De Poolse componist Henryck Gorecki liet zich voor zijn beroemde Derde Symfonie onder meer inspireren door een Maria-gebed. De sfeer van onversneden toewijding is nog te vinden in een bedevaartsoord als Czestochowa waar de Zwarte Madonna jaarlijks miljoenen bezoekers trekt. Zuiderlucht ging kijken in Zuid-Polen. “Deze Madonna is groter dan het geloof.”
In de kapel van Onze Lieve Vrouw op Jasna Gora, de heldere berg, de heiligste plek van Polen, klinken pauken en trompetten. De smeedijzeren poortjes die je door moet om een rondgang op de knieën te maken langs Matka Boska, de Zwarte Madonna, gaan dicht. De Madonna is populair, de miljoenen gelovige knieën die de rondgang jaarlijks maken, hebben sporen uitgesleten in de plavuizen. Achter de poortjes zien vijf geknielde priesters toe hoe de zilveren beschermhuid van de Zwarte Madonna volautomatisch wegschuift zodat de aanwezigen een blik kunnen werpen op haar huid van donkere olieverf. Haar negroïde uiterlijk heeft de Madonna te danken aan de kwaliteit van de gebruikte verf. Vandaag gaat het icoon gedeeltelijk schuil achter een voorzetpaneel van edelstenen waardoor alleen het gezicht van moeder en zoon te zien zijn.
Er is geroezemoes van besmuikt gefluister. Niemand valt alsnog op de knieën of slaakt een kreetje. Toch wordt dit icoon, geschilderd op een houten paneel van 122 bij 81 centimeter in het hart van dit in 1383 gestichte klooster, belangrijker geacht dan de witte adelaar, het officiële symbool van Polen. “Het is een optelsom van religieuze, historische en politieke betekenis”, verklapt Krysztof Witosz (50) die er net een louterende wandeltocht van tachtig kilometer op heeft zitten vanuit zijn woonplaats Zabze. Hij draagt een button van de Madonna op zijn poloshirt. Het is op de kop af de dertigste keer dat hij de bedevaart – meestal alleen – heeft volbracht. “Ik heb mijn zorgen zojuist afgelegd en keer gesterkt terug naar huis. Ze geeft mij kracht. Ik doe dit omdat ik katholiek ben natuurlijk, maar deze Madonna is groter dan het geloof, ze is van alle Polen.”
Het geloof van Janik Platek, student aan de kunstacademie van Krakow, die met zijn moeder en broer een guesthouse in dezelfde stad bestiert, pruttelt op een laag pitje. Wat niet wil zeggen dat Matka Boska niets voor hem betekent. “Als kind bezocht ik Jasna Gora met school. Wat me bij is gebleven, zijn de kerels uit de bergen die op hun knieën rond de Zwarte Madonna kropen. Ze vragen haar van alles en doen beloften; dat ze een jaar niet drinken bijvoorbeeld. En dat doen ze ook echt niet, no way. Ze geloven heilig dat je linea recta naar de hel gaat en niet eens de kans krijgt om te sterven.” Lech Walesa en andere verzetshelden van de vakbond Solidariteit, de verzetsbeweging die de democratie in Polen terugbracht, droegen ook de symbolen van de Zwarte Madonna. “Daarmee is zij ook een symbool van de bevrijding”, zegt Jan. Toen in 1979 de Poolse paus Johannes Paulus II een bezoek bracht aan de heldere berg, vroeg hij zich ten overstaan van de Madonna publiekelijk af waarom zijn land niet soeverein kon zijn en in staat van beleg verkeerde.
Natuurlijk kleven aan de Zwarte Madonna vele verhalen. De kransen, de scapuliers,de ex voto’s en de krukken aan de wanden van de kapel duiden op wonderbaarlijke genezingen. Volgens de overlevering zou de maagd vanuit de hemel twee kinderen en de vrouw van een landarbeider tot leven hebben gewekt nadat ze vers overleden op een kar tijdens een dienst werden aangeboden. Het tafereel is uiteraard in verf gevangen op Jasna Gora, maar van massale navolging is geen sprake. Op deze doordeweekse woensdag is geen sprake van georganiseerde parades van wanhopigen, pelotons aan rolstoelen of bedden op wielen, zoals je die in Lourdes ziet.
Het icoon van de Matka Boska zou door niemand minder dan de apostel Lukas zijn geschilderd, maar ook dat verhaal is apocrief. Ook bestaat er een verklaring voor de twee schrammen op haar gezicht. Ooit zou het icoon zijn gestolen, maar in de handen van de dieven werd het paneel zo zwaar dat ze hun buit niet meer konden vervoeren. Ze probeerden de Zwarte Madonna te vernietigen, maar dat werd verhinderd door mysterieuze krachten.
