Hoe zou het met Nadia zijn? Ze is vast dood. Haar huis stond in Zvizdal, een dorpje in Oekraïne, te dicht bij Tsjernobyl. In 1986 werd de hele zone ontruimd voor de straling. Alle mensen moesten weg. Ze verhuisden naar nieuwe huizen. Behalve Nadia en haar man. Zij bleven thuis. ‘Waar je moeder je het leven gaf is de grond van onschatbare waarde’, zei Nadia in het Russisch.
Ik ken Nadia uit een documentaire. Theater Berlin ging vijf jaar lang bij Pétro en Nadia op bezoek. Ze maakten er een voorstelling van: Zvizdal, half echt, half toneel; Nadia en Pétro zaten op een bankje voor hun huis, in een dorp met alleen maar struiken en eenzaamheid.
‘Het dorp bestaat niet meer’, zei Pétro. ‘We hadden alles: water en elektriciteit. Daar was de post! Onze radio werkte!’ Hij draaide aan de knop. Krrrrrrrrk. De knokkels van zijn oude handen waren dik. ‘We moeten aardappelen planten’, zei Nadia. ‘En veeg de straat eens! Moet je al die bladeren zien.’
‘Rusland houdt van tragedie’, schreef ze. ‘Het westen ook, tenminste met een koffie verkeerd in een fauteuil.’
Ik genoot van de voorstelling. Ik kijk graag naar het harde bestaan in Rusland. Zeker als het een beetje romantisch is. Die Russen hebben iets romantisch. Of toch duizenden kilometer hier vandaan. Of nee, verleden tijd. Rusland is niet meer romantisch. Ik las een stukje van Mira Feticu in de krant. ‘Rusland houdt van tragedie’, schreef ze. ‘Het Westen ook, tenminste met een koffie verkeerd in een fauteuil. De westerse intellectueel zweert bij Fjodor Dostojevski en de dieptes van zijn personages, dieptes waarin hij zichzelf niet waagt, omdat het niet verstandig zou zijn.’
Mira Feticu schreef hoe ze de bewondering voor de klassieke Russische romantiek heeft afgeschaft. Ze denkt te vaak aan Anna Politkovskaja, Aleksandr Litvinenko en Boris Nemtsov. Het is nieuwe gruwel, cynisch in plaats van romantisch. Tragedies vragen tijd en afstand, zeker als je er plezier aan wil beleven. Het moet een oud litteken zijn, en anders mag het in ieder geval jouw litteken niet zijn.
In Zvizdal vrat het bos alles op, behalve het asfalt. Nadia en Pétro zaten op de bank te wachten. Bij ieder bezoek van de documentairemakers hing het hek schever. Het rechterbeen van Nadia zat los. Er was een magere koe en een paard dat mankte. De beesten gingen allebei dood, maar Nadia en Pétro bleven leven. ‘Als ik niet sterf’, zei Nadia, ‘zal ik overleven.’
De voorstelling is inmiddels langer dan vijf jaar geleden, Nadia zal intussen wel dood zijn. Tijd voor andere miserie.