Een digitaal bezoek aan een museum is een eenzaam avontuur, constateert DINGEMAN KUILMAN. Tegelijkertijd ervaar je een gevoel van luxe.

In de nacht van 7 april 2004 laat de Belgische kunstenaar Francis Alÿs een vos vrij in de Londense National Portrait Gallery. De bewakingscamera’s volgen de vos op zijn tocht door de museumzalen.

We zien hoe het ranke dier loopt te snuffelen of op een wandtafel springt. Alÿs noemde zijn videowerk The Nightwatch, met een knipoog naar Rembrandt. Het kwam voort uit zijn verbazing over het enorme aantal bewakingscamera’s in Londen. Inmiddels beschermen zo’n 700.000 Small Brothers de bewoners en bezoekers tegen criminaliteit en terreur.

The Nightwatch heeft in de coronacrisis nog een andere betekenis gekregen. De video roept het beeld op van de virtuele tours, waarmee gesloten musea hun presentaties toegankelijk maken. Een digitaal bezoek aan een museum is een eenzaam avontuur. Nergens staan suppoosten of lopen andere bezoekers.

In de lege zalen maken de voorwerpen en kunstwerken een verlaten indruk. Tegelijkertijd ervaar je daardoor ook een gevoel van luxe. Voor gewone mensen is het nog de enige manier om je zonder gedrang door de Eregalerij van het Rijksmuseum te bewegen. Je zou dan bijna vergeten hoe druk het daar vroeger was.

De vergelijking met The Nightwatch legt ook een breuk tussen de generaties bloot. Traditionele museumbezoekers hebben weinig problemen met de individuele opzet van de virtuele museumtour. Maar voor de leden van jongere generaties (Generatie Y en Z) is de digitale wereld een plaats om elkaar – gamend en chattend – te ontmoeten. De virtuele tours vormen voor hen geen aantrekkelijk alternatief. Ze wekken de schijn van innovatie, maar bevestigen in werkelijkheid de status quo.

En al die bewakingscamera’s in onze steden? Recent bewezen ze nog hun nut bij het opsporen van deelnemers aan de avondklokrellen. Sindsdien observeren ze tussen negen uur ’s avonds en half vijf ’s ochtends voornamelijk stille straten. Behalve handhavers en maaltijdbezorgers verschijnen daar soms ook wilde dieren, zoals begin dit jaar een vos in Breda. Als een ver familielid van de ruimtehond Laika verkende hij (of zij) de Ginnekenmarkt. De plaatselijke boswachter keek er niet van op: ‘Vossen zijn handige opportunisten.’

Kijk voor een verkorte versie van ‘The Nightwatch’ op francisalys.com/the-nightwatch


Dingeman Kuilman is directeur van het Stedelijk Museum Breda.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.