BLIK NAAR BUITEN

Staart uit het venster
de witte neerslag
sneeuw genoemd
laat de noordelijke
rand van het tuinpad vrij
een niet mis te verstane grens
van scherpe, brokken silex
tussen het maagdelijke pad
en de zone van het onkruid –
een wederzijds non plus ultra

de zwarte stenen
planmatig aaneengesloten
als kraaien afstekend
tegen de ongerepte neerslag
wringen zich stuk voor stuk los
uit de lijnrechte begrenzing –
wanklanken springen staccato weg
uit de geknapte lijnen
van een strenge notenbalk
geblaf verstomt

houdt zich doof
kijkt weg naar de blauwe lucht
geen vuiltje aan te bekennen
de pastorale rookpluimen vertrouwd present
en keert resoluut buiten de rug toe
terug in de weldadige cocon
van een besloten binnenwereld

Asbach uralt wacht hem –
na bevrijdend te hebben gekotst

Vati, Vati, die Steine sind alle wieder da!

AUGUST AGASI