Geloof maar dat er op Goede Vrijdag 1949 duchtig gevloekt is in de kerk van Wahlwiller. Uitgerekend die dag verwijderde schilder Aad de Haas (1920-1972) na een hoop gedoe zijn kruiswegstaties uit de kerk, op last van bisschop Lemmens. Deze maand wordt de lijdensweg van Christus én die van De Haas verklankt in een nieuwe passie.

Ze kijken elkaar even aan, de componisten Arno Dieteren en André Stolwijk. Dat de Wahlwillerpassie een eerbetoon is aan Aad de Haas, staat buiten kijf. Maar of we de passie van circa anderhalf uur ook als een statement moeten opvatten? “Ach”, relativeert Arno Dieteren, “het speelt allemaal zestig jaar geleden. Aad de Haas heeft de herplaatsing van zijn staties zelf niet eens meer meegemaakt. Maar het gevecht van de kunstenaar, zijn lijden, zijn verbanning, zijn omgeving waarin hij wel of niet wordt opgevangen, zijn vrouw die uit de Bijbel voorlas terwijl hij aan de staties werkte, dat alles heeft de passie mede bepaald.”

Het verhaal van De Haas en zijn uit de kerk van Wahlwiller verwijderde kruisweg hoort inmiddels tot de canon van de Limburgse geschiedenis. In 1946 krijgt de dan nog relatief onbekende schilder een opdracht om in de Sint Cunibertuskerk in het dorp Wahlwiller bij Vaals een kruisweg te maken. Vermoedelijk werden gekende decorateurs als Charles Eijck, Henri Jonas en Joep Nicolas overgeslagen omdat De Haas een pleitbezorger had in de persoon van pater Mathot uit het naburige Wittem. Hij was bovendien goedkoper dan de concurrenten.
Aad de Haas, kritisch katholiek, schildert een achttal heiligenfiguren en brengt op de triomfboog de apocalyptische ruiters uit het boek Openbaring aan. Dan volgen de staties op losse panelen die van de kerk tot op de dag van vandaag een toeristische attractie hebben gemaakt. Genereus maakt de kunstenaar een kruisweg van zestien staties, voor de prijs van veertien. De bonuspanelen betreffen de Judaskus en de Verrijzenis.
Zo’n drie jaar werkte De Haas aan het project. Waarna tot zijn verbijstering een aantal critici, dat tijdens de bezetting op de hand van de bezetter was en het werk van De Haas entartet had verklaard, een hetze begonnen die tot een landelijke polemiek leidde. Om een lang verhaal kort te maken: ze slaagden in hun opzet door het Heilig Officie in Rome ervan te overtuigen dat het werk van De Haas beledigend zou zijn voor de waardigheid van religieuze onderwerpen. De Roermondse bisschop Lemmens dwong De Haas zijn staties te verwijderen. “Nu voegen ze in Wahlwiller een geheel nieuwe statie toe aan de kruisweg”, foeterde de kunstenaar. “Getiteld: Onze lieve heer vliegt de kerk uit.” Pas in 1980 zou de kerk de schilder rehabiliteren en de staties worden teruggeplaatst.
De Wahlwillerpassie is een traktatie van de Stichting Limburgse Componisten en ontwerper/schrijver Geert Setola die het libretto voor zijn rekening nam. In de wereldberoemde passies (Mattheus, Johannes) is er sprake van drie rollen: die van de verteller, Christus en het volk. Deze klassieke rolverdeling is hier aangepast: Christus en De Haas spreken uit één mond en het volk biedt ook onderdak aan stemmen van kunstenaars en bouwcommissies. Net als in de Mattheuspassie wordt de emotionele context in Wahlwiller geleverd door muziek en niet door acteurs; je hóórt enkel hun stemmen.
Dertien componisten componeerden allen een stukje muziek van maximaal vier minuten voor de passie. “Het kwam erop aan om te verklanken zonder na te schilderen, verbanden leggen zonder te beschrijven wat al geschilderd is”, zegt Stolwijk. De passie start met het Duitse bombardement op Rotterdam, de geboortestad van De Haas, in 1940. André Stolwijk verklankte die door twee versies van het Wilhelmus uit te spelen tegen het Horst Wessellied. Hans Meeuws koos voor de fuga om de vlucht uit Rotterdam muzikaal vorm te geven en Henry Konsten componeerde een aria die de wisselwerking tussen wanhoop, passie en hoop laat horen door een sopraan, twee klarinetten en een contrabas. Zo kozen alle componisten voor een stukje uit Setola’s passieverhaal. Hoewel ze vrij werden gelaten in hun composities, bewaakte Dieteren de spanningsopbouw en hield hij de verscheidenheid aan kleur en idioom in de peiling.
In een enkel geval hebben componisten op elkaar gewacht. Marcel Siebers componeerde zijn kwartet voor blazers nadat Ton Verhiel zijn trio voor blazers klaar had. André Stolwijk spreekt van een staalkaart: “In de passie kun je horen hoe hedendaagse Limburgse componisten met muziek bezig zijn.”
Dieteren zelf kruipt tijdens de epiloog, waarin de apocalyptische ruiters van de Haas voor het voetlicht treden, achter het orgel om al improviserend het moment te celebreren. Mooie opmaat voor componist John Slangen om het ex morbo assurgere, het opstaan uit de doden, te verklanken. Want daar was het uiteindelijk allemaal om begonnen: muziek en dus leven te blazen in de erfenis van Aad de Haas.

Uitvoeringen op 27 en 28/9 en op 4 en 5/10 in de Cunibertuskerk te Wahlwiller. Uitvoering: ensemble Helicon, organist Gerard Sars en sopraan Janice Jackson. In Schunck-Glaspaleis in Heerlen is een tentoonstelling over Aad de Haas. Nic.Tummers geeft tijdens de Kunstdagen Wittem lezingen over de apocalyptische ruiters in het werk van De Haas. Info 043 – 4082519, www.limburgsecomponisten.nl of www.kunstdagenwittem.nl