Vaak wanneer ik in een film wil verdwijnen, ga ik voor mijn kast zitten en laat mijn blik glijden langs de duizenden dvd- en Blu-ray-hoesjes. Dat stelt helemaal niets voor bij de moeite die Maarten en Billie Slagboom nemen om toegang tot hun lievelingsfilms te krijgen.
Vader en dochter Slagboom, hij (1970) eindredacteur bij de VPRO, zij (2001) student geschiedenis, delen zowel een passie voor cinema als een reislust die hen wereldwijd naar de meest afgelegen en obscuurste filmlocaties voert. Hun in april verschenen boek Sleutelscènes omvat 39 aanstekelijke essays rond evenzoveel plekken, van New York tot Taipei, waarin ze op heldere toon ontrafelen hoe al die gebouwen, snelwegen, tunnels en landschappen in de bewuste film functioneren.
Maar het leesplezier van Sleutelscènes schuilt vooral in de manier waarop de Slagbooms de filmwereld en de concrete realiteit met elkaar in verhouding brengen, en hoe ze daarbij hun persoonlijke perspectief laten meewegen. In Connecticut bezoeken ze het huis dat in Sam Mendes’ drama Revolutionary Road (2008) als decor dient voor de afbrokkelende relatie tussen geliefden Frank (Leonardo DiCaprio) en April (Kate Winslet). Opeens hangen er aan de muren vakantiefoto’s van Peter en Becky Siciliano, de werkelijke bewoners van het huis. ’Het lijkt warempel alsof zij de indringers zijn.’
Maarten en Billie Slagboom bezochten sleutelscènes in hun lievelingsfilms
Toen dochter Billie op kamers ging in Amsterdam, zag ze haar eigen eenzaamheid weerspiegeld in de hoofdpersonages uit Lost in Translation (2001). En hoe is het voor vijftiger Maarten om op een herfstige dag met Billie op het Waalse schoolplein uit Laura Wandels Un monde (2021) te staan, terwijl zij door liefdesverdriet wordt verteerd? ‘Langzaam maar zeker betreedt ze werelden die ik goed heb gekend, maar waartoe ik nu geen toegang meer heb. De lagere school werd de middelbare school, na de middelbare school volgden de universiteit, het uitgaansleven, de eerste werkvloer. Steeds weer een wereld te bevechten. Haar reis door al die universa is indrukwekkend, het moet gezegd. En zelfs al kan ik op afstand vaak helemaal niets uitrichten, ik blijf waken bij het muurtje.’
Vrijwel elk essay is ofwel door Billie ofwel door Maarten geschreven. Niettemin spreekt uit elke tekst de gezamenlijkheid van de overneming, zodat je het duo als dochter en vader steeds beter leert kennen. Ze delen een gevoel voor verstilling, en voor de nieuwe magie die een filmlocatie krijgt zodra je er met eigen benen staat. In Estland bezoeken ze de voormalige waterkrachtcentrale die door Tarkovsky’s Stalker (1979) tot de Zone werd getransformeerd – dat roestige, mystieke niemandsland waar wellicht de diepste wensen in vervulling kunnen gaan. ‘Nooit betrad ik grond zo heilig als deze’, schrijft Billie, waarna het terrein vervloeit met de talloze verlaten gebouwen die ze eerder met haar vader verkende. ‘Mijn vader gaat me voor over onbetrouwbare vloeren en door eindeloze gangen, voor altijd is hij een zekerheid in de chaos die de tijd met zich meebrengt. Hij heeft zijn eigen ontmoetingen met de tijd in deze Zone.’
Zelf bezoek ik zelden de locaties van mij dierbare films. Ik neem er de moeite niet voor, durf de confrontatie niet aan, kom niet op het idee. Maar Sleutelscènes brengt me wél in contact met de ervaringen die hopelijk aan de horizon liggen. Vanaf 19 juni gaat Dikkie Dik en de verdwenen knuffel draaien. Eindelijk kunnen we dan met ons tweejarige dochtertje naar de bioscoop! De eerste van vele reizen, kan ik nu in het spoor van de Slagbooms denken, al weet ik nog niet het antwoord op de vraag die mijn vriendin me na het lezen van deze column stelde: ‘Maar hoe kunnen we de wereld van Dikkie Dik ooit in het echt bezoeken?’
Maarten Slagboom en Billie Slagboom, Sleutelscènes: een pelgrimstocht van een vader en dochter langs klassieke filmlocaties. Zwolle, Waanders Uitgevers, 2024