Dmitri Liss is vanaf september officieel chef-dirigent van de philharmonie zuidnederland. “Iedereen vraagt me hoe ik het orkest beter ga maken. Het antwoord geldt voor alle orkesten: door hard te werken.” door Emile Hollman

Mooi T-shirt heeft hij aan, Dmitri Liss. Met een brede glimlach wijst hij op zijn borst en noemt de namen bij de hoofden die er op staan: Sjostakovitsj, Stravinsky, Rachmaninov, Prokofjev, Tsjaikovksi en Rimsky-Korsakov. Ze klinken het best met Russische tongval. Liss is thuis in Jekaterinenburg, achter de Oeral, via Skype overbruggen we de afstand van ruim vierduizend kilometer. Wie denkt dat de chef-dirigent van de philharmonie zuidnederland zijn officiële inauguratieconcert opluistert met muziek van een van de grootheden op zijn shirt, heeft het mis. “Dat zou te voorspelbaar zijn”, vindt hij. Maar rond kerstmis staat het Eerste Pianoconcert van Tsjaikovski en de Sheherazade van Rimsky-Korsakov op het menu.

De afspraak is dat Liss elk seizoen tien weken per jaar doorbrengt met het orkest. “Iedereen vraagt me hoe ik het orkest beter ga maken. De enige manier om welk orkest dan ook beter te maken is: door hard te werken. Het is een goed orkest, maar ook een fusieorkest dat we een stevige body moeten geven. Ik dirigeerde laatst in Düsseldorf en ontdekte dat hun chef-dirigent daar maar zes weken per jaar werkt. De tijd dat dirigenten heel lang optrokken met de musici, is voorbij.”

Al geldt dat dan weer niet voor Dmitri Liss zelf. Meer dan 22 jaar staat hij op de bok voor het Philharmonisch orkest van de Oeral.

In oktober speelt Liss met de philharmonie zuidnederland de Peer Gynt-suite van Grieg, La Valse van Ravel en het Vioolconcert van Sibelius. Muziek die zijn hart raakt. “Peer Gynt is me dierbaar. De muziek is zo puur, zo helder, daar wil je niets meer aan toe voegen. Elke keer als ik La Valse dirigeer, kom ik me erg dicht bij mijn eigen temperament, mijn smaak, mijn houding niet alleen tot muziek maar tot de wereld.” Over de betekenis van het stuk van Ravel uit 1920 is veel gespeculeerd. Het zou een muzikale metafoor zijn voor de catastrofe in Europa na de Eerste Wereldoorlog – Ravel vocht mee in die oorlog. “Voor mij reflecteert La Valse vooral wat er in die tijd in Europa aan de hand was”, zegt Liss. “Alles komt erin samen, de politiek, de cultuur, het sociale leven. Deze muziek roept voor mij het aroma van een tijdperk op”, zegt hij bevlogen. Om vervolgens heel nuchter te stellen dat hij het niet fijn vindt om over muziek te praten. “Als ik het allemaal zo goed zou kunnen vertellen, hoef ik niet te dirigeren en zou muziek zinloos zijn. Muziek kan meer zeggen dan woorden.”

Maar hoe brengt hij die sfeer en betekenis dan over op de musici? “In elk geval niet door te vertellen wat ik me erbij voorstel, absoluut niet. Als ik werk met het orkest, probeer ik ze in de goede richting te helpen door mijn handen te gebruiken, emoties te laten zien. Natuurlijk hebben ze hun eigen ervaring, elk orkest speelt deze stukken. Ik moet gewoon voelen hoe het orkest reageert. Weet je dat ik soms, als ik dit stuk dirigeer of hoor, het aroma van de parfums in de Weense danszalen kan ruiken? Het is complex, alles komt samen: de Weense wals, de schilderijen van Gustave Klimt, de aanwezigheid van Siegmund Freud, al die hoogtepunten in de Weense cultuur die niet bestand bleken tegen de opdoemende tragedie. Het gaat voor mij niet alleen over het aroma van een epoque, het gaat over het leven voor een catastrofe.”

Dmitri Liss trakteert dit najaar op een aantal solisten die hij zeer hoog acht. Zoals Vadim Repin, de violist over wie The Guardian scheef dat hij Sibelius niet speelt maar is. “Een virtuoos en een slimme, temperamentvolle musicus. Jaren geleden belde hij me dat hij directie ging doen aan het conservatorium in Sint Petersburg. Ik dacht dat hij gek was geworden. “Ga je je instrument verraden en al die anderen achterna die zo nodig dirigent moeten worden?”, vroeg ik. “In het geheel niet”, zei hij. “Ik wil alleen begrijpen hoe een dirigent communiceert met zijn orkest.” Deze houding respecteer ik ten zeerste.”

Voordat Liss zijn opwachting maakt in de zuidelijke Nederlanden heeft hij er al een indrukwekkende reis opzitten. Hij dirigeerde dit jaar in Japan, Mexico, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Oostenrijk, China en Portugal. Dit afgezien van alle concerten die hij thuis in Jekaterinenburg geeft. In juli maakte hij voor Sony een cd met de rijzende ster Olga Peretyatko. In de tien weken dat hij in Nederland is, kan hij in alle rust werken met het orkest. Aan het einde van zijn verblijf brengt hij het Eerste Pianoconcert van Tsjaikowski, een stuk dat hij ontelbaar vaak heeft gedirigeerd en tot in de finesses heeft verkend. “Misschien ken ik het te goed. Het is voor mij juist de uitdaging om te vergeten dat ik het ooit eerder heb gedirigeerd.”

Philharmonie zuidnederland met Dmitri Liss (Grieg, Sibelius, Jeths, Ravel), op 23 september in Theater aan het Vrijthof Maastricht, op 24 september in Muziekgebouw Eindhoven. Russische Kerst, op 16 december in Muziekgebouw Eindhoven, op 23 december in Theater Heerlen. philharmoniezuidnederland.nl