De sneaker past ons allemaal. Een tentoonstelling over het meest alledaagse designobject doet ANNEKE VAN WOLFSWINKEL terugdenken aan de schoenen die ze zelf ooit droeg. ‘Ik zal, nog steeds, nóóit een paar Nike Air Max kopen.’

Mijn blauw-gele sneakers, net nieuw, zijn van het veganistische merk DUUO; al kan ik een mooie schoen zeker waarderen, ik ben geen sneakerhead. 

Ben je dat wel, dan kun je je hart ophalen in de expositie Sneakers Unboxed in het Design Museum in Den Bosch. De sneakers horen tot de meest gewilde designobjecten van deze tijd. In 2021 werden er wereldwijd 1,1 miljard paar verkocht.

Veel van de in Den Bosch getoonde schoenen hebben een hoog wow-gehalte en zijn echte verzamelobjecten. Een ronduit krankzinnig ontwerp is de Jesus Shoe, een witte Nike Air Max 97 die in 2019 door designbureau MSCHF uit Brooklyn werd gepimpt met een glimmend crucifix aan de veter, een Bijbeltekst op de zijkant van de neus en heilig water uit de rivier de Jordaan in de luchtkamers in de zool. Er zijn 24 paar van gemaakt, één daarvan staat nu in Den Bosch.

Toch focust de tentoonstelling niet alleen op het uitzonderlijke, ze laat ook zien hoe de sneaker het alledaagse fenomeen kon worden dat het nu is. Van de eerste Converse All Stars uit de jaren dertig van de twintigste eeuw, via de ontwikkeling van Puma-sportschoenen voor basketballers in de jaren zestig, tot aan de explosie van sneakerstijlen in de jeugdculturen van de jaren tachtig en negentig. Een deel van die geschiedenis heb ook ik aan mijn voeten gehad.

Young Boys, Brooklyn, NY, 1981. Met dank aan Jamel Shabazz

Mijn eerste paar sneakers herinner ik me nog heel goed – vooral omdat ik ze nooit gekregen heb. Het was 1989, ik was negen jaar en kon uren in de Piet Kerkhof-folder kijken naar die ene ongelooflijk begerenswaardige schoen. Geel was hij, met twee schuine zwarte strepen. Ik was een tomboy die fikkies stookte met de jongens; de zwarte lakschoentjes waar andere meisjes uit de klas van droomden zeiden mij niets.

Dat sneakers al genderneutraal waren decennia voordat dat woord in de mode kwam wordt in de tentoonstelling niet benoemd. Niet alleen voor mij (tomboy for life) maar ook voor veel anderen zal het toch deel uitmaken van de aantrekkingskracht van de sneaker: hij gaat voorbij aan de traditionele tweedeling in herenschoenen en damesschoenen. De Adidas Superstar past ons allemaal.

Misschien dat ik als negenjarige al in de gaten had dat een sneaker alles te maken heeft met ergens bij willen horen – bij de jongens, in mijn geval – en je tegelijk willen onderscheiden – van de lakschoenmeisjes. Op foto’s die gemaakt zijn in New York rond 1980 zie je wat het dragen van sneakers, en speciaal Adidas, betekende voor met name zwarte jongeren: een eigen stijl. En daarmee: trots, identiteit, emancipatie. De Adidas Superstar, in de jaren zeventig ontwikkeld voor professionele atleten, werd begin jaren tachtig razend populair onder jongeren uit kansarme wijken in New York. Ze droegen ze zonder veters en met naar buiten geduwde tong. Hiphopgroep Run DMC maakte het schoenenmerk in 1986 onsterfelijk met hun gesponsorde hit My Adidas. Toen ik, bijna twintig jaar na die hit , als student een paar Adidas Superstars kocht, zwart met gouden strepen, wist ik niets van die voorgeschiedenis. De sneakers waren standaard-cool geworden, en dat zijn ze eigenlijk nog steeds.

In mijn middelbare schooltijd, in de jaren negentig, vielen leerlingen uiteen in vier categorieën: alto’s, skaters, kakkers en gabbers. Als wannabe-skater droeg ik T-shirts over longsleeves, extreem wijde broeken en natuurlijk Vans. O, wat hield ik van die schoenen, met hun dikke zachte zolen – die nooit sleten omdat ik nooit op een skateboard stond. Ik droeg de mijne mét veters, maar níet gestrikt: gedurende mijn hele middelbareschooltijd was strikken een absolute doodzonde. De losse einden van je veters propte je weg tussen je voeten en de binnenkant van je schoen.

Converse All Star, ca. 1930. foto Ed Reeve

Wat skaters, alto’s en kakkers gemeen hadden, was een diepgevoelde afkeer van gabbers. Van hun kaalgeschoren hoofden, van hun Australian-trainingspakken, van de house en van het hakken. En vooral van ‘hun’ schoenen: de Nike Air Max. In het Design Museum in Londen, waar Sneakers Unboxed eerder te zien was, ontbrak de verwijzing naar de gabber – zo niet in Den Bosch. Gabbers waren een Nederlands fenomeen, en daarmee eigenlijk best bijzonder. Toch zal ik, nog steeds, nóóit een paar Nike Air Max kopen.

De grootste uitdaging van hedendaagse sneaker-ontwerpers is duurzaamheid. Adidas experimenteert met Mylo, leer gemaakt van paddenstoelen. Stella McCartney, de dochter van, ontwierp de Loop sneaker waarvan elk onderdeel recyclebaar is. En ik, op mijn veganistische fair trade DUUO’s, doe dus als vanzelf weer mee aan de nieuwste sneakertrend.   

Sneakers Unboxed. Van 5.5 t/m 16.10 in het Design Museum Den Bosch. designmuseum.nl