Het verhaal gaat ook dat de heilige Helena, moeder van de keizer van Constantinopel, het paneel in het jaar 325 uit een klooster in Jeruzalem smokkelde waar het werd verborgen voor de Syrische bezetter. Toen de Saracenen later Constantinopel binnenvielen en stuitten op notabelen die de icoon van de Zwarte Madonna door de stad droegen, schrokken ze zich zo te pletter dat ze zich terugtrokken. Zulke verhalen worden gerelativeerd door kunsthistorie die denken dat het hier om een Byzantijnse icoon gaat die ergens tussen de zesde en negende eeuw gedateerd wordt. Ook zou de berg Jasna Gora het Waterloo zijn geweest van de Zweedse bezetter in de zeventiende eeuw. In schril contrast met deze mythen: nergens wordt hier gememoreerd hoe 40.000 joden vanuit het plaatselijke getto in Czestochowa in dodentreinen van zestig veewagons naar Treblinka werden afgevoerd. Aan gedenktekens geen gebrek op de heldere berg, maar over deze periode blijft het mistig.
“In de oorlog was Matka Boska de enige die we konden vertrouwen”, zegt zangeres Ola Maurer. Ze zingt voornamelijk Pools repertoire, teksten van dichters die in de ban werden gedaan door de communistische censuur. Haar groep Piwnici Pod Bawani bestaat sinds 1956. Op haar solo-cd Stóp parsyskich 669 prijkt ook een ode aan Matka Boska, geschreven door de Poolse schrijver Jan Lechoń. Ze reikt een vertaling aan in het Engels. Ooit zong zij het lied voor de Japanse kroonprins, toen die een bezoek bracht aan Krakow. Hij was er zo van onder de indruk dat hij vroeg om een vertaling.
Ola Maurer glimlacht als haar gevraagd wordt wat Matka Boska in deze tijd nog voor haar betekent. Ze verdwijnt schielijk in een zijkamertje van haar woning en keert terug met een nepicoontje van de madonna. In elk Pools huis vind je zo’n afbeelding. Wat valt er nog meer over te zeggen? “Het hing vroeger boven mijn wieg. Het hangt boven elke wieg en boven elk sterfbed. Dat het niet eens een natuurgetrouwe weergave is, maakt niks uit.”
Ook in de klassieke Poolse muziek is de Zwarte Madonna niet weg te denken. Het thema moeder en zoon is ook in het werk van de Poolse componist Henryck Gorecki niet onbelangrijk. “Deze liederen hebben een enorme emotionele impact”, zegt Iwona Sobotka, de Poolse sopraan die op 17 september in Maastricht klaagliederen van Gorecki zal zingen. Gorecki’s populaire Derde Symfonie uit 1976 is een drieluik waarin een klaaglied van het heilig kruis, een litanie op een gebed tot Maria en een moeder die haar overleden zoontje beweent, samenkomen. “Wat er in de afgelopen 150 jaar in dit land is gebeurd, heeft een enorme invloed gehad op de mentaliteit van de Polen en heeft ons tot natie gemaakt”, zegt Sobotka. “Je ziet veel Poolse componisten die in moeilijke tijden belangrijke signalen hebben afgegeven in hun composities door bijvoorbeeld volkse melodieën en teksten te gebruiken. Ze probeerden zo een reactie uit te lokken op wat er hier gebeurde, in de hoop dat er ook iets zou veranderen. Ik denk dat de gebeurtenissen in Polen in de laatste twee eeuwen ons kwetsbaar en gevoelig hebben gemaakt. Dat is niet alleen typisch voor onze componisten maar voor alle Polen.”
In Maastricht zal Sobotka de klaagliederen voor het eerst zingen. Ze verheugt er zich enorm op, zegt ze. “Muziek en tekst passen zo perfect bij elkaar dat dit stuk transformeert in een gebed. Eerlijk gezegd is er niet veel muziek die me zo bij de strot grijpt dat ik eigenlijk wil huilen tijdens het zingen. Gorecki’s symfonie heeft een erg intiem karakter, is eigenlijk een persoonlijke meditatie die ik wil delen met het publiek. Het gaat beslist een mysterieuze avond worden”, belooft Sobotka, die meermaals op pelgrimage naar de Jasna Gora ging om een bezoek te brengen aan wat zij “het belangrijkste symbool voor het moederschap” noemt.
In haar woning in Czestochowa schetst haar collega Ola Maurer een beeld van de communistische jaren in de tweede helft van de 20e eeuw. Waarin de Polen alleen Pool konden zijn in de beslotenheid van hun privé-vertrekken of in de kerk. “De kerk is altijd een belangrijk toevluchtsoord geweest. Ze stelde zich onafhankelijk op van de staat. Maar sinds de vrijheid terug is, heeft de kerk vreemd genoeg wél politiek partij gekozen. Daarmee zet ze haar aanhang op het spel. Maar Matka Boska staat daar boven.”
Terug op Jana Gora. De Zwarte Madonna is zichtbaar geworden, een van de priesters opent een viering. De poortjes waar de rondgang op de knieën start, zijn nu gesloten. De camera’s van de bezoekers gaan uit en verdwijnen in zakken en tassen. De priester gaat voor in gebed, de kapel loopt grotendeels leeg.
Het complex op Jasna Gora, de heldere berg, bij Czestochowa in Polen waar het icoon van de Zwarte Madonna zich bevindt. foto’s Zuiderlucht