Streekgastronomie, gemeenschapszin en duurzaamheid: ook Eijsden-Margraten haakt aan bij de Cittaslow-beweging. Weg van de dwaze drukte en de zichzelf voorbij hollende mens dus. Maar past een gratis wifi-netwerk daar ook bij? Wordt het getjilp van vogels in het Savelsbos straks overstemd door het gepiep van mobieltjes? door Fons Geraets
Aan ambities geen gebrek in het Gouvernement. Het streven-naar-excellentie leidde de voorbije tien jaar tot tal van ‘targets’: Limburg moest het mekka worden van de toptechnologie, wielersport, paardensport, logistiek, medical science, wat niet al.
Daarnaast moest Limburg ook nog eens de “culinaire topregio van Noordwest-Europa” worden. Toenmalige gedeputeerde Jos Hessels had inspiratie opgedaan in Piëmont, de Italiaanse wijnstreek en bakermat van de Slow Food-beweging. “Limburg wordt de smaakmaker van Nederland”, beweerde Hessels in 2010. “De provincie kan die ambitie faciliteren en er ook richting aan geven.” Een jaar later maakte zijn opvolger Mark Verheijen, die gruwt van de beleidsobesitas van het Gouvernement, korte metten met Hessels’ gastronomische begoocheling.
Huidig gedeputeerde Patrick van der Broeck is niet rouwig dat het Piëmont van het Noorden nooit gestalte heeft gekregen. “Je moet Piëmont niet kopiëren, Limburg is Limburg”, vindt hij. Wel is hij van mening dat de Slow Food-filosofie een uitgelezen kans is voor de ‘branding’ van Limburg. “Als je een Hollander vraagt waar hij Limburg mee associeert, krijg je als antwoord: het goede leven, de Bourgondische levensstijl. Slow Food kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Er zijn goede initiatieven zoals natuurvlees van Limousin-runderen, en de poging om de Limburgse vlaai op de lijst van beschermde Europese streekproducten te krijgen.”
Nadat de provincie haar handen aftrok van de culinaria-hype, roken andere partijen hun kans. Zo sleepte Vaals in 2011 het Cittaslow-keurmerk in de wacht met zijn streekproducten, cultuurhistorie en landschapsbehoud. Daarna volgde Echt-Susteren en sinds juni 2016 behoort ook Eijsden-Margraten tot het wereldwijde Cittaslow-netwerk.
Wie zich de moeite getroost om ruim honderd pagina’s gortdroog ambtenarenproza van het bidbook Feel the History, Discover our Roots (Voel de geschiedenis, ontdek onze wortels) door te spitten, krijgt een goed beeld van de nieuwe koers van Eijsden-Margraten. Wat opvalt is de ecologische bekommernis: stimulering van groene stroom, energiebesparing, aanpak lichtvervuiling, hergebruik regenwater en aanplant van hoogstamboomgaarden.
Verder wil Eijsden-Margraten, in 2015 uitgeroepen tot Wandelgemeente van het Jaar, zich profileren als fietsgemeente: rijwielpaden worden opgeknapt, er komen oplaadpunten voor elektrische fietsen, extra fietsenstallingen en er is enthousiasme over de aanleg van een fietsroute over het voormalige tramtracé Maastricht-Aken. Ook opmerkelijk: stopzetting van de schaalvergroting in de agrarische sector; alleen kleinschalige landbouw krijgt de ruimte. En de productie en verkoop van lokale producten zoals fruit, jam, stroop, worst en wijn worden gestimuleerd.
Het kan Henk Hoogakker, drijvende kracht achter Slow Food-Limburg en het Presidium Limburgse Ambachtelijke Stroop, zeer bekoren. Maar hij wil benadrukken dat het niet alleen draait om onbespoten appeltjes, Limkip (Limburgse kip) en Maastrichtse kalfspastei. “Wezenlijk is de hele infrastructuur: hoogstamboomgaarden, kleinschalige biologische land- en tuinbouw, het cultuurlandschap. Die zijn onderdeel van onze identiteit. En het is een impuls voor het toptoerisme en de regionale economie.”
