Museumplein Venlo
Als een baken op een bladerloze heuvel ligt Museum Abteiberg in de winterzon. Het zinken dak glimt als nieuw, een ongenaakbare tempel van de kunst. Maar met dat ongenaakbare valt het wel mee. Veertien lange maanden was het pas 25 jaar oude museum in hartje Mönchengladbach dicht wegens restauratie. Het was hoognodig, zegt een suppoost, het gebouw gleed sinds de aardbeving van vijftien jaar geleden langzaam maar zeker van de heuvel af.
Interessant beeld.
Binnen constateer ik dat er meer suppoosten zijn dan bezoekers. Het gaat niet goed met het Museum Abteiberg. Voor een stad als Mönchengladbach valt het niet mee overeind te blijven in het uitdijende woud van moderne-kunstmusea in het Rijnland.
Terwijl ik door het vrijwel lege museum loop, wordt in Amsterdam bekend gemaakt dat Wim Pijbes de nieuwe directeur van het Rijksmuseum wordt. De reacties op die benoeming tonen de waterscheiding tussen twee generaties museumdirecteuren in Nederland. Je hebt de intellectuele, soevereine heersers uit het kamp van Rudi Fuchs en de marketingdirecteuren zoals Wim van Krimpen en Wim Pijbes.
Dat Pijbes van het Rijksmuseum een commercieel succes gaat maken, daar zijn vriend en vijand van overtuigd. De twijfels die in de laatste categorie overheersen zijn vakinhoudelijk. Zo vreest Fuchs dat het Rijksmuseum onder Pijbes “een artistieke kermisattractie” wordt, ten koste van de kunsthistorische taken die een museum nu eenmaal ook heeft. Directeur Alexander van Grevenstein van het Bonnefantenmuseum vindt dat Pijbes nog een hoop heeft te bewijzen. “In de Kunsthal had hij geen collectie, daar moest hij het hebben van de bezoekcijfers.”
En zo beweegt het museumdebat mee met de slinger van de tijdgeest. Dat is in Amsterdam niet anders dan in Mönchengladbach of in Venlo. Daar dobbert het Museum Van Bommel Van Dam richtingloos op woelige baren. Een wankele collectie, weinig bezoekers en een gebrek aan smoel maken dat het museum zich in steeds kleinere cirkels beweegt. Tegelijkertijd wil Venlo graag een Tajiri-museum binnen de poorten. De stad heeft daartoe overeenstemming bereikt met de inmiddels stokoude Shinkichi Tajiri, de Japans-Amerikaanse kunstenaar die al veertig jaar in het naburige Baarlo woont. Het is het beste plan dat Venlo (en Museum Van Bommel Van Dam) kan overkomen, maar de sense of urgency die zo’n plan moet omgeven, ontbreekt. Waar moet zo’n museum komen? Het gemeentebestuur twijfelt tussen het Nedinsco-complex aan de Maas (een droomlocatie) en nieuwbouw bij Van Bommel van Dam, om zo samen met het naburige Limburgs Museum een kleine variant van het Amsterdamse Museumplein te creëren. Nu nog het budget…
Er is ook druk van buiten. De weduwe van Karel Appel, vriend en generatiegenoot van Tajiri, zou wel interesse hebben om het legaat van haar man in dat nieuwe Tajiri Museum onder te brengen. Omgekeerd heeft het Cobra Museum in Amstelveen nieuwbouwplannen waarin zowel de erfenis van Appel als die van Tajiri onderdak zou kunnen krijgen.
Past Karel Appel bij Venlo? Hoort Tajiri in Amstelveen? In Museum Abteiberg in Mönchengladbach zijn twee wanden vrijgemaakt voor een serie tekeningen van Erik van Lieshout, gemaakt op 4 november 2004, vlak na de moord op Theo van Gogh. Waarom komt zo’n reeks in een buitenlandse collectie terecht?