Een bijzonder moment tijdens het festivalseizoen van 2023: bezoekers van Rock Werchter waren erg boos op de organisator, die een tent had neergezet op het terrein. Een grote tent, met een capaciteit van 20.000 mensen, maar nog steeds te klein voor sommige artiesten die er geprogrammeerd stonden. Dus misten veel festivalgangers shows van onder meer Fred Again, omdat de tent toen vol stond en er niemand meer bij kon. 

Fred Again is een artiest die zijn muziek ‘Real Life’ noemt: hij gebruikt als vocalen schijnbaar lukraak bij elkaar geraapte dialogen uit FaceTime-gesprekken en iPhone-video’s. Waarschijnlijk dacht de organisatie van het festival: deze man mag dan wel 220 miljoen streams behalen met zijn grootste hit, dat wil nog niet zeggen dat mensen hem ook líve willen zien. Wel dus. 

Welkom in 2023, waar alle kaarten van sterrendom en status steeds opnieuw worden geschud. Waar een superster die iederéén kent (Madonna) de Ziggo Dome niet eens vult, en een Nigeriaanse artiest (Burna Boy) de twee keer grotere Gelredome uitverkoopt, zijn vlucht mist en daardoor zijn eigen optreden, en alle kranten daarover schrijven, maar eerst hun lezers moeten uitleggen wie de beste man is, omdat ze nooit aandacht aan hem hebben besteed. Die lezers hadden het ook aan hun kinderen kunnen vragen. 

Normaal gesproken zou je zeggen (ik wel, in elk geval): als je Fred Again zo graag wil zien, dan moet je gewoon zorgen dat je op tijd voor de tent staat waar hij speelt. Maar ook de festivalganger van 2023 is een consument. Die eist service. Die wil Fred Again zien, dus organisator: regel het maar. Here we are now, entertain us is dertig jaar later here we are now, facilitate us. 

Festivalbeeld van Down The Rabbit Hole. foto The Boho Guide

Wat hier vast een grote rol speelt, is dat het weekendticket van een groot festival inmiddels driehonderd euro kost, een heel festival minstens het dubbele. Als mensen een kapitaal hebben betaald om binnen te komen, zijn ze vervolgens ook veeleisend. Als zo’n weekend Werchter je een vakantie kost, neem je geen genoegen met: ‘Ga drie uur voor aanvang maar vast voor de tent staan’.

‘Een paar honderd euro betalen voor een kaartje, je tent opzetten op een terrein waar talloze artiesten optreden, en dan gaan kleien of bingo’

Wat me opviel aan veel filmpjes van bands die dit jaar op festivals stonden: er was altijd veel plek. Al was het festival uitverkocht, tijdens de optredens zag het er vaak niet zo uit. De reden hiervoor las ik in de Volkskrant-recensie van festival Down The Rabbit Hole, ooit opgezet als de hippere versie van Lowlands. Ik ben er één keer geweest, en de opzet was geslaagd – al bedoel ik dat niet als compliment. De recensie maakte me duidelijk dat niet alleen Nederland is gefestivaliseerd, maar ook de festivals zélf. Er is zoveel wat vroeger ‘randprogrammering’ heette, dat de muziek zelf inmiddels ook randprogrammering is geworden. 

‘Maar het publiek geeft zich over het algemeen nog niet gewonnen’, noteerde de Volkskrant-recensent. ‘Eerst maar op verkennende snuffeltocht naar Het Idyllische Veldje, waar je kan dansen op Surinaamse kaseko of je kan overgeven aan een scala van buitenschoolse activiteiten, van bingo tot kleien. Lekker hangen is ook een optie.’ 

Een paar honderd euro betalen voor een kaartje, je tentje opzetten op een terrein waar talloze artiesten optreden, en dan gaan kleien of bingo. De gruwelijkste van alle kunstbelevingen: de ironische. Dan nog liever een woedende festivalganger die toegang eist tot de tent van zijn favoriete artiest.