Na De bananengeneratie (2019) werd Pete Wu het gezicht van jonge Chinese Nederlanders. STAN VAN HERPEN praat met hem over wat het boek, dat nu door Theater Oostpool op de planken wordt gebracht, hem heeft gebracht. ‘Dat ik nu op tv kan zeggen dat ik geen hetero ben, is één van de grootste overwinningen in mijn leven.’
Voor een niet-televisiekijker is het moeilijk voor te stellen: wie in de De slimste mens hoge ogen gooit, is binnen. Als BN’er, wel te verstaan, of BV’er – de tv-quiz is een Vlaams bedenksel.
Schrijver/journalist Pete Wu werd door zijn boek De bananengeneratie het gezicht van de jonge Chinese Nederlanders. Tot hij begin dit jaar op tv kwam als deelnemer aan De slimste mens – toen was hij opeens Pete-Wu-van-De-slimste-mens. Dapper dat je daaraan meedoet, maar als je verliest, sta je te boek als ‘die domme Chinees.’
Wu: ‘Ik had er eerlijk gezegd niet lang over nagedacht. Maar als ik er in de eerste ronde was uitgevlogen met alleen maar foute antwoorden was het ook goed geweest. Dan fungeer ik maar als het subversieve stereotype, prima. Niet alle Chinezen zijn hardwerkend en slim, dat is ook weer zo’n cliché. Ik ken ook genoeg luie, domme Chinezen, gelukkig maar.’ Met een glimlach: ‘Dus eigenlijk kon het niet misgaan.’
Altijd gevaarlijk, zo’n simplificatie, maar wel typisch Pete Wu. Het gaat tijdens ons gesprek relatief weinig over Pete zelf, veel vaker over de maatschappelijke verantwoordelijkheden die hij zichzelf oplegt.
Waarom leidt hij de redactie van journalistiek jongerenplatform Brandpunt+? Omdat hij zorgt voor een betere representatie en Brandpunt+ voor jongeren is, ‘de generatie die het straks moet gaan doen.’
Waarom hij met De bananengeneratie optrad als spreekbuis van jonge Chinese Nederlanders? Iémand moest het doen, vond hij, er zijn veel te weinig Oost-Aziatische rolmodellen. Niet dat hij zichzelf per se als een rolmodel ziet, maar: ‘Ik zou Lulu Wang niet snel interviewen als de Chinese Nederlander. Dan krijg je een erg vertekend beeld.’
‘Ik ben de woordvoerder van mijn eigen ervaringen.’
Ter correctie: Pete Wu ziet zichzelf helemaal niet als woordvoerder van de Chinees-Nederlandse gemeenschap. Dé Chinees-Nederlandse gemeenschap bestaat niet. ‘Ik ben de woordvoerder van mijn eigen ervaringen.’
De bananengeneratie lanceerde Pete Wu de media in. Het is alweer drie jaar geleden dat het boek uitkwam, nu is het door de toneelbewerking door Theater Oostpool weer actueel. Pete – door zijn moeder ‘banaan’ genoemd: wit van binnen, geel van buiten – beschrijft in zijn ontwapenend eerlijk, vaak ontluisterend boek hoe hij en andere Chinese Nederlanders worstelen met hun zelfbeeld en het racisme vanuit de samenleving.
Identiteit is een knoop van gordiaanse allure, helemaal als je gay bent, tot een minderheid met een weinig aantrekkelijk imago hoort en ook nog moet standhouden in twee vaak tegenstrijdige werelden.
Aan de ene kant zijn er je ouders: eerste generatie immigranten, vaak eigenaars van een Chinees restaurant, harde werkers, cultureel niet erg geïntegreerd en veelal behept met nogal specifieke wensen over de toekomst van hun kinderen. Samengevat: hard werken, materieel carrière maken en trouwen met een andere Chinese Nederlander of een Chinees, bij voorkeur van het andere geslacht.
Aan de andere kant is er het witte deel van de Nederlandse bevolking waar heteroseksualiteit de norm is en dat je op basis van je Chinese uiterlijk net wat te vaak als een karikatuur behandelt, ergens tussen onverholen racisme en misplaatste grappen. Een voorbeeld, bijna te plat om op te schrijven: al te vaak maakte Pete mee dat mensen als eerste reactie op zijn verschijning Kung fu-bewegingen gingen maken.
