De bibliotheken moeten bezuinigen, er moeten harde keuzes worden gemaakt. Medewerkers dreigen hun baan te verliezen, bezoekers moeten voortaan verder van huis om een boek te lenen. Onvermijdelijk of onverstandig? “In het filiaal Donderberg hadden we vroeger drieduizend jeugdleden: die zijn allemaal weg.”

Op het eerste gezicht lijkt er op deze willekeurige woensdagmiddag weinig aan de hand in bibliotheek Malpertuis. Aan de leestafel zit een jongen van Marokkaanse afkomst achter een Arabische krant, een wat oudere man bladert door een stapeltje tijdschriften. In de kinderhoek lezen moeders voor aan hun kinderen, terwijl een groepje pubers achter de computer zit te internetten. “We zijn een belangrijk ontmoetingscentrum in een buurt met verder weinig voorzieningen,” vertelt John Paes, medewerker van deze bieb in een Maastrichtse buitenwijk.

Paes dicht zijn bibliotheek een belangrijke sociale functie toe in Malpertuis, waar relatief veel allochtonen en laaggeletterden wonen. Hij zou dan ook zeer teleurgesteld zijn als de vestiging dicht gaat. “Tientallen mensen hebben me gezegd dat ze hun abonnement opzeggen als het zover komt”, aldus Paes (61).

De gemoedelijke sfeer in Malpertuis is namelijk schijn. De bieb wordt bedreigd met sluiting; net als nagenoeg alle andere culturele instellingen in Maastricht ontkomt ook de bibliotheek niet aan subsidievermindering. Centre Céramique en het Natuurhistorisch Museum, die onder hetzelfde gemeentelijke budget vallen, moeten dit jaar 246.000 euro bezuinigen. In totaal snijdt Maastricht in 2012 voor 5,8 miljoen euro in de begroting, in 2018 moet dat 22 miljoen zijn.

Precies 350 jaar geleden ging in Maastricht de eerste bibliotheek open. Centre Céramique, de hoofdvestiging van de stadsbibliotheek die dependances heeft in Malpertuis en Heer, heeft het jubileumprogramma klaarliggen. Ooit waren er zes dependances; de afgelopen jaren gingen de vestigingen in Amby, Koningsplein, Malberg en Daalhof noodgedwongen dicht. Het aantal bezoeken blijft gestaag dalen, in 2010 met zo’n 10.000 naar 490.00. Vandaar het voornemen om de activiteiten te centraliseren in Centre Céramique. Carin Klompen (49), hoofd van de Maastrichtse bibliotheken, heeft de twijfelachtige eer om de sluiting van in elk geval een van de twee vestigingen door te voeren. “We moeten realistisch zijn: iedereen moet bezuinigen, ook wij.” Maar in Malpertuis is sluiting van de bieb problematisch, valt ze John Paes bij, daar ontstaat een leegte die niet meer op te vullen valt. “Er zijn relatief veel laagopgeleide mensen, precies de doelgroep die wij van dienst willen zijn.”

Waar de vestiging in Heer waarschijnlijk dicht gaat, is er nog hoop voor Malpertuis. Wethouder Jacques Costongs (PvdA) stemde vorig jaar in met een onderzoek naar behoud van de bieb nadat de gemeenteraad het besluit al enkele keren had uitgesteld. Zoals het er nu naar uitziet, wordt eind november gestemd over de toekomst van Malpertuis. Het opdoeken van beide nevenvestigingen zou de gemeente een jaarlijkse besparing opleveren van 100.000 euro.

Waar de inwoners van Malpertuis en omringende wijken nog hoop koesteren, is die op het platteland al op veel plaatsen vervlogen. Vorige maand gingen de bibliotheken van Swalmen, Montfort, Melick en Vlodrop dicht. In de gemeenten Roermond en Roerdalen, waar die plaatsen deel van uitmaken, resteren nog vier bibliotheken. Voor twee ervan, in Herkenbosch en Posterholt, dreigt sluiting. De bibliotheken van Roermond en Roerdalen vallen onder Bibliorura, waar Jos Saes (58) directeur is. Hij erkent dat het ledenbestand blijft teruglopen en dat er moet worden ingegrepen. “Het is te duur om in elk dorp nog een bibliotheek te hebben. In het filiaal Donderberg hadden we vroeger drieduizend jeugdleden. Die zijn we na de sluiting van dat filiaal kwijtgeraakt, ze zijn niet lid geworden bij een andere vestiging”, vertelt Saes. Het budget van Bibliorura gaat met zo’n zes procent terug naar ongeveer 2,2 miljoen.

Over de sociale functies van de bieb denkt Saes een stuk genuanceerder dan zijn Maastrichtse collega’s. “Het is natuurlijk mooi als mensen elkaar kunnen ontmoeten in een bibliotheek, maar daarvoor kunnen ze ook terecht in de kroeg of bij de fanfare. Een bibliotheek is niet bedacht om aan die behoefte te voldoen.”

