Dit voorjaar brengt Opera Zuid A Midsummer Night’s Dream, de bruisende sprookjesopera van Benjamin Britten. Met een hoofdrol voor het kinderkoor van de Limburgse Koorschool.
In de sprankelende opera A Midsummer Night’s Dream (1960) van componist Benjamin Britten treffen werklui, jonge geliefden, toverfeeën en elfen elkaar in het rijk van Oberon. Het is een bevrijdend operafeest waar iedereen naar snakt na al die coronalockdowns. Na twee jaar uitstel brengen Opera Zuid en philharmonie zuidnederland onder leiding van Karel Deseure en de Limburgse Koorschool Brittens droomnacht op de planken.
Begin 2020 had dirigent Karel Deseure (Diksmuide, 1983) de opera al helemaal ingestudeerd. ‘De partituur ligt weer op mijn bureau, ik kan niet wachten,’ klinkt hij geestdriftig. ‘Een schitterende opera die veel te weinig wordt gespeeld. Britten schreef het werk in negen maanden tijd, werkelijk verbijsterend. Een waanzinnige vakman.’ Deseure beschouwt Britten als één van de grootste operacomponisten van de twintigste eeuw. ‘Maar na de Tweede Wereldoorlog is hij door avant-garde componisten als Pierre Boulez weggezet als een soort anachronisme. Zijn tonale klanktaal was te toegankelijk voor de naoorlogse modernisten die het serialisme en de twaalftoonsmuziek predikten.’
Tegenwoordig is er meer waardering voor Brittens briljante vakmanschap. ‘In A Midsummer Night’s Dream knipoogt hij stiekem naar de twaalftoonsmuziek. Luister maar eens naar het begin van de eerste akte. Op meesterlijke wijze wandelt hij door alle twaalf toonsoorten. Als publiek ben je compleet betoverd’, weet Deseure.
De opera is gebaseerd op William Shakespeare’s gelijknamige toneelstuk uit 1600. Centraal staat het bosrijke paradijs van elfenkoning Oberon. Een magische plek waar elfen, geliefden en het arbeidersvolk op zoek zijn naar de vervulling van al hun verlangens. ‘Deze opera moet hem dierbaar zijn geweest. Britten verlangde altijd naar de onschuld van de kindertijd.’
‘Deze opera is opvallend romantisch en vol verlangen’
Britten gaf Shakespeare’s toverwereld kleur op de wangen. ‘De drie centrale groepen -de elfen, geliefden en werklui- krijgen ieder een eigen klankwereld. Zo worden de werklui vertegenwoordigd door lage instrumenten, en hoor je bij de elven vooral hoge instrumenten. Elfenkoning Oberon is een countertenor, uitzonderlijk voor een operahoofdrol. Voor de geliefden schreef Britten hele hartstochtelijke muziek. De hele grondtoon van de opera is opvallend romantisch en vol verlangen.’
Brittens opera wordt vormgegeven door regisseur Ola Mafaalani die er een zintuigelijk totaalspektakel van maakt, inclusief kookkunsten van kok André Amaro en luchtacrobatiek van specialiste Dreya Weber. Een gerenommeerde solistencast moet alles uit de kast halen. De grootste blikvanger is zonder twijfel het elfenkoor van de Limburgse Koorschool. Naast het zingen van de pittige partituur komen de kinderen (tussen zeven en zestien jaar) ook volop in actie op het podium. ‘Geen gemakkelijke muziek voor de kinderen, met name door de hoge ligging van de koorzang en tweestemmige partijen. We zijn lang aan het repeteren, dus het komt goed,’ verzekert koordirigent Claudia Franzen. Tijdens de voorstelling mag het kinderkoor zelfs aan de slag. ‘Ja, koekjes bakken op het podium, dat vinden ze allemaal heel speciaal’, glimlacht Franzen. “Kunnen we die dan ook opeten of uitdelen aan het publiek?” Dat soort vragen krijg je dan.’
Het kinderkoor van de Limburgse Koorschool is helemaal thuis in operaland. Zo werkte het koor al mee aan de Opera Zuid-producties La Bohème en Werther. Vlak voor de eerste coronalockdown straalde het Limburgse kinderkoor nog in de oorlogsopera Brundibár in het kader van 75 jaar bevrijding.
De kinderen van de Limburgse Koorschool bereiken dit hoge niveau door een doelgerichte aanpak. Er wordt lesgegeven in Beek en bij de Limburgse Koorschool (in samenwerking met Opera Zuid) in Maastricht. ‘Het is veel meer dan alleen samen zingen’, benadrukt Franzen. ‘Naast zangonderwijs maken we de kinderen wegwijs in muziektheorie, het van blad lezen en stembeheersing.’ Daarbij wordt de Kodály-methode toegepast, vernoemd naar de Hongaars componist Zoltán Kodály. ‘Vanuit het spel en de beweging leren kinderen zang en muziek te beheersen. Een lesmethode die heel erg vanuit het kind is gedacht. Vroeger werd deze leermethode als ouderwets bestempeld maar hij komt weer helemaal terug’, merkt Franzen die zelf ook de Kodály-opleiding voltooide.
Om de vaardigheden aan te scherpen neemt de koorschool ook deel aan competities zoals het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt. ‘Ieder jaar plannen we een aantal producties om naar toe te werken, zoals bijvoorbeeld een Matthäus-Passion. Naast het toeren met die prachtige Britten-opera is de kans groot dat we tijdens Koningsdag in Maastricht voor de koning mogen zingen.’
Lola Smeets (11), lid van de Limburgse Koorschool: ‘Samen zingen is zoveel leuker dan in je eentje. Ik kijk er zo naar uit om in deze opera mee te zingen want hij was twee jaar lang uitgesteld. Ik ben al aan het plannen wat ik straks allemaal mee moet nemen als we door het land reizen met de tourbus.’
A Midsummer Night’s Dream, Opera Zuid. Van 20 mei t/m 21 juni. operazuid.nl
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.