Christophe Aussems zet in Hybris een chirurg en een aan beide benen verlamde patiënt tegenover elkaar. Het is hun eerste ontmoeting na een smartelijke medische misser. “Verder kunnen gaan begint bij begrip.” DOOR TWAN VAN DEN BRAND
Jaren nadat ze haar zoon Christophe op de wereld had gezet, werd ze op de markt in
Bilzen onverwachts aangesproken. Een vrouw zei: “Als het indertijd fout was afgelopen met
U, had ik het ziekenhuis voor het gerecht gedaagd.” De onbekende bleek een verpleegster
te zijn die ten tijde van de bevalling dienst had.
Na de geboorte zweefde de jonge moeder, als gevolg van complicaties, tussen leven en
dood. Uiteindelijk kwam het goed. Maar pas te midden van de marktkramen in Bilzen werd
klip en klaar dat ze kantje boord had gelegen door een medische fout.
Christophe Aussems is intussen 43 jaar. Acteur en regisseur, als artistiek leider verbonden aan Het nieuwstedelijk, stadstheater van Hasselt, Genk en Leuven. In februari gaat zijn nieuwe stuk over medische missers in première: Hybris, Oudgrieks voor overmoed.
Hybris raakt aan Aussems persoonlijke ervaringen. Zijn geboorte natuurlijk, en: “Vier jaar geleden kreeg ik met een serieuze burn-out te maken. Ik ben me daar in gaan verdiepen en las toen dat het ook veel chirurgen overkomt. Terwijl ik dacht: die moeten mensen beter maken, niet zelf ziek worden. Maar ja, de marktwerking, de concurrentie, het zorgt voor ontmenselijking van de zorg.”
Als theatermaker laat Aussems zich leiden door maatschappelijke issues. Zijn theaterstuk Vuur is aan het vierde seizoen bezig. Dat gaat over de brand in het internaat van Heusden-Zolder, waarbij in de nacht van 23 januari 1974 drieëntwintig jongens tussen 12 en 15 jaar de dood vonden. Het haalt emoties naar boven.
Net als voor Vuur is hij voor Hybris diep in de materie gedoken. Hij leefde zich in, maandenlang, dag en nacht. Las over een onderwerp dat taboe is tot grote ogen klein werden, sprak met chirurgen die fouten maakten en met patiënten bij wie het mis ging. “Veel artsen praten er niet over. Niet tegenover hun partner, niet tegenover vrienden of collega’s. Er bestaat een omerta.” Ook al omdat er angst is voor juridische consequenties.
Bij Aussems gingen ze, vertrouwen verzekerd, wel te biecht. “Vaak gaat het om kleine fouten, al kunnen die grote gevolgen hebben. Chirurgen hebben het over een incident, de buitenwacht denkt bij een medische misser meteen aan sensatie, aan het verkeerde been dat is afgezet.”
Hij verwerkt tal van geïnterviewde personages in een confrontatie tussen een chirurg en patiënt die elkaar jaren na een medische misser voor het eerst ontmoeten. De laatste is als gevolg van de fout aan beide benen verlamd. Ze praten over de consequenties voor hun beider levens. Die voor de patiënt zijn evident. Maar, zegt Aussems, de chirurg mag dan als de macho met de Porsche worden uitgetekend, een medische fout kan ook hem of haar hard raken. “De chirurgen zeggen: we moeten goed zijn met mes en vork – waarmee ze het werk aan de operatietafel bedoelen – maar krijgen te weinig tijd voor het gesprek. De operatiekamer is overboekt, druk en concurrentie zijn groot en dus gaan ze zelf op de adrenaline maar door en door.”
Na een misser ontbreekt vaak de empathie, constateren patiënten op hun beurt. “Was het maar tot een gesprek gekomen”, zeiden zij tegen Aussems. “Was er maar een sorry uitgesproken. Kom je elkaar nu tegen dan is dat vooral bij de rechter.” De theatermaker zelf voegt daar aan toe: “De chirurg wordt in zijn opleiding nauwelijks voorbereid, op missers noch op de nazorg daarvan.”
Hybris, overmoed, refereert niet alleen aan de chirurg die over het leven van de ander beschikt en zich plaatsvervanger van God waant. Het heeft evenzeer een relatie met de patiënt die als Don Quichotte het gevecht om transparantie en genoegdoening aangaat. “Het vergt moed om naar de rechter te stappen na een medische fout. De tegenstander is machtig. En het vraagt bijna óvermoed om zo’n zaak vol te houden. De procedure is lang en duur, de stress groot. Het maakt mensen soms fysiek ziek”, constateert Aussems.
Hybris slaat bovendien op de economische wetten die de zorg dicteren. “Voor de negatieve effecten zouden we meer oog moeten hebben.” En ja, hij bekent het met een glimlach, misschien is ook de theatermaker die denkt een taboe-onderwerp bespreekbaar te kunnen maken aan overmoed ten prooi. “Aan theater maken zit voor mij maatschappelijke urgentie vastgeklonken. Ik wil in de eerste plaats zelf inzicht krijgen en dat vervolgens delen met zoveel mogelijk andere mensen. Ik wil verschillende perspectieven tonen. Het begint bij elkaar begrijpen, bij begrip hebben. Ik hoop dat Hybris laat zien wat zo’n ontmoeting kan opleveren. Hoe de een en de ander daarna verder kan.”
Hybris. nieuwstedelijk. Op 20, 21, 22, 27 en 28 februari, 1 maart in OPEK Leuven, op 24 februari, 8 en 9 maart in De Nieuwe Zaal in Hasselt en op 12 en 13 maart C-mine in Genk. nieuwstedelijk.be, c-minecultuurcentrum.be