Hoe het ook zij, de situatie in de Limburgse bibliotheekwereld is van dien aard dat een op de drie bibliotheken dicht is of dicht gaat. Die kaalslag leidt tot veel ophef onder bevolking en politici. Waarbij de vraag komt bovendrijven of de crisis nu het gevolg is van de bezuinigingen of van een mogelijk achterhaalde werkwijze bij vooral de kleinere bibliotheken?

Voor John Paes in Malpertuis is het duidelijk: het is de bezuinigingsdrift van het kabinet Rutte. “Ze hakken met de botte bijl, kijken niet naar welke bevolkingsgroep ze raken.” Volgens Saes staat de overlevingsstrijd van de bibliotheken los van het kabinetsbeleid. “Het is een generatieconflict, media worden anders gebruikt dan vroeger. Veel bibliothecarissen snappen de jongeren niet meer. Daardoor dreigen de bibliotheken zelf hopeloos achterop te raken.”

Blijft de vraag: hoe overleeft de bibliotheek? Wat moet er veranderen om over twintig jaar nog steeds bestaansrecht te hebben? De mantra van de bestuurders luidt: ‘meegaan met de tijd’. Maar wat betekent dat? Carin Klompen richt zich in Centre Céramique op drie pijlers: mediawijsheid, laaggeletterden helpen en leesbevordering onder alle lagen van de bevolking.

Vooral op het gebied van multimedia valt volgens Klompen een grote slag te maken. “Ik zie een belangrijke rol voor ons om de jeugd te leren omgaan met sociale media als Facebook en Twitter.” Klompen wil dat bibliotheekmedewerkers zich hierin specialiseren zodat ze hierin kinderen kunnen begeleiden. Ook is een begin gemaakt met het aanbieden van de bestaande collectie voor e-readers, al zijn veel uitgeverijen hier nog huiverig voor vanwege het gevaar van illegaal kopiëren. Toch verwacht Klompen dat hier binnenkort massaal op wordt gestapt, niet in de minste plaats omdat dit wordt gestimuleerd door de Rijksoverheid. Het voordeel van e-boeken is dat ze 24 uur per dag worden aangeboden, aldus Klompen.

Kosten besparen kan door te opereren vanuit kleine servicepunten, terwijl de ruimtevretende collectie in een hal (met lage huur) wordt opgeslagen. “Een boek reserveren kan dan online, zodat bij het servicepunt het boek kan worden opgehaald.”  Ook wil Klompen aansluiten bij bestaande gebouwen, zoals scholen, waar de jeugd dan bijvoorbeeld ‘mediawijsheid’ kan worden bijgebracht.

In Roermond zit Jos Saes op een vergelijkbaar spoor. Hij pleit voor één grote, kwalitatief hoogstaande bibliotheek (met twee vestigingen, in Roerdalen en in Roermond), waar de volledige collectie wordt ondergebracht. Saes hamert op kwaliteit boven kwantiteit. Minder vestigingen dus, maar wat resteert, moet van hoge kwaliteit zijn qua collectie, service en multimedia. “En het personeel moet verjongen om de jeugd, die gewend is aan i-Pad’s en internet, van dienst te kunnen zijn.”

John Paes daarentegen vreest voor te ver doorgevoerde centralisatie: voor veel van zijn bezoekers is het een brug te ver om vanuit Malpertuis-West helemaal de Maas over te steken naar Centre Céramique. Ook over de nagestreefde modernisering heeft hij twijfels. Paes: “Hier komen weinig mensen met een e-reader of een i-Pad. Zij kunnen dat vaak helemaal niet betalen. Klompen en Saes willen te snel te veel. Ik snap dat ze die trein niet willen missen, maar bibliotheken hoeven niet onmiddellijk in te springen op de nieuwste ontwikkelingen.”

Soms moet je op specifieke lokale situaties inspelen, zegt Carin Klompen. Als voorzitter van de Vereniging van Limburgse Bibliotheken is ze erg positief over een idee van de bibliotheek in Baarlo, waar sinds kort een Poolse afdeling is. In de tuinbouw in Noord-Limburg wonen en werken nogal wat Polen, een nieuwe maatschappelijke realiteit waar de Baarlose bieb op heeft ingespeeld. Een slimme manier om te moderniseren en te overleven? Nee, vindt Saes. “Het lijkt me toch vooral van belang dat Polen, als ze langer in Nederland blijven, de Nederlandse taal gaan beheersen.”

Over één ding zijn Paes, Klompen en Saes het eens: de bibliotheek moet toegankelijk blijven voor alle lagen van de bevolking, vooral voor laaggeletterden. “Limburg is koploper in Nederland qua aantal laaggeletterden. Veertien procent van de volwassenen heeft lees- en schrijfproblemen. Het is een absoluut speerpunt om dit probleem aan te pakken”, zegt Klompen.

Volgens Saes is cultuur te lang een zaak van de elite geweest, maar zijn de tijden veranderd. “Henk en Ingrid gaan tegenwoordig ook naar het theater. Zij bepalen nu mede wat cultuur is. Het is de taak van de bibliotheek om daar op in te springen.”