In haar performance What’s in my eye? speelt Lieke van der Vegt met illusies en verwachtingen van kijkers. ‘Elkaar zien voelt als een aanraking, als een verrijking.’ door René van Peer
What’s in my eye?, het afstudeerwerk van Lieke van der Vegt (Ommen, 1997) eerder dit jaar aan de Toneelacademie in Maastricht, gaat over het oog en de wereld die daarin besloten ligt. Belangrijk element in de voorstelling is de camera obscura, een vroege vorm van projectie. Licht dat door een nauwe opening binnenvalt, maakt een omgeving ondersteboven zichtbaar op een tegenover liggende wand. ‘Dat fascineert me al sinds het tweede jaar van mijn opleiding’, zegt Van der Vegt. ‘Het biedt mij de mogelijkheid om mensen door middel van techniek op een andere manier ergens naar te laten kijken. Op het podium sta ik achter een doek met een gat waarin een lens zit. De mensen in de zaal zien mij, maar door het gebruik van verschillende lenzen, verschuift het perspectief. Men kijkt naar een toverspel waarin ik verdwijn en verschijn.
Met What’s in my eye? heeft ze een visuele vertelling gemaakt over zien en gezien worden, over de binnenwereld achter je ogen. De titel speelt met de dubbele betekenis in de Engelse woorden ‘I’ en ‘eye’. Ze ogen anders, maar ze klinken identiek. ‘De buitenwereld valt door mijn oog naar binnen, maar wat gebeurt er als ik die binnenwereld weer naar buiten keer? En aan mijn publiek toon? Elkaar zien voelt als een aanraking, als een verrijking. In de voorstelling zit een verloop, maar het is geen doorsnee verhaal. Het is een manier om jouw oog en mijn oog samen te brengen. Oog in oog staan is de puurste en spannendste vorm van contact die ik ken. Maar het heeft ook een andere kant: de angst om niet gezien te worden, en daardoor te verdwijnen. Dat vind ik nu heel actueel omdat we door de coronacrisis al maanden een individueel bestaan leiden.’
Van der Vegt beaamt dat ze visueel ingesteld is. ‘Ik ben een beelddenker. De beelden komen uit mijn binnenwereld. Een magische wereld waarin ik bepaalde zaken in de schijnwerpers zet. In mijn theaterwerk zet ik als het ware een deur open zodat het publiek mijn wereld binnen kan stappen. Ik laat de mensen iets zien dat prikkelt en dat ze niet kennen. De ervaring die ik ze geef moet spreken tot de verbeelding en voelbaar worden. Dat is wat theater zou moeten doen.’
‘Na deze voorstelling ga ik mijn fiets opknappen, of leren lassen’
In haar werk balanceert ze tussen beeldende kunst en ervaringstheater. Ze gebruikt weinig tekst. Ze beschouwt zichzelf dan ook niet als een acteur of een personage in een verhaal, maar eerder als drager van de voorstelling. Ze zoekt naar verschillende manieren om haar werk naar het publiek te vertalen, onder meer door haar teksten te zingen. Van der Vegt zingt al jaren, met haar jongere zus Anne van der Vegt. ‘Dat heeft een plek gekregen in What’s in my eye?. We werken regelmatig samen en we lijken op elkaar. Doordat zij ook in de performance optreedt, weten de mensen in het publiek vaak niet wat ze zien. Ik stuur hun ogen, ik speel ermee. Maar aan het slot ontmantel ik alles wat ze gezien hebben. Ik vind het een voorrecht van theater dat je elkaar in de ogen kijkt, in elkaars ogen valt.’
Dat laatste is een zeldzame ervaring geworden, nu veel theaters door de coronacrisis gesloten zijn. Van der Vegt is dan ook blij dat VIA ZUID haar de kans geeft om op te treden tijdens Cultura Nova. Eind oktober had ze nog de première van de voorstelling Een kameleon keek in de spiegel onder de vleugels van theater Artemis in Den Bosch, waar ze een maand lang met David Westera aan gewerkt heeft. ‘Nu ik afgestudeerd ben, ben ik helemaal zelf verantwoordelijk voor wat ik maak. Ik kan niet aan een tafel nieuwe performances bedenken, maar ik blijf in beweging, ook als theaters dicht zijn. Na deze voorstelling ga ik mijn fiets opknappen, of leren lassen. Als ik zulke dingen doe, krijg ik vanzelf zin om kunst te maken. En misschien dat ik er iets van gebruik in een volgende performance. Onbewust ben ik altijd bezig met mijn werk.’
Bang voor een zwart gat is ze niet. ‘Toen corona kwam dacht ik eerst dat dit grote invloed zou hebben. Maar ik besloot om zelf mijn kansen te creëren. Zo’n première bij Artemis geeft energie. Veel mensen die van de academie afkomen willen naar de randstad. Ik wil kijken of ik iets in Limburg kan opzetten of in het oosten, waar ik vandaan kom. Die twee regio’s verbinden. Daar is ruimte.’
What’s in my eye? Lieke van der Vegt in coproductie met VIA ZUID en Hoge Fronten. Op 28 en 29 december bij SCHUNCK Heerlen als onderdeel van Cultura Nova.
liekevdvegt.nl/whatsinmyeye, viazuid.com
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.