Nu is er dan de toneelbewerking van De bananengeneratie door Char Li Chung, zelf deels van Chinees-Italiaanse afkomst. De regisseur kwam zelf om toestemming vragen. Wu zei ja, met het maatschappelijk nut voor ogen. Hij schreef De bananengeneratie omdat hij Nederlanders wilde laten zien wat een gebrek aan representatie met een bevolkingsgroep kan doen. En hoe schadelijk racisme en discriminatie voor iemand kunnen zijn, ook al is het ‘niet zo bedoeld’. Wu: ‘De theatervoorstelling dient dezelfde doelen. En laten we eerlijk zijn, er zijn meer mensen die mijn boek niet kennen dan wel. Hopelijk bereiken we hiermee weer een nieuw publiek.’
Ik spreek hem in het huis van een bevriend fotograaf in de Rotterdamse volkswijk Delfshaven. Hij woont er tijdelijk, om de planten water te geven en wat afstand te houden van de Amsterdamse verleidingen; zo kan hij de aandacht houden bij de roman die hij aan het schrijven is. Daarnaast werkt hij parttime als journalist voor Brandpunt+ en komt in het voorjaar van 2023 zijn eerste kinderboek uit, met illustraties van Enzo Pérès-Labourdette. ‘Als journalist zoek je dé waarheid, als fictieschrijver zoek je één waarheid – voor mij liggen die twee niet zover uit elkaar.’
In de jaren na het verschijnen van zijn boek en zijn documentaireserie bij de VPRO – Pete en de bananen, over daten en liefde tussen twee werelden – kreeg hij bijna dagelijks een verzoek voor een interview, talkshow of paneldiscussie. Tegenwoordig zegt hij vaker nee. Enigszins beschaamd: ‘Daar heb ik nu een standaard-mailtje voor: “Sorry, ik heb momenteel geen tijd om hierover te praten. Maar bij deze een paar namen die je wel kunt benaderen.”
Ook goed om het arsenaal Oost-Aziatische gezichten op de Nederlandse tv te vergroten.
Hij wordt voor de gekste dingen gevraagd. Een paneldiscussie over bitcoins in China bijvoorbeeld. ‘Ik weet niks van bitcoins. Ook bijna niks over China trouwens.’
Pete Wu (Middelburg, 1985) groeide op in het West-Brabantse dorp Hoogerheide en in Tilburg, waar zijn ouders 25 jaar lang De Vriendschap runden – de populaire friettent met de rood-gele gevel aan de Goirkestraat. Zijn tongval is opvallend neutraal Nederlands, het Brabants accent verloor hij als student. ‘Ik zeg nooit dat ik een Amsterdammer ben. Wel: ik ben een Brabander. Of: ik ben een Zeeuw. Terwijl ik niks met Zeeland heb. Maar dat zeg ik expres, omdat mensen dan gaan vragen: “Maar waar kom je écht vandaan?” Dat vragen ze nog steeds ja. “Ziekenhuis Walcheren zeg ik dan.” Om te stangen.’
Is hij niet bang dat hij te veel van zijn identiteit ophangt aan die Chinese achtergrond waardoor hij andere aspecten van zijn persoonlijkheid over het hoofd zien? Oftewel: is Pete Wu zichzelf aan het typecasten?
Zelf ervaart hij dat niet zo. ‘Door veel over mijn Chinese achtergrond te praten, blijf ik mezelf ook steeds bevragen en wordt de blik die ik van mezelf heb rijker. Vergeet niet dat ik heel lang mijn Chinees-zijn heb ontkend. Ik wilde geen Chinees zijn, ik wilde niet gay zijn, dat begroef ik allemaal. Ik wilde wit zijn, en hetero. Het boek, de documentaireserie, het is natuurlijk ook allemaal zelfonderzoek. Dat heeft me uiteindelijk kalmer gemaakt, zelfbewuster. Ik ben pas relatief laat uit de kast gekomen. Dat ik nu op tv kan zeggen dat ik niet hetero ben, is één van de grootste overwinningen in mijn leven.’
Theater Oostpool, De bananengeneratie. Regie: Char Li Chung. Tournee t/m 17.12. oostpool.nl
Pete Wu, Aziatische sprookjes – verhalen uit China, Japan, Zuid-Korea en Vietnam. Voorjaar 2023. gottmerkinderboeken.nl