar de geest van de tijd.

Honeyball en haar teamgenoten probeert zich van het gejoel en het gelach niets aan te trekken. Ze hebben de broeken met opzet aangetrokken, om een statement te maken. Want Honeyball heeft dan wel een voorliefde voor de sport, ze heeft het team vorig jaar vooral geformeerd om te bewijzen dat vrouwen het spelletje op dezelfde manier kunnen spelen als mannen. De broek, de scheenplaten en de kicksen ziet ze als een uiting van politieke en economische vrijheid.

De halfslachtige veranderingen van de afgelopen jaren hekelt Honeyball. Rond 1890 kregen vrouwen vanaf de middenklasse weliswaar meer rechten, maar op het sportveld moeten ze nog steeds smaakvol uitgedost zijn en in hun kleding hun vrouwelijkheid etaleren. Gangbare kledingnormen, zoals het dragen van een lange rok, dienen ook in de sport te worden gehandhaafd. Honeyball wenst er zich niets van aan te trekken. “We willen geen la-di-da leden en spelen het spel op de juiste manier.”

Ze ergert zich niet alleen aan de kledingvoorschriften: “Ik richtte vorig jaar de British Ladies FC op om de wereld te tonen dat vrouwen niet de decoratieve en nutteloze wezens zijn zoals ze door mannen worden afgeschilderd. En ik kijk uit naar de tijd dat vrouwen deel uitmaken van het parlement en hun stem mogen doen gelden.”

Dat vindt in 1895 lang niet iedereen.

Artsen vinden het onverantwoord voor vrouwen om te voetballen. De competitiviteit ervan zorgt voor te veel inspanning, en dat kunnen vrouwen in hun ogen niet aan. De hoeveelheid energie die per dag beschikbaar is, mag niet worden verspild aan overdadige inzet tijdens een voetbalwedstrijd. Vrouwen moeten die energie bewaren om het huishouden te doen en kinderen groot te brengen. Gezonde en krachtige kinderen moeten het zijn, het voortbestaan van de natie staat op het spel. Valpartijen en ongelukkige botsingen, die bij voetbal nogal eens voorkomen, kunnen zelfs leiden tot onvruchtbaarheid.

Ook de journalistiek doet een duit in het zakje. Voetbal is voor mannen, niet voor vrouwen, is daar de gemiddelde mening. Men vindt damesvoetbal onfatsoenlijk en onzedelijk. Dat vrouwen de hockeystick, het tennisracket of de golfclub ter hand nemen, kan nog wel door de beugel, maar een contactsport als voetbal niet. Te mannelijk, te vulgair.

Meer dan een eeuw later ligt dat anders. De journalistieke opstelling is veranderd: de wedstrijden van het EK voetbal afgelopen jaar werden in tal van landen uitgezonden op radio en tv, vaak live. Ook in aantallen groeit en bloeit het vrouwenvoetbal. En onlangs was de eerste buitenlandse transfers in het Nederlandse vrouwenvoetbal een feit. Sherida Spitse verruilt FC Twente voor het Noorse Lillestrøm SK. Het vrouwenvoetbal neemt serieuze vormen aan, al kan het qua populariteit nog niet tippen aan het mannenvoetbal: de publieke belangstelling tijdens het genoemde EK viel nogal tegen.

Bij Nettie Honeyball en haar team van voetbalpioniers waren de media weliswaar negatief, maar die aandacht zorgde er wel voor dat er tienduizend nieuwsgierigen langs de kant stonden bij de eerste wedstrijd van de British Ladies FC.

Het is trouwens een onderlinge pot tussen de dames, een ander vrouwenteam bestaat nog niet. Doordat er tijdens de wedstrijd drie eigen doelpunten vallen, voelen de criticasters zich bevestigd in hun oordeel dat voetbal niets is voor vrouwen.

Een dag na de match leest Honeyball in de kranten dat “weinig meiden de basisbeginselen van de sport begrepen”, “bang waren om de bal te blesseren door er te hard tegen te schoppen” en “het voor iedereen duidelijk was dat vrouwen niets te zoeken hadden op het voetbalveld”.

Honeyballs doel om de wereld te overtuigen dat niet alleen mannen kunnen en mogen voetballen, is voorlopig mislukt. Ze kan niet anders dan concluderen dat het publiek er nog niet klaar voor is.