Als persoon is choreografe Anne Teresa De Keersmaeker gereserveerd, beheerst en precies. Maar op toneel weet ze als geen ander emotie te leggen in de gouden driehoek van dans-vorm-muziek. Zie haar dansen en je weet: niemand kan mooier huppelen dan zij.
Dit jaar wordt Anne Teresa De Keersmaeker vijftig, in 1960 werd ze geboren als de dochter van Maurice van Frans van Keske. Zo ging dat in het Belgische dorp Wemmel bij Mechelen: iedereen noemde het landbouwersgezin met vier dochters en een zoon ‘de familie Keske’.

Op kostschool vond ze zichzelf een maniakaal meiske, dwangmatig bezig de syntax van Latijn en Grieks de ontrafelen. Maar nog voor ze 25 was, wist heel Vlaanderen dat België weer iemand had om trots op te zijn: Anne Teresa De Keersmaeker, inmiddels barones.
Haar eerste dansstukken waren direct muzikale hoogstandjes, subliem in structuur: Fase, four movements to the music of Steve Reich (1982) en Rosas danst Rosas (1983). Ze danste zelf mee: vlug en scherp, als een mes. De werken brachten haar internationale roem. Steve Reich zei over Fase dat De Keersmaeker de eerste was die precies wist waar zijn muziek over ging. De choreografe beantwoordde strijkkwartetten met duizelingwekkende contrapunten en vatte de innerlijke gemoedstoestand van een muziekstuk in lichte en lyrische bewegingen. Ze werd een metgezel van Beethoven en een debater van Bartók. Ze richtte haar eigen gezelschap op, Rosas.
Later, vanaf Just Before (1997), werden haar voorstellingen emotioneler. Niet toevallig kreeg de choreografe in die tijd twee kinderen. Met haar zus startte ze projecten om dans en toneel te integreren, tekstuele voorstellingen (in Nederland minder goed ontvangen). In het nieuwe millennium sijpelde haar sociaal engagement sterker door in haar werk. Zo danste ze in Once (2003) een solo op protestsongs van Joan Baez, sociaal betrokken miniverhaaltjes over oorlog, rassenhaat en medemenselijkheid.
Maar vooral bleef De Keersmaeker de choreografe die emotie wist te leggen in de gouden driehoek van dans-vorm-muziek. Zelf is ze wars van expliciete emoties. Je zult haar niet snel iets horen roepen of schreeuwen, ook niet horen schaterlachen. Ze is gedreven, op het maniakale af, maar gereserveerd. Die angst voor het directe vormt tevens de kracht van haar werk: De Keersmaeker zoekt altijd rijkere omwegen om haar gevoelens uit te drukken. In gewone taal heeft ze het idee dat ze niet duidelijk of volledig genoeg kan zijn. In dans heeft ze dat niet. Als ze op het toneel een sprongetje maakt, voel je de extase en weet je, niemand kan mooier huppelen dan Anne Teresa de Keersmaeker.
Hoewel ze al jaren macrobiotisch eet, zich ernstige zorgen maakt om het milieu (“We globaliseren vooral de slechte dingen: terrorisme, kapitalisme, ziekten. Goede zaken als onderwijs en respect voor de natuur helaas niet.”) en streng is in haar taoïstische levensvisie, zul je haar niet snel op de barricaden vinden. “Mijn taal is dans. Misschien klinkt het romantisch maar de mooiste dingen worden toch gezegd door het lichaam. Als er geen beweging is, vallen de dingen stil.”
En dus verstopt ze haar commentaar in dansvoorstellingen. Zoals in The Song, haar nieuwe groepsstuk voor negen mannen en één vrouw, met als muziek een paar songs van The White Album van The Beatles. The Song gaat over rust, vorm en orde zoeken in een wereld die zich steeds sneller voorbijloopt. Waarin de versnelling zodanig toeneemt, dat het lichaam een ankerpunt van stilstand wordt, een rots in de branding, een midden in het oog van de storm. Er ontstaat een natuurlijke harmonie uit een ogenschijnlijk ordeloos en wild gebeuren. De Keersmaeker in een toelichting: “We leven in zo’n complexe wereld met zo’n ongelooflijke snelheid van communiceren. Ik vind het moeilijk daar een natuurlijke adem in te vinden.’
Naast haar nu bijna dertig jaar bestaande dansgroep Rosas tekent De Keersmaeker ook voor de in1995 opgerichte dansopleiding (P.A.R.T.S.) en een nieuwe lichting choreografen. Cultuurcentrum Hasselt zoemt twee weken in op Rosas en dat wat zich afspeelt rondom dit beroemde Brusselse gezelschap.
Daarin is ook werk van de P.A.R.T.S.-afgestudeerden te zien, in dialoog met andere kunstdisciplines als muziek en theater. Vijf afgestudeerden van de lichting 2008 dansen in Hasselt, samen met collectief Busy Rocks, Dominos & butterflies, een energieke catastrofe van kettingreacties. Een week later is van Vincent Dunoyer zijn eerste choreografie voor de grote zaal te zien, Encore. In 2007 danste Dunoyer een duet met De Keersmaeker, getiteld Sister. Nu geeft hij door aan vijf jonge dansers, wat zijn lichaam zich daarvan herinnert.
Van choreograaf Wim Vandekeybus is in Hasselt ook een nieuwe (kleine) dans te zien, om gezamenlijk met kinderen in te studeren tijdens het Kids Bal Moderne. Een groots kinderdansfeest onder het motto ‘jong geleerd is oud gedaan’. Want ook de dochter van Maurice van Frans van Keske begon al vroeg met dansen, op haar zesde. Ze doet het nog steeds, zelfs nu ze in juni vijftig wordt.

‘Rondom Rosas’ in Cultuurcentrum Hasselt, focus op het gezelschap van Anne Teresa de Keersmaeker met o.m. The Song van Rosas (4/2), Dominos & Butterflies van Busy Rocks (12/2), Kids Bal Moderne (18/2) en Encore van Vincent Dunoyer (19/2). www.ccha.be