De platen van Lou Reed zijn als hoofdstukken uit een Great American Novel, vindt WIDO SMEETS. One, two, three, four…!
Ik hoorde dat schrijver Anton Dautzenberg en kunstenaar Rob Moonen werken aan een auditieve roman – en dacht meteen aan Lou Reed.
Uit woede over het presidentschap van Ronald Reagan maakte Lou Reed indertijd New York. Kent u een pop-opleiding waar deze plaat níet tot het curriculum hoort? Rij ernaar toe, spijker de poorten dicht en stuur een app naar de thuiswerkende directeur. Uw schooltje heeft geen zin.
Er is net een luxe editie uit van New York, ik hoef ‘m niet, dank u, ik heb de eerste druk nog, uit 1989, ome Lou was toen op zijn best. Een aanleiding om de plaat weer eens te draaien is het wel. Ik loop naar mijn cd-speler, in het schuiflaatje ligt Transformer – hoe komt die daar nu terecht?
Ik kom er niet achter. Gek genoeg draai ik in Lockdown II amper muziek. Benieuwd welk vel ik in Lockdown III zal afstropen.
Door Transformer raakte Reed bekend bij het grote publiek. Het was de plaat waarmee David Bowie als co-producer zoetjes wraak nam op Andy Warhol. Die vond hem eind jaren zestig niet interessant genoeg voor The Factory, de hangout voor artistieke types in Manhatten.
Thuis heb ik een portret van ome Lou aan de muur, geschilderd door Toon Teeken, iets groter dan een elpeehoes. Waarmee ik niets wil suggereren, dit stukje belandt echt niet in de knipselmap van Warner Brothers.
De verf op het doek zit er zo dik op dat het bijna een 3D-werk is. Wat bij Lou Reed, gezien de duimendiepe groeven in zijn gelaat, nog niet zo slecht getroffen is. Eigenlijk is het een landschap dat verandert naarmate het later wordt. Wanneer de zon verdwijnt en kunstlicht het overneemt, komen er kleuren los, als confetti.
Ik kocht het werk een jaar of vijf geleden, ik had een vast inkomen, dat waren nog tijden. Bij de volgende pandemie zal ik het doek moeten verkopen. Ik stuur dan een bericht naar Laurie Anderson, Lou’s weduwe, en vraag haar wat ze ervoor over heeft. Dan verhuist het doek naar een New Yorkse loft, waar het thuishoort, en kan ik er weer een jaartje tegen.
New York (1989) is de kroniek van een aangekondigde ondergang- van de VS. Het was Ronald Reagan die het land in de jaren tachtig ter beschikking stelde aan de Grote Graaiers – onder wie Donald Trump, een van de personages op de plaat. Net als zijn side kick Rudy Giuliani, die vorige week auditie deed voor The Joker.
Reed bezingt het duo in Sick of You, een absurdistisch-visionaire beschrijving van de VS die intussen helemaal niet zo absurdistisch meer is. ‘They say the President’s dead / but no one can find his head / It’s been missing now for weeks / But no one noticed it / he had seemed so fit.’
Toen John Hinckley, om indruk te maken op Jodie Foster, in 1981 een moordaanslag pleegde op Reagan, schreef ik een stukje in een studentenblad waarin ik hem kandideerde voor de Nobelprijs voor de Vrede. Hinckley is intussen vrij. Kan Jody hem niet een briefje sturen? Een mens mag toch blijven hopen?
Intussen heb ik de platen van ome Lou klaarliggen voor na Lockdown II. Het stapeltje is eigenlijk een auditieve roman. Meer dan dat, het is een Great American Novel. Beluister dat boek – at maximum volume. One, two, three, four…!
WIDO SMEETS
Toon Teeken, Lou Reed (2012)