Ze rijden zich het snot voor de ogen, de Flandriens. Altijd in de aanval, nimmer versagen, van geen opgeven weten. Zoals mijnwerkers ook verbaal het gevecht aangingen met ‘de koal’, zo spuugt de ware Flandrien woorden tegen de kasseien in de Vlaamse klassiekers: hij zal zich niet klein laten krijgen door een strook glimmende stenen, schots en scherp en onverzettelijk in de modder.

Onder de titel Flandrien bracht de gelouterde Vlaamse fotograaf Stephan Vanfleteren (Kortrijk, 1969) in 2005 zo’n honderd zwart-witfoto’s samen die in een boek. De reeks wordt deze maand geëxposeerd in Schunck in Heerlen. Iedere wielerliefhebber kan het cliché van de Flandrien uittekenen, de Vlamingen die jaarlijks ook een Flandrien-Trofee uitreiken hebben er meteen een beeld bij: Albéric Schotte, ook wel IJzeren Briek, tweemaal winnaar van de Ronde van Vlaanderen (1942 en 1948), tweemaal wereldkampioen (1948 en 1950).

Briek Schotte stierf in 2004, op de dag dat Steffen Wesemann de Ronde van Vlaanderen won. Zijn hoofd staat op de cover van Flandrien. Hij kijkt recht de camera in. Flandrien staat er onder, verder niets. Hij is de enige renner die nog een keer terugkomt in het vierkante boek, niet veel groter dan een kassei: helemaal achterin, en profiel, als een schildpad kruipt zijn hoofd uit zijn kraag, zijn gezicht is zwaar getekend – van al dat stoempen? Flandrien is aan hem opgedragen.

Vanfleteren fotografeert geen renners die juichend over de meet komen. Welbeschouwd fotografeert hij nauwelijks renners. Eddy Merckx, Freddy Maertens, Peter van Petegem, Johan Museeuw, Rik van Looy, Roger de Vlaeminck, Nico Verhoeven, Sven Nys, Bruno Risi en Rik van Steenbergen zijn de uitverkorenen. We zien ze niet in volle glorie, maar totaal naar de kloten na een wedstrijd of etappe, dan wel op leeftijd, in berusting terugkijkend. Meer oog heeft hij gehad voor de landschappen waardoorheen de renners koersen, de supporters langs de kant met koppen die we kennen van de schilderijen van Permeke, op café voor de tv, in hun eigen habitat, het verkavelde platteland, ontsloten door betonblokken en kasseistroken. We zien ze zelf op de fiets ploeteren door de regen en de modder. De postbode die de hellende kasseistrook iedere dag neemt.

Vanfleteren fotografeerde de wielerlandschappen voor of na de koers, verlaten, met een kolencentrale in de diepte. Er is een man die licht gebogen door de straten van het heilige Geraardsbergen sjokt, alsof hij het leed van zijn leven met zich meetorst. Muur noch fiets te zien. Ploeteren is geen exclusiviteit voor de wielrenner. We ploeteren allemaal, elke dag. In 2009 won Vanfleteren de Louis Paul Boon prijs. Omdat hij met grote betrokkenheid de mens centraal stelt in zijn werk. Permeke deed het met verf, Boon met woorden, Vanfleteren doet het met de camera.

Stephan Vanfleteren. Flandrien – Het rauwe Vlaamse wielerleven. Van 1 september t/m 19 november bij Schunck. www.schunck.nl