In een Britse recensie werd hij ooit in één woord geduid: ‘rukker’. Tegelijk geldt voor Paul Weller: hij hoeft nog lang niet op zijn eigen verleden te teren. Over zijn voormalige collega’s van The Jam: “Dit circusnummer belichaamt alles waar we juist tegen waren.”

Vrijwel alle bands die ooit uit elkaar zijn gegaan, komen op een dag weer bij elkaar. Zelfs de meest onwaarschijnlijke, namelijk degene die met de meest luidruchtige ruzie uit elkaar gingen. The Police, bijvoorbeeld. Of Van Halen. Zelfs Rage Against the Machine.

Paul Weller speelde in maar liefst twéé legendarische bands: de mede door hem opgerichte The Jam (1972-1982) en The Style Council (1983-1989). De kans dat een van die twee bands ooit nog bij elkaar komt, is extreem klein. Over The Style Council, die steeds meer afdreven van de popmuziek en op het eind vooral putten uit klassiek en jazz, zei Weller in 1990 in een interview: “We hadden twee, drie jaar eerder uit elkaar moeten gaan.”

En over de twee ex-bandleden van The Jam die zonder Weller in 2005 de verkapte coverband From the Jam oprichtten, was Weller al even duidelijk: “Foute boel. Ze moeten hier onmiddellijk mee stoppen en iets anders gaan doen. Ze maken niet alleen onze reputatie kapot, maar ook zichzelf. Dit circusnummer belichaamt alles waar we juist tegen waren.”

Paul Weller, zo simpel is het gewoon, heeft geen nostalgie nodig. In Nederland heeft hij twee hits gehad: in 1995 You do Something to Me, en vijf jaar later Wild Wood. Met name in Engeland was hij toen al lang omarmd door de nieuwe generatie Britpopbands; vrijwel allemaal noemden ze in interviews Weller hun grote voorbeeld. Hij was The Modfather. Zijn albums Stanley Road en Heavy Soul voerden de hitparades aan.

Door vooral gedoe met platenmaatschappijen raakte hij in het begin van het vorig decennium wat meer uit zicht, maar sinds hij tekende bij het door de excentrieke miljonair Richard Branson opgerichte platenlabel V2 is zijn productie hoog. Al was zijn eerste op dit label een coveralbum, doorgaans een teken dat de artiest zelf even niet zoveel ideeën meer heeft. Hij nam het album op in Amsterdam, in de kleine legendarische Studio 150. Weller had inmiddels ook Nederlandse ambassadeurs van zijn werk, in de vorm van de leden van de band Moke, die zich openlijk schatplichtig aan hem toonden. Met name zijn album 22 Dreams in 2008 maakte veel indruk: niet alleen had hij kennelijk inmiddels weer genoeg ideeën om in een keer twéé cd’s te vullen, maar vooral klonk er een venijn in door dat duidelijk maakte dat hij nog steeds gretig was.

Gretig genoeg ook om nog steeds nieuwe invloeden uit te proberen: zijn onlangs verschenen Sonik Kicks opent met twee nummer waarin Wellers karakteristieke stemgeluid bijna verzuipt in de elektronica. Het is niet zijn beste album, dit elfde, bij vlagen is het ronduit een draak. Maar het goede nieuws is dat de 53-jarige zanger geen behoefte heeft zijn eigen verleden over te doen. Hij doet een beetje denken aan David Bowie in de jaren negentig, die jungle probeerde te integreren in zijn muziek. Veel van zijn fans sloegen gillend op de vlucht, maar zijn lijn was helder: als het je gaat om het geluid van mijn verleden, luister dan vooral naar mijn oúde platen.

Paul Weller klinkt nog steeds als een man die op zoek is naar zijn grenzen – en die probeert op te rekken. Over bands die hun eigen verleden steeds overdoen, zei hij enkele jaren geleden: “Al die bands die vroeger al niet te pruimen waren, komen verdomme weer bij elkaar, alleen een reünie van het Romeinse Rijk ontbreekt er nog aan.”

Ook in persoonlijk opzicht is hij de man van het wisselend gemoed. Zijn jeugdvriend Paulo Hewitt schreef dat vijf jaar geleden op in een weinig vleiende biografie, met de veelzeggende titel The Changing Man. Een perfectionist is hij ook, stelde Hewitt vast, een man va hoge eisen aan zichzelf, en aan anderen. “Alles moet volstrekt perfect zijn. Je kan Paul een kledingstuk cadeau geven, hem er naar zien kijken en vervolgens tegen je horen zeggen: “De rits is niet helemaal goed, wel?”

Tegelijk moest ook Hewitt toegeven: dat perfectionisme heeft veel mooie nummers opgeleverd.

Paul Weller speelt 14 juni in Ancienne Belgique in Brussel en 15 juni in de Heineken Music Hall in Amsterdam