In eigen land een goed bewaard geheim, daarbuiten wereldtop. De streetdancers van The Ruggeds maakten dit jaar hun debuut in het theater. ANNEKE VAN WOLFSWINKEL sprak ze in hun studio – nog steeds op Strijp-S in Eindhoven. “Wat is nou mooier dan vanuit je thuisbasis met je vrienden de hele wereld over te reizen?”

Het meest indrukwekkend in de theatershow Adrenaline van The Ruggeds is misschien wel het moment als Virgil, alias Skychief, een enorme, hangende lamp vastgrijpt en heen en weer slingert, vlak boven de hoofden op de voorste rijen. Adrenaline is één grote rush, een werveling van breakdance en acrobatiek, intense muziek en uitgekiende lichteffecten. De adrenalinekick is voelbaar, maar er is nog meer. De jongens hebben vooral lol op het podium: de blikken die ze uitwisselen, een schouderklop na een goed gelukte powermove. Ze dagen elkaar uit tot nóg extremer footwork, een nóg snellere headspin.

Jongens zijn ze – aardige jongens. Maar bovenal vrienden. In de internationale breakdance-scene heeft de Eindhovense crew The Ruggeds een indrukwekkende reputatie. Al meteen vanaf het moment dat Niek Traa (Spoordonk,1989) in 2005 met een paar maten de groep begon, ging het hard. Op battles in Nederland en daarbuiten gingen ze er met de prijzen vandoor. In 2014 wonnen ze hun eerste wereldtitel op de UK B-Boy Championships, in 2016 werden ze voor de derde keer Nederlands kampioen. Elk crewlid heeft zijn eigen individuele stijl, van footwork tot powermoves, samen dwingen ze wereldwijd bewondering af.

Inmiddels zijn The Ruggeds tien man sterk en veroveren ze nieuw terrein: het theater. De show Adrenaline ging dit jaar in première in hometown Eindhoven. Inmiddels hebben ze zowat alle theaters in Nederland van binnen gezien. En intussen gaat het battelen gewoon door.

In de trainingszaal op een bovenverdieping van een oude fabriek op Strijp-S, het voormalige Philips-hoofdterrein, zitten zeven b-boys op de parketvloer voor een spiegelwand. Niek – breedgeschouderd, brede lach – telt af, tikt de maat, zet een paar passen en draait zich om. In stilte, de muziek hoeft nog niet aan. De andere jongens doen mee: vijf twee drie vier, zes twee drie vier, backflip. De choreografie zit in hun hoofd en lijf, maar de moves en de timing moeten nog beter.

Niek leidt de training, maar als gelijke onder gelijken. Als Roy zegt “zullen we die turn eens zus proberen”, doen ze het zus, als Jessy (alias Jazzy Gypz) voorstelt “die move beter zo te doen”, doen ze het zo. Ze zijn gefocust maar tegelijk ontspannen. Een overleg over de techniek van een beweging gaat naadloos over in een grapje. Even dollen, en weer door. Als Niek moet nadenken, gaat hij op één hand staan, draait erop rond met zijn benen wijd, springt weer op zijn voeten en hop, daar gaan ze weer. De danser die even geen rol heeft, kijkt aandachtig toe, vouwt af en toe gedachteloos zijn armen rond zijn benen, draait een rondje, maakt een koprol, gaat weer zitten en kijkt verder. B-boy ben je van teen tot kruin, ook als je niet aan het breaken bent.

Waarom de stap naar het theater?

Sjoerd (alias Stepper) Poldermans: “Als je begint met breaken, kun je daar lang veel uitdagingen in vinden. Maar als je op hoog niveau battelt, is er minder ruimte voor creativiteit. Bij een battle dans je twee, misschien drie keer, en dan heb je maar dertig seconden om te laten zien wat je kunt. In het theater heb je een uur.”

Roy Overdijk: “In een battle moet je een bepaalde ‘foundation’ laten zien, je moet op de muziek reageren, alle technieken tonen. Als je daar even geen zin in hebt en je eigen ding wilt doen, lig je er direct uit en dans je die dag helemáál niet meer. In het theater kun je gewoon doen wat je wilt.”

Sjoerd: “Ik doe zelf veel footwork, in de training kan ik daar echt heel ver in gaan. Roy kan super lenig bewegen, Niek kan veel op zijn handen, iedereen heeft z’n specialisme. Dat kunnen we in de show allemaal uitdiepen.”

Niek: “Ik sta tegenwoordig ook heel anders in een battle. Het kan me minder schelen of ik win of niet, ik doe gewoon mijn ding. Ik geniet er weer echt van. En we willen ook met shows bij de besten horen. Er zijn een paar superbekende showdansers, zoals Salah, Jabbawockeez of Wrecking Ball Orchestra; wij willen dat The Ruggeds ook in dat rijtje worden genoemd.”

