Quarantaine 1 er is een raam waartegen ik praat met mijn vader terwijl ik kijk naar de bergen waarvan de contouren zich oplossen in de verte en ik vertel hem hoe mooi het hier ’s ochtends wel is, hij roeit, zegt hij, op een machine, ik zie de wolken voorbijdrijven, mezen en vinken zijn plots minder bang van ons, vleugellozen, onze soort is in snelheid gepakt, zegt hij, wij leven van dag tot dag, wachtend op dokters, versoepeling, opening van...