”Niet de kerkleer staat centraal, maar de verbinding vanuit het hart.”
“We willen het Toscane-gevoel in het Heuvelland versterken”, vertelt Dieudonné Akkermans, burgemeester van Eijsden-Margraten, in zijn werkkamer waar het Cittaslow-certificaat aan de muur hangt. “Kunnen we ons onderscheiden met de zachte kanten van onze samenleving? Ik heb dat vervat in de slogan ‘Dichtbij het leven’: respectvol met elkaar omgaan, sociale cohesie, maar ook het klimaatvraagstuk, duurzaamheid en de voedselketen reken ik daartoe. Socioloog Gabriël van den Brink noemt dat ‘eigentijds idealisme’. Neem religie, dat hebben we op een eigentijdse manier nieuwe inhoud gegeven. De Bronk in Eijsden en Gronsveld is uniek. Niet de kerkleer staat in deze processies centraal, maar de verbinding vanuit het hart. Ik wil ook inhaken op het bezinningstoerisme. Hier kom je in een omgeving waar, om het filosofisch te zeggen, de tijd vertraagd is. Waar je nog kunt kuieren, en je gegrepen wordt door landschapsverhalen.”
Akkermans bezweert dat niet economische maar idealistische motieven voorop staan. Hem staat “de contente mens” voor ogen. Hij hoopt dat bezoekers niet alleen “ergens zijn geweest”, maar een ontmoeting hebben gehad vol betekenis, die waarde toevoegt. “Eén mooie herinnering doet vele slechte vergeten.”
De Zuid-Limburgse città Eijsden-Margraten – 25.000 inwoners, met vijftien kernen, dertien buurtschappen en dertien gehuchten de helft van het Heuvelland – wil zich dus profileren door verstedelijking buiten de deur te houden en de plattelandscultuur te omarmen. Maar wordt het bucolische karakter niet ernstig bedreigd door geluidsoverlast van luchthaven Bierset, stank van de compostfabriek in Lixhe en de gammele kerncentrale in Tihange? Burgemeester Akkermans: “Ja, dat zijn allemaal bedreigende elementen en die moeten ter discussie worden gesteld. Met een actieprogramma moeten we ten strijde trekken.” Hij legt uit dat het vliegtuigkabaal een gevolg is van een luchtruimcorrectie. “Een bestuurlijke dwaling van politiek Den Haag. Al drie jaar zijn we bezig om dat besluit terug te draaien.” En die penetrante geur wordt veroorzaakt door een nieuwe productiestraat. Binnenkort gaat hij samen met de gedeputeerde verhaal halen bij de Waalse autoriteiten. En Tihange? “Als we hier veilig en rustig willen leven, past daar geen kerncentrale bij. Maar ik kan haar niet sluiten.”
Voorts is er commotie over het plan om overal in Eijsden-Margraten wifi aan te leggen. Sommige inwoners vrezen dat in het Savelsbos het getjilp van vogels wordt overstemd door het gepiep van mobieltjes. “Het is belangrijk voor mensen in nood dat hulpdiensten bereikbaar zijn. Stel je voor dat er iets gebeurt met een agrariër in het buitengebied en er is geen bereik. Dat is een onwenselijke situatie”, reageert de burgemeester.
Jos Gadet, stadsgeograaf van Amsterdam, vindt de focus op streekgastronomie, gemeenschapszin en duurzaamheid van de Heuvelland-gemeenten zeer zinvol. Door de aantrekkingskracht van steden “puilen de parken uit, zitten de terrassen vol en moet je tijdig reserveren voor restaurants”. Volgens hem kiezen de stedelingen, als ze er even uit willen, niet langer voor het recreatiegebied dicht bij de stad, maar voor de authentieke cultuurlandschappen. Gadet: “Bij het jaarlijkse vrijetijdsarrangement van de gemiddelde stedeling horen de Waddeneilanden én het Limburgse Heuvelland.”