Willen jullie die battlecultuur veranderen?

Niek: “Je ziet al een counterculture opkomen. We organiseren zelf Break Junkies, een two-on-two battle die een bepaald soort dansers trekt, die het minder uitmaakt of ze winnen of niet. En op festival The Notorious IBE in Heerlen doen we de Crash Bandicoot, een competitie waarbij het niet uitmaakt als je valt. Er zijn veel dansers die echt zieke moves kunnen, maar die nooit laten zien omdat het risico te groot is dat ze vallen en dan de battle niet winnen.”

Het is lunchpauze, ze eten fish’n chips bij een tentje in de buurt. Niek checkt wie hem komt helpen verhuizen en vervolgens ontspint zich een discussie over ieders favoriete fruit. “Wie de peer niet in zijn fruit-top-5 heeft staan, vertrouw ik niet man”, zegt Roy. Hartstochtelijk verdedigt Andy (alias ‘Duzk’) Tjong-Kim Sang de mango, Sjoerd roept de banaan uit tot het meest praktische fruit en Niek is met geen mogelijkheid van de sinaasappel af te praten. Virgil (‘Skychief’) Dey schuift aan en brengt kalm maar gedecideerd de framboos in stelling, tot ontsteltenis van Roy. Zoals ze met Adrenaline op het podium staan – lol maken, elkaar uitdagen en overtroeven – zo zitten ze hier ook aan tafel.

Hebben jullie eigenlijk nog een leven naast The Ruggeds?

Niek: “Ja, met mijn vriendin en mijn familie, maar The Ruggeds is wel een extreem ding. We zien elkaar heel veel, we zijn hechter dan de meeste families. Helemaal nu we meer eigen werk maken, dat is super intensief.”

Als je zo intensief met elkaar optrekt zijn conflicten onvermijdelijk lijkt me…

Niek: “Klopt. We zijn allemaal gelijkwaardig in onze creatieve inbreng. Discussiëren is goed, en dat doen we veel, maar dan is het soms ook moeilijk om knopen door te hakken. Inmiddels spreken we bij een nieuw stuk van tevoren af wie de choreograaf is. Als dat Roy is, kijkt hij naar het hele proces, en niet alleen naar wat hij zelf in dat stuk wil doen. En de anderen accepteren het dan ook makkelijker als hij de beslissingen neemt.”

Als het privé niet lekker met iemand gaat, hoe werkt dat dan door in de crew?

Niek: “Daar hou je rekening mee, net als in een gezin. Het mooie is dat je zelf ook op de steun van de anderen kunt rekenen als het even niet zo opschiet. Probeer maar eens twaalf jaar lang stoer te doen, dat hou je niet vol.”

Niek speelde een rol in de Britse speelfilm Street Dance 2, Justin Bieber koos The Ruggeds voor de videoclip van de Skrillex en Diplo-remix van zijn hit Where Are Ü Now. Hebben ze er ooit aan gedacht om hun geluk in de VS te beproeven?

Niek: “Een paar jaar geleden heb ik overwogen om in LA te gaan wonen, of in Londen. Maar de crew hier was toen ook al superhongerig om dingen te doen. Zij hebben me eigenlijk hier gehouden. En nu denk ik: waarom zouden we ooit nog ergens anders heen gaan? De gemeente Eindhoven is ook altijd super ondersteunend geweest. We zitten nu sinds 2012 met Skatepark Area51 en de BMX-hal in dit gebouw. Er is een woontoren op deze plek gepland, de hoogste van Eindhoven. Eerst was het plan om ons gebouw plat te gooien, maar nu gaan ze de woontoren over ons heen bouwen. Haasje-Over noemen we hem.”

Andy:”Ken je die twee huisjes in Amsterdam tegenover het centraal station, waar het Victoria Hotel omheen gebouwd is? Nou, zoiets dus.”

Niek: “Het is het mooiste compliment van de stad Eindhoven aan ons. Een compliment in de vorm van een woontoren.”

Sjoerd haalt zijn schouders op, staat op om te gaan. Terug naar de trainingszaal. Volgende week is de BC One World Final in Amsterdam. Ze gaan erheen, niet om te battelen dit keer, maar voor een openingsshow, van vijf minuten. Eén doel hebben ze: het publiek volledig overrompelen, vanaf de eerste seconde. Sjoerd: “We gaan hier echt niet meer weg. Wat is er nou mooier dan vanuit je thuisbasis met je vrienden van vroeger samen de hele wereld over te